De cottage garden: een droomtuin voor een klein budget

Foto van Steve Sharp van een raam met luiken en een bloembak gevuld met typsiche cottage garden planten.


Wil je graag een kleurrijke tuin met veel bloeiende planten en heb je maar een klein budget? Dan is een cottage garden dé tuin voor jou! Cottage gardens zijn informele, weelderig begroeide tuinen met veel bloemen. De cottage garden stijl is één van de gemakkelijkste tuinsstijlen. De regel is namelijk dat er geen regels zijn. Simpeler kan het niet toch? 

In dit blog leg ik je uit wat een cottage garden is en hoe je dat typische cottage garden effect bereikt. 


Wat is een cottage garden? 

Een cottage garden is een informele tuin die letterlijk volgepakt is met allerlei bloeiende planten. In een cottage garden draait het vooral om bloemen in allerlei kleuren. Eventueel (maar niet noodzakelijk) aangevuld met tuinkruiden, groenten en fruit. 

Als je wat meer ruimte hebt kun je een (klein) grasveldje toevoegen, maar in een cottage garden is eigenlijk geen plaats voor een gazon. Hetzelfde geldt voor een terras. Natuurlijk moet er ruimte zijn om te zitten, maar de bestrating moet zo beperkt mogelijk gehouden worden om zoveel mogelijk planten een plekje te kunnen geven. 

De cottage garden kent geen beplantingsschema's. Er zijn bijvoorbeeld geen regels dat je moet planten in groepen van 3 of 5 of meer.  Of dat je een bepaald kleurenschema moet volgen. Je plant gewoon waar plaats is en wat je mooi vindt. Zo ontstaat die informele, weelderige mix van planten en kleuren die zo typerend is voor deze tuinstijl. 


Waar komt de cottage garden stijl vandaan?

Om te begrijpen hoe je een cottage garden moet inrichten en welke planten daarbij passen, moet je weten waar de cottage garden vandaan komt. De oorspong is Engels. Dat mag duidelijk zijn. Deze tuinstijl ontstond in de tweede helft van de achttiende eeuw op het Engelse platteland. 

De kleine huisjes (cottages) waar de arbeiders toen in woonden, hadden meestal een behoorlijk stuk grond. De mensen verdienden niet veel en leefden continu op de armoedegrens. Die grond was dus belangrijk omdat ze daarop wat vee konden houden en groenten en fruit konden kweken. Zo hield je de honger buiten de deur. 

Aanvankelijk werd de grond alleen gebruikt voor eetbare gewassen en om vee te houden. Maar in de loop van de tijd vonden ook steeds meer sierplanten hun weg naar deze tuinen. Dit kwam in de negentiende eeuw in een stroomversnelling. Behalve groenten, kruiden en fruit, werden er meer en meer bloeiende planten toegevoegd. 


Old Cottages at Pinner, 1885-1895 schilderij van Helen Allingham
(bron: Birmingham Museums Trust op Unsplash)


Als je planten zaait heb je altijd teveel, en vaste planten moeten regelmatig opgerooid en gescheurd worden. Het verhaal wil dat de 'headgardeners' van de grote landhuizen de planten die ze over hadden uitdeelden. De arbeiders namen die overschotten mee naar huis om ze in hun eigen tuin te planten. Dat leverde zo'n aantrekkelijk plaatje op, dat die tuinstijl tot op de dag van vandaag is blijven bestaan.

In de tweede helft van de negentiende eeuw zorgden twee beroemde Engelse tuinontwerpers, William Robinson (1838-1935) en Gertrude Jekyll (1843-1932), voor een opleving. De informele wilde tuinen die zij ontwierpen, waren geïnspireerd op de cottage garden. Het was een reactie op de strakke formele tuinstijl die in die tijd erg in zwang was.  


Maak je eigen regels!

Dat er geen regels zijn voor de cottage garden, wil niet zeggen dat je zomaar een willekeurige collectie planten bij elkaar kunt zetten. Daarmee creëer je niet dat typisch cottage garden gevoel. De kans is groter dat je eindigt met chaos. Een tuin zonder rust en harmonie. 

Wat doe je als er geen regels zijn? Je maakt je eigen regels! Het simpelste is om een lijstje te maken van dingen die je NIET wilt. Houd je niet van geel? Dan sluit je die kleur uit. Wil je je beperken tot blauw en roze? Prima! Heb je weinig tijd om te tuinieren? Vermijd dan onderhoudsintensieve planten die regelmatig verplant, opgebonden of gesnoeid moeten worden. 

Jij bepaalt wat er in je tuin komt en wat niet. De regels die je jezelf hebt opgelegd zorgen, als het goed is, vanzelf voor voor eenheid, structuur en harmonie. 


Het ontwerpen van een cottage garden

In een cottage garden draait het vooral om planten. Ben je (net als ik) een rasechte verzamelaar? Dan past deze tuinstijl zeker bij jou! 

Alles is erop gericht om zoveel mogelijk (bloeiende) planten een plekje te geven. De tuinpaden zijn daarom smal (ga uit van ca. 50 cm) en informeel. Ze zijn niet recht maar slingeren door de bloembedden. Ze zijn bestraat met kleine klinkers, grind of houtschors of worden ingezaaid met gras. 

De bloemenborders worden dicht beplant zodat je in het late voorjaar en de zomermaanden de grond niet meer ziet. Dit geeft die weelderige begroeiing die zo kenmerkend is voor de cottage garden en zorgt er ook voor dat onkruid minder kans krijgt. 

Tuinornamenten zorgen voor focuspunten in de tuin. Daarbij kies je voor nostalgische elementen zoals een stenen trog, zinken tijl of mand van wilgentenen gevuld met bloemen, een oude kruiwagen die is volgeplant, een bemost tuinbeeldje, een oude zonnewijzer of een verweerd vogelbadje. 

Recyling en tweedehands passen perfect bij de cottage stijl. Bedenk daarbij wel dat minder meer is. Een cottage garden is geen winkel van Sinkel, de hoofdrol is voor de planten! 


Nostalgie past bij de cottage garden
(foto: Annie Spratt op Unsplash)


Zorg voor hoogte 

Zorg voor hoogte in je cottage garden door het plaatsen van een prieeltje, een simpele rozenboog, een pergola of een eenvoudige wigwam van bonestaken die je laat begroeien met klimplanten zoals siererwten, Clematis, Kamperfoelie, jasmijn of klimrozen. 

Ook hier geldt: minder is meer. Kies een of hooguit twee elementen om te voorkomen dat het geheel chaotisch wordt. 


Wat zijn typische cottage garden planten? 

Zoals eerder gezegd: er gelden geen regels voor de cottage garden. Dus ook niet voor de planten die je kiest. Maar natuurlijk zijn er wel bepaalde favorieten die je vaak in tuinen van dit type ziet. 

Typische cottage garden planten zijn sterk en vragen geen speciale zorg. Vaak zaaien ze zichzelf uit. Het zijn van die ouderwetse planten die vroeger in oma's tuin stonden. In elk geval moeten het planten zijn die passen bij de grond waarop je tuiniert. Planten die niet passen bij de grond vragen extra zorg en geven niet de weelderige groei die je graag ziet in een cottage garden. 

Hieronder wat tips en ideeën voor de beplanting. Niet alle planten die je vaak in cottage gardens ziet, zijn even geschikt voor een tuin op droge zandgrond. Als je beter een alternatief kunt kiezen, heb ik dat erbij gezet. 


Kaasjeskruid (Malva moschata) 

Zelfzaaiers

Elke plant die zichzelf gemakkelijk uitzaait, kwalificeert als cottage garden plant. Planten die zich op zandgrond gemakkelijk uitzaaien zijn: cosmos, vergeet-mij-nietje, goudsbloemen, kaasjeskruid (Malva moschata), klaprozen, Mexicaans madeliefje (Erigeron karvinskianus), Juffertje in 't groen (Nigella damascena), slaapmutsje, prikneus (Lychnis coronaria), spoorbloem (Centhrantus macrosiphon), venkel (Foeniculum bronze) en zonnebloemen (Helianthus annuus). 

Zelf ben ik vooral dol op het slaapmutsje (Escholzia californica). Het slaapmutsje heeft de tere blaadjes van een klaproos maar bloeit véél langer. Zaaien kan eigenlijk niet mislukken. Kies een droog plekje in de volle zon en zorg dat je direct op de plaats van bestemming zaait want het slaapmutsje houdt niet van verplanten. 


Slaapmutsjes (Escholzia california)

Eenjarigen

Zomergoed zoals afrikaantjes, begonia's, dahlia's, lobelia's, geraniums (pelargoniums), oostindische kers, petunia's en vlijtige liesjes horen bij de cottage garden. Deze plantjes geven tot ver in najaar kleur aan je tuin. 

Het leukst staan ze in aardewerk of terracotta potten, nostalgische wasteiltjes of hangmanden. Maar deze plantjes kunnen en mogen in een cottage garden ook gewoon in de border. Dahlia's zijn feitelijk niet eenjarig. Als je de knollen oprooit en vorstvrij laat overwinteren kun je er de volgende zomer opnieuw van genieten. 

Een typische cottage garden plant is de siererwt of pronkerwt (Lathyrus odoratus). Een klimplant die heerlijk geurt en de hele zomer bloeit als je de uitgebloeide bloemen blijft wegknippen. Het is een plant die je in cottage gardens vaak ziet op zo'n wigwam van bonestaken. 

Jammer genoeg houdt Lathyrus niet van droge grond. Zit je op zandgrond? Laat op je wigwam dan liever andere eenjarige klimmers groeien. Of gewoon klimbonen!


Hangmand met Diascia, hangverbena en million bells.

Tweejarigen

Tweejarig wil zeggen dat een plant in het eerste jaar alleen een bladrozet vormt en pas in het tweede jaar bloeit. Tweejarigen zaai je in juli of begin augustus. In het najaar zijn de plantjes dan groot genoeg om uitgeplant te worden in de tuin. Het volgende jaar verschijnen de bloemen. Veel tweejarigen zijn ook zelfzaaiers. 

Tweejarigen horen écht bij een cottage garden. Denk aan simpele ouderwetse planten zoals duizendschoon, judaspenning, vingerhoedskruid, stokrozen en vergeet-mij-niet. Deze mogen eigenlijk niet ontbreken als je je tuin die echte cottage garden uitstraling wilt geven. Ook de scharlei (Salvia sclarea) is een cottage garden favoriet. In dit blog lees je er meer over! 

Duizendschoon, judaspenning, scharlei en vingerhoedskruid zijn gemakkelijke planten. Stokrozen zijn wat lastiger. Ze hebben vaak last van roest, een schimmelziekte die bruine punten op het blad maakt. De plant bloeit dan wel mooi maar het loof ziet er afschuwelijk uit. 

Roest wordt veroorzaakt door regenwater op het blad. Door stokrozen bijvoorbeeld onder een overhangende dakrand te planten, kun je dit voorkomen. Er zijn ook soorten die resistent zijn tegen roest. Lees er meer over in mijn blog 'Roest op stokrozen bestrijden (9 tips!)'. 


Alcea rosea of stokroos (foto Marina Yalanska op Unsplash) 

Vaste planten

Elke vaste plant kan een cottage garden plant zijn. Als hij maar sterk en onderhoudsarm is en past bij de grond waarop je tuiniert. Heb je een tuin op zandgrond, kies dan voor vaste planten die veel droogte verdragen. Ik heb er in dit blog meer dan dertig voor je verzameld! 

Deze vaste planten mag je zeker niet vergeten: Aster, Geranium, Helenium, Hylotelphium en Salvia. Het zijn planten die je in cottage gardens vaak ziet omdat ze onderhoudsarm zijn en lang en rijk bloeien. Je leest er meer over in mijn blog 'De hoogtepunten van mijn tuinjaar'. Ook Nepeta faassenii (kattenkruid), Penstemon digitalis en Veronicastrum virginicum zijn echte toppers die qua uitstraling ook helemaal passen in een cottage garden. 

Op droge zandgrond kun je de volgende vaste planten beter vermijden: Monarda, pioenrozen, Phloxen, riddersporen en Veronica. Het zijn prachtige vaste planten die je vaak in cottage gardens ziet, maar op droge grond zitten ze vaak al vroeg in het seizoen vol meeldauw. Meeldauw is moeilijk te voorkomen en nog moeilijker te bestrijden. Kies dus liever voor panten die daar niet gevoelig voor zijn. 

De lupine is ook zo'n typische cottage garden plant maar niet gemakkelijk te kweken. Het eerste jaar hadden wij in onze tuin prachtige lupinen maar in latere jaren zaten ze altijd vol bladluizen. Van die grote grijze. Ze kunnen de plant helemaal laten verwelken en als je geen bestrijdingsmiddelen wilt gebruiken kom je er maar moeilijk vanaf. Ook zijn lupinen nogal in trek bij slakken. 

Wil je wel de bloemen maar niet de luizen en de slakken? Kies dan liever voor de indigo lupine (Baptisia australis). Een vaste plant die heel veel droogte verdraagt. Perfect dus voor een tuin op droge grond. Je kunt hem kopen bij tuinplant.nl.


De indigo lupine (Baptisia australis), hij is er ook in wit

Tuinkruiden

Keukenkruiden horen echt bij een cottage garden. Denk aan basilicum, bieslook, dille, peterselie, rozemarijn, salie, selderie, tijm. Het fijne van deze planten is ook dat ze ook op kurkdroge zandgrond goed groeien.   

Je kunt de kruiden kweken in potten, maar veel leuker is het om ze gewoon te verwerken in de borders. De planten ontwikkelen zich dan beter en je bent minder tijd kwijt met gieten. Sommige kruiden, zoals bieslook, dille of salie, zijn bovendien heel decoratief zodat ze in een border niet misstaan. Basilicum kun je beter in een pot kweken omdat deze plant juist wel veel water nodig heeft. 

In mijn blog over 'Het aanleggen van een kruidentuin' lees je er meer over. 


De aantrekkelijke bloemen van bieslook (Allium schoenoprasum) 

Groenten

Historisch gezien horen groenten echt bij de cottage garden. Een paar (verhoogde) plantbedden met groenten als bonen, erwten, peultjes, radijsje of worteltjes passen dus perfect in het plaatje. 

Het is ook mogelijk om groenten in potten kweken maar mijn ervaring is dat ze het in de volle grond veel beter doen. In potten is de waterhuishouding altijd problematisch. Het is al gauw te nat of te droog en dat komt de opbrengst niet ten goede. 


Fruit

Een cottage garden kan eigenlijk niet zonder fruitboom. Denk aan een appelboom, perenboom of kersenboom. Van fruitbomen heb je twee keer plezier: in het voorjaar bloeien ze met prachtige bloesems en in de zomer en nazomer kun je het fruit oogsten. 

Fruitbomen hebben een lichte zonnige plek nodig. De grond moet licht en goed doorwortelbaar zijn en voldoende bodemleven en voedingsstoffen bevatten. Leemhoudende zandgrond is perfect. Op lichte zandgrond kun je wel fruitbomen planten, maar geef de bomen daar wel een flinke mulchlaag en zorg ervoor dat ze niet te droog staan. Appels en kersen verkiezen zandgrond maar peren verdragen ook nattere grond. 

Ik heb zelf geen ervaring met fruitbomen dus ik kan je hierin niet adviseren. Maar een kwekerij of een goed tuincentrum kan je hierbij zeker helpen. Een kersenboom zou ik in elk geval niet aanraden. Vogels zijn, net als wij, dol op kersen. Alleen wanneer je er een net overgooit kun je voorkomen dat ze alle kersen oppeuzelen voordat je ze kunt oogsten. De buurvrouw van mijn schoonouders plukte haar kersen daarom altijd voordat ze rijp waren. Helaas zijn vogels niet de enigen die niet van onrijpe kersen houden... 

Zelf kozen wij voor een notenboom. Een notenboom heeft veel voordelen. Hij groeit met een vrij open kroon en een lange penwortel die het water diep uit de grond haalt. Tip: plant niet zomaar een willekeurige zaailing maar koop een boom bij een kweker. Wij plantten een zaailing. Jammer genoeg komen er alleen maar hele kleine noten aan met weinig vruchtvlees. 

Een ras dat vaak wordt aangeraden is Juglans regia 'Buccaneer'. Hij draagt op jonge leeftijd al vruchten. Houd er rekening mee dat deze boom 20-30 meter hoog kan worden. Niet geschikt voor kleine tuinen dus! Juglans regia 'Broadview' is een trage groeier die kleiner blijft. Sowieso zou ik op droge zandgrond heel voorzichtig zijn met grote bomen in kleine tuinen (in dit blog lees je waarom).


Appelbloesem (foto: Anastasya Romanova op Unsplash)


Dit zijn typische cottage garden planten, maar.... 

Van rozen, met name klimrozen, wordt gezegd dat ze in een cottage garden niet mogen ontbreken. Daar ben ik het helemaal mee eens, maar als je tuiniert op arme droge zandgrond zijn rozen niet de beste keus. De meeste rozen houden namelijk niet van droge zandgrond. 

Ik heb veel rozen geprobeerd in mijn tuin maar het was nooit een succes. Een roos die niet krijgt wat hij nodig heeft, wordt geteisterd door bladluizen, meeldauw en sterroet. Mijn rozen zagen er daardoor altijd al vroeg in het seizoen haveloos uit. 

Rozen hebben vruchtbare, relatief vochtige grond nodig. Op armoedig "klapzand" houd je ze vaak alleen met kunst en vliegwerk in leven. In die situatie is een roos niet de weelderig groeiende, sterke, onderhoudsarme plant waar een cottage garden om vraagt. 

Wil je toch rozen? Dan zijn botanische rozen je beste keus. Ingmar Aafjes, tuinontwerper en eigenaar van Tilia Tuinen in Ede, raadde mij Rosa 'Stanwell perpetual' en Rosa 'Geranium' aan. 'Stanwell perpetual' heeft dubbele lichtroze geurende bloemen. 'Geranium' is rood en krijgt mooie oranje flesvormige bottels. Zelf heb ik Rosa rugosa, een enkelbloemige roos, in mijn tuin gehad. Deze doet het ook goed op zandgrond. Eigenlijk iets té goed want het is wel een beetje een woekeraar. 

De boerenhortensia (Hydrangea macrophylla) past qua uitstraling ook prima in een cottage garden, maar ook deze heesters hebben veel water nodig. Op droge zandgrond hangen ze al na een paar zonnige dagen slap en kun je aan de gang met gieters en tuinslangen. Het helpt om in ze de schaduw te planten, maar het blijft in droge zomers een heel gedoe om ze in leven te houden. 


Tuin voor een klein budget  

De cottage garden stijl is ideaal wanneer je met een klein budget een tuin moet aanleggen. Cottage garden planten zijn over het algemeen niet duur en je hebt geen dure tuinornamenten nodig. Het zijn juist die oude wasteiltjes en goedkope bistro stroeltjes die je tuin de juiste uitstraling geven. 

Je kunt een cottage garden ook heel goed opstarten met "krijgertjes" van familie en vrienden. Plantjes die je zomaar gratis van andere mensen krijgt zijn precies de planten die je zoekt: ze groeien zo gemakkelijk dat de tuineigenaar er zelfs genoeg van heeft om ze uit te delen!  

Een- en tweejarige planten kweek je zelf op uit zaad. Een zakje zaad kost bijna niets en levert je heel veel planten op. Eén keer zaaien is meestal genoeg omdat de planten daarna zichzelf uitzaaien. Het enige wat jij dan nog hoeft te doen is de zaailingen die je niet wilt wieden, verplanten of weggeven.  


Is een cottage garden onderhoudsarm? 

Ik zou een cottage garden niet onderhoudsarm willen noemen. Het is waar dat alles niet zo strak hoeft te zijn, maar het zijn echte liefhebberstuinen die toch aardig wat tijd vragen. Ik denk dat een tuin van gemiddelde omvang in het seizoen toch wel tussen de twee en vier uur per week vraagt. Hoeveel tijd precies, is afhankelijk van:
  • De grootte van je tuin;
  • Hoe onderhoudsarm de beplanting is;
  • Hoe "netjes" het moet zijn. 
Een tuin met veel een- en tweejarigen is een stuk onderhoudsintensiever dan een tuin met veel heesters en vaste planten. En als je best kunt leven met wat onkruid in de borders, ben je natuurijk veel minder tijd kwijt met wieden. 

Wieden moet je vooral in voorjaar. In de zomer heeft onkruid weinig kans door de dichte beplanting die kenmerkend is voor cottage gardens In elk geval hoef je geen gazon bij te houden wat één van de meest tijdrovende tuinklussen is.  

Toch blijft er nog aardig wat werk over. Heesters zul je soms moeten snoeien en vaste planten moeten om de zoveel jaar opgerooid en gescheurd worden. Je moet de ongewenste zaailingen wieden of verplanten. Als je ook ook groenten en fruit hebt, gaat er tijd zitten in het zaaien, oogsten en verwerken. 

Daarnaast zullen er altijd planten zijn die gesnoeid, aangebonden of afgesteund moeten worden. De echte liefhebber zal ook uitgebloeide bloemen willen wegknippen voor een mooier beeld en om herbloei te stimuleren. Een cottage garden vraagt niet het meeste onderhoud, maar zoek je echt een onderhoudsarme tuin, dan is een cottage garden waarschijnlijk niet je beste keus.  

Inspiratie voor cottage gardens  

Wil je wat voorbeelden zien van cottage gardens om inspiratie op te doen voor je eigen tuin? Bekijk dan mijn cottage garden moodboard op Pinterest of onderstaand filmpje van The Middle-sized Garden (10:35 minuten, Engelstalig) op Youtube: 




Tot slot 

Ik heb lang gespeeld met de gedachte om van mijn tuin een cottage garden te maken. Met name het "volproppen" en "kleurrijk" zijn kenmerken van deze tuinstijl die mij heel erg aanspreken 😄. Uiteindeijk is mijn tuin geen typische cottage garden geworden. Het is meer een moderne vaste plantentuin (prairietuin) met elementen van de cottage garden zoals potplanten, zelfzaaiers, een- en tweejarigen. 

De twee tuinstijlen laten zich wat mij betreft prima combineren! Klik hier om te zien hoe dat heeft uitgepakt. 

De foto boven dit blog is Steve Sharp op Unsplash.


Boeken over cottage gardens 

'De moderne cottage tuin' is een van de weinige Nederlandstalige boeken over cottage gardens. Het boek introduceert een nieuw soort tuin: een mix van de traditionele cottage garden en de moderne vasteplantentuin. Zoals mijn eigen tuin dat eigenlijk ook is. Aan de hand van bestaande tuinen laat de schrijver zien hoe je beide stijlen combineert tot een mooie en onderhoudsvriendelijke tuin. De schrijver, Greg Loades, was redacteur van 'The English Garden', het 'BBC Gardener's World magazine' en 'Garden News'.  

KLIK HIER voor meer informatie   


Ga je toch liever voor de traditionele Engelse cottage garden? Dan is 'De cottage tuin' van Christopher Lloyd hét standaardwerk dat je moet hebben. Christopher Lloyd, tuinschrijver en 'plantsman', is een begrip in de Engelse tuinwereld. Hij overleed in 2006 maar 'Great Dixter' (de tuin die door hem is ontworpen en opgeplant) wordt nog altijd druk bezocht door tuinliefhebbers van over de hele wereld. Het boek is helaas alleen nog tweedehands verkrijgbaar. 

KLIK HIER voor meer informatie  

Ook interessant


Bewaar op Pinterest:


Abonneren 

Vond je dit blog nuttig? Abonneer jezelf dan gratis op mijn nieuwsbrief. Je ontvangt dan een bericht wanneer er een nieuw blog is verschenen (1 of 2 keer per maand met een pauze in december). Je hoeft niet bang te zijn dat ik je ga spammen met reclame! 

Tuinplant - Het grootste aanbod met meer dan 15.000 tuinplanten en bomen

Dit blog bevat affiliate links. In mijn privacy statement wordt uitgelegd wat dit betekent.

Populaire posts

Zo krijg je meer bloemen in je agapanthus!

Helleborus: 10 vragen en antwoorden

Een kleine tuin in de stijl van Piet Oudolf, kan dat?

Kun je oude potgrond opnieuw gebruiken?

10 planten die niet mogen ontbreken in een Piet Oudolf tuin

10 tips voor een prachtige border

30+ planten voor een tuin op droge grond

Wie maken die zandhoopjes in je stoep of terras?

Mijn haat-liefde verhouding met Stipa tenuissima 'Ponytails'

Zelf je tuin ontwerpen? Kies eerst je tuinstijl!