Posts

Er worden posts getoond met het label Bijenplanten

Hylotelephium (Sedum telephium) of hemelsleutel, vlinder- en bijenlokker!

Afbeelding
De naam van deze plant is nog niet zo lang geleden aangepast. Je kent Hylotelephium daarom misschien beter onder zijn oude naam 'Sedum telephium'. In veel tuincentrums wordt de plant nog steeds onder die naam aangeboden. De Nederlandse naam is hemelsleutel.  Toen ik een aantal jaren geleden het prehistorisch dorp  (een openluchtmuseum in Eindhoven) bezocht, viel het mij direct op dat er zoveel hemelsleutels waren aangeplant. Navraag wees uit dat ze dit gedaan hadden omdat Hylotelephium een inheemse plant is die ook in prehistorische tijden al in Nederland groeide.  De Hylotelephium komt in Nederland, België en Luxemburg nog steeds in het wild voor. Het gekke is dat je de wilde soort blijkbaar vooral aantreft op vochtige, voedselrijke grond in bermen, onder struikgewas, in open loofbossen en op dijken terwijl mijn hemelsleutels het nou juist beter doen op de droogste en meest zonnige plekken in onze tuin.  Prehistorische pleister  Ik leerde tijdens...

Maak jezelf (en de bijen) blij met deze winterbloeiers

Afbeelding
  'Was het maar weer voorjaar' is een verzuchting die je onder tuiniers in de wintermaanden vaak hoort. Onze (groene) vingers jeuken om weer aan de slag te gaan, maar het weer werkt meestal niet mee. Voor bijen is de winter nog veel moeizamer want ze kunnen niet, zoals wij, lekker bij de warme kachel gaan zitten.  Honingbijen overwinteren in de bijenkast. Als het te koud wordt om te vliegen vormen ze een wintertros. In het midden van de tros zit de koningin. Zij wordt verwarmd door de omringende bijen die warmte opwekken door hun vleugeltjes te bewegen.  Wilde bijen vormen meestal geen volken. Ze leven alleen. Daarom worden het ook wel solitaire bijen genoemd. Wilde bijen overwinteren onder de grond. Ze maken gangen van zo'n 30 tot 40 centimeter diep. Diep genoeg om vorstvrij te overwinteren. Zodra de temperatuur richting de vijftien graden gaat, vliegen de bijen weer uit. Op zonnige winterdagen kun je ze alweer zien vliegen op zoek naar nectar en stuifmeel. Hommels ...

Wat je moet weten over de hommels in je tuin.

Afbeelding
De hommel is volgens mij het enige insect met een hoge aaibaarheidsfactor. Als ik zo'n pluizig hommeltje zie, krijg ik altijd de neiging om over haar rugje te aaien en zo te ervaren of haar vachtje echt zo zacht is als het eruit ziet.  Niet verstandig, want het beestje zal dan waarschijnlijk steken. Hommels behoren namelijk, net als wespen en bijen, tot de angeldragers. Dit heb ik zelf al eens proefondervindelijk mogen vaststellen toen een hommel met haar pootje bleef hangen in de kraag van mijn trui.  Hommels steken alleen als ze zich bedreigd voelen of in paniek raken. Ze zullen nooit, zoals sommige wespen, voor overlast zorgen. Ze zijn geïnteresseerd in bloemen, niet in mensen. Ook niet als die mensen 's zomers op een terras zitten te genieten van drankjes en andere zoete lekkernijen. Er is dus geen enkele reden om hommels te bestrijden. Sterker nog, dit is verboden omdat ze beschermd zijn.  Omdat wij in onze tuin veel hommels zagen, ben ik wat over deze diertj...

Eupatorium, een feest voor vlinders en bijen

Afbeelding
Eupatorium, leverkruid of Koninginnekruid in het Nederlands, is een vaste plant die je vroeger niet vaak zag in tuinen. Het is een plant die onder invloed van de Dutch wave (Piet Oudolf en consorten) de afgelopen jaren steeds populairder is geworden. Eupatorium lijkt op het eerste gezicht niet erg geschikt voor een tuin op droge zandgrond. Je ziet de inheemse exemplaren vaak in slootkanten groeien. Ook geven tuinboeken aan dat de plant vochtige grond nodig heeft. Ik verwachtte daarom niet dat het op onze kurkdroge zandgrond een succes zou kunnen worden. Om die reden liet ik de plant altijd maar staan in het tuincentrum. Mijn man, die zich niet laat leiden door doemverhalen in tuinboeken, besloot een paar jaar geleden om het gewoon maar eens uit te proberen. Niet in de volle zon maar in een halfschaduw border waar ze maar enkele uren per dag zon krijgen en de grond niet teveel uitdroogt.  Hij deed veel bladcompost in het plantgat en in de late zomer hadden we meteen al flink wat blo...

Kaardebol mag niet ontbreken in een wilde tuin!

Afbeelding
Een leuke plant om zelf te zaaien aan het einde van de zomer is de kaardebol. Er zijn verschillende soorten. Je kunt kiezen voor de wilde Dipsacus fullonum (grote kaardebol), Dipsacus pilosus (kleine kaardebol) of voor de cultuurvorm Dipsacus sativus (weverskaarde).  De weverskaarde werd vroeger speciaal gekweekt om wol (bijvoorbeeld wollen dekens) te ruwen. De veerkrachtige haakjes zorgden ervoor dat alle wolhaartjes in dezelfde richting werden gekamd. Op de foto hierboven zie je weverskaarde.  Geen distel Op grond van zijn nogal prikkelige verschijning zou je verwachten dat de kaardebol een soort distel is. Zowel de steel als het blad hebben stekels maar de bloemopbouw is heel anders dan bij distels die schermbloemig zijn.  Vroeger was de kaardenbol daarom ingedeeld in een aparte plantenfamilie (de Dipsacaceae). Tegenwoordig wordt hij, raar maar waar, tot de kamperfoeliefamilie (Caprifoliaceae) gerekend. Door DNA onderzoek ontstaan voortdurend nieuwe inzichten en z...