Kaardebol mag niet ontbreken in een wilde tuin!
Een leuke plant om zelf te zaaien aan het einde van de zomer is de kaardebol. Er zijn verschillende soorten. Je kunt kiezen voor de wilde Dipsacus fullonum (grote kaardebol), Dipsacus pilosus (kleine kaardebol) of voor de cultuurvorm Dipsacus sativus (weverskaarde). De weverskaarde werd vroeger speciaal gekweekt om wol (bijvoorbeeld wollen dekens) te ruwen. De veerkrachtige haakjes zorgden ervoor dat alle wolhaartjes in dezelfde richting werden gekamd. Op de foto hierboven zie je weverskaarde. Geen distel Op grond van zijn nogal prikkelige verschijning zou je verwachten dat de kaardebol een soort distel is. Zowel de steel als het blad hebben stekels maar de bloemopbouw is heel anders dan bij distels die schermbloemig zijn. Vroeger was de kaardenbol daarom ingedeeld in een aparte plantenfamilie (de Dipsacaceae). Tegenwoordig wordt hij, raar maar waar, tot de kamperfoeliefamilie (Caprifoliaceae) gerekend. Door DNA onderzoek ontstaan voortdurend nieuwe inzichten en zo kan het gebeuren