Vaste planten verjongen voor een mooiere border
Ik weet al heel lang dat je vaste planten regelmatig moet verjongen, maar eerlijk gezegd zag ik het niet als prioriteit. Mijn planten bloeiden toch wel en daardoor kreeg het verjongen eigenlijk nooit de aandacht die het verdient.
Hoe belangrijk het verjongen van vaste planten is, werd mij duidelijk toen ik afgelopen zomer een bezoek bracht aan de Vlinderhof. Deze tuin, die door Piet Oudolf is ontworpen, maakte veel indruk op mij door de rust en harmonie van de totale compositie.
Van Karin Laarakker, één van de vrijwilligers die deze tuin bijhouden, leerde ik dat naast de plantenkeuze, een gedegen onderhoudsplan de basis vormt. Om vaste planten en siergrassen in optimale conditie te houden, worden ze in de Vlinderhof regelmatig verjongd en dat gebeurt volgens een strikt schema.
Verjongen, wat houdt dat in?
Planten verjongen wil zeggen dat je een plant oprooit, in stukken verdeelt en opnieuw uitplant.
Kleinere planten en planten met een los wortelgestel kun je met de hand scheuren. Voor de grotere pollen gebruik je een spade om om de plant in stukken te verdelen. De meest vitale stukken van de plant (de stukken aan de buitenkant), plant je terug. De delen die je niet hergebruikt kun je onderin het plantgat gooien. Het loof knip je af tot zo'n vijf centimeter boven de grond.
In dit filmpje van het Youtube kanaal van Tuinseizoen Magazine (ca. 3:00 minuten), laat Annemarie Geurts zien hoe het moet:
In mijn blog over het verbeteren van zandgrond, kun je lezen dat de hoeveelheid organisch materiaal in zandgrond constant aangevuld moet worden. Normaal gesproken doe je dat door te mulchen maar als je een perk hebt leeggehaald om de planten te verjongen, is dat een mooi moment om meteen flink wat compost of ander plantaardig materiaal door de bovenlaag te werken.
Direct na het planten geef je goed water. Ik strooi er ook altijd wat organische mestkorrels (b.v. Culterra) bij. Op die manier geef je de nieuwe planten een goede start.
Waarom verjongen?
Regelmatig je vaste planten verjongen is belangrijk. Dit zijn de redenen waarom:
- Net als mensen verouderen vaste planten. Ze worden, als ze ouder worden, minder vitaal en gaan steeds slechter groeien en bloeien. Het oudste deel van de plant (het midden van de pol) sterft op een gegeven moment af.
- Planten die jaren achtereen op dezelfde plaats staan, mergelen de grond uit. Het gevolg is dat ze de benodigde voedingsstoffen niet meer krijgen en slechter gaan groeien.
- Als planten zichzelf té enthousiast uitbreiden staan er uiteindelijk teveel op een vierkante meter. Daardoor wordt de spoeling (van water en voedingsstoffen) steeds dunner en gaan planten slechter presteren.
- Als vaste planten te groot worden, verdringen ze andere borderplanten. Je border wordt er niet mooier van als één soort een greep naar de macht doet.
- Soms groeien planten onregelmatig, sommige staan er weelderig bij terwijl andere een zieltogend bestaan leiden. Je realiseert je dat waarschijnlijk niet, maar onregelmatig groeiende planten verstoren een border visueel heel erg.
- In een te dicht begroeide border kan de lucht niet meer circuleren. Daardoor droogt het loof na een regenbui niet goed op. Ongewenste schimmels (zoals valse meeldauw) krijgen daardoor meer kans. Zo'n vochtige omgeving is bovendien de ideale kweekplaats voor de aartsvijand van elke tuinier: de naaktslak. Ook huisjesslakken gedijen in deze omstandigheden.
Hoe vaak verjongen?
Mijn buurman (die hovenier van beroep is) vertelde me dat vaste planten doorgaans in het derde jaar op hun best zijn. Daarna wordt de groei en bloei minder. Als stelregel kun je dan ook aanhouden dat vaste planten elk vierde jaar verjongd moeten worden.
Deze regel gaat niet op voor alle vaste planten. Achillea millefolium bijvoorbeeld, moet je eigenlijk elke twee jaar oprooien om te voorkomen dat je de plant kwijtraakt. Er zijn ook vaste planten die bijna nooit verjongd hoeven te worden omdat ze toch wel presteren. Daarom is het goed om je planten goed in de gaten te houden.
Onderstaande signalen zijn een teken dat het tijd wordt om planten te verjongen:
- De bloei wordt minder: de planten hebben een aantal jaren goed gebloeid, maar de bloei is nu, zonder duidelijke reden, ineens veel minder.
- Planten groeien niet goed: de planten blijven lager, delen van de plant schieten niet meer uit. Wat je bij vaste planten zoals asters en eupatoriums vaak ziet, is dat er alleen nog opschot wordt gevormd aan de buitenkant van de pol. Het hart van de plant is dood en leeg.
- Planten groeien onregelmatig: sommige planten zijn behoorlijk groot geworden terwijl andere achterblijven. Hergebruik in dit geval alleen de sterkste planten. Besteed extra veel aandacht aan het verbeteren van de grond in het perk zodat de nieuwe planten zich wél allemaal goed kunnen ontwikkelen.
- De ruimte tussen de planten is verdwenen: sommige vaste planten, zoals Chelone obliqua , Phlomis russeliana en de vele hostasoorten breiden zichzelf flink uit. De ruimte tussen de planten verdwijnt dan en buurplanten worden overwoekerd.
- Planten krijgen ineens last van meeldauw: vooral op droge grond kunnen planten zoals Veronica en Phlox, die te lang op dezelfde plaats hebben gestaan, last krijgen van meeldauw. Ook de meeldauwresistente soorten! Het wordt dan tijd om de planten te verjongen en de grond te verbeteren. Als een plant van nature niet meeldauwresistent is, zal het verjongen overigens niet helpen tegen meeldauw.
Planten die NIET verjongd hoeven te worden
Sommige planten kun je beter niet verjongen. Ze houden er niet van om verstoord te worden of het zijn eigenlijk geen vaste planten maar halfheesters. Er zijn ook planten die je niet per se hoeft te verjongen omdat ze toch wel groeien en bloeien.
Planten die je beter niet kunt verstoren
Sommige planten houden er niet van als hun wortels verstoord worden. Ze moeten zoveel mogelijk met rust gelaten worden. Je doet ze absoluut geen plezier als je ze oprooit en scheurt. Het verstoren van de wortels kan ervoor zorgen dat ze een jaar niet bloeien of zelfs enkele jaren nodig hebben om weer goed te groeien. Dit geldt bijvoorbeeld voor:
- Euphorbia (wolfsmelk);
- Helleborus (kerstroos);
- Peonia (pioenroos);
- Selinum wallichianum (karwijselie).
Ook veel varensoorten presteren beter als je ze gewoon met rust laat. Varens groeien ook goed in dichte kolonies.
De witte bloemen van Selinum Wallichianum |
Halfheesters
Halfheester zitten tussen heesters en vaste planten in: het zijn overblijvende planten waarvan de voet verhout is maar de scheuten kruidachtig (mals en groen) zijn. Je hoeft deze planten niet te verjongen om ze vitaal te houden. Sterker, ze zullen beter presteren als je ze gewoon met rust laat.
Voorbeelden van halfheesters zijn:
- Erica (dophei, heide);
- Erysimum (muurbloem);
- Helianthemum (zonneroosje);
- Lavandula (lavendel);
- Perovskia (Russische lavendel);
- Rosmarinus officinalis (rozemarijn);
- Salvia officinalis (keukensalie);
- Salva greggii / Salvia microphylla / Salvia x jamensis (struiksalie);
- Thymus vulgaris (keukentijm).
Pervoskia atriplicifolia 'Little spire' |
Vaste planten die toch wel groeien en bloeien
- Achillea filipendulina (duizendblad);
- Aruncus dioicus (geitenbaard);
- Heliopsis (zonneoog);
- Helenium (zonnekruid, nieskruid);
- Hylotelephium/Sedum telephium (vetkruid);
- Hemerocallis (daglelie), op de foto boven dit blog: Hemerocallis 'Burning daylight';
- Rudbeckia fulgida (zonnehoed);
- Vernonia (ijzerkruid);
- Veronicastrum virginicum (virginische ereprijs).
Ook bodembedekkende planten waarvan het de bedoeling is dat ze een dikke mat vormen (zoals Waldsteinia) hoef je niet regelmatig te verjongen. Wil je onderhoudsarme borders, dan zijn dit dus de planten die je in het vizier moet houden!
Op de foto hieronder zie je een aantal van deze planten bij elkaar in de border staan: Veronicastrum virginicum 'Alba' (wit) met het rood van Hemercallis 'Sammy Russell' en het geel van Heliopsis (rechtsboven) en Rudbeckia fulgida (linksonder). De Helenium naast de Veronicastrum, zit nog in de knop.
Veronicastrum virginicum 'Alba' en andere onderhoudsarme vaste planten |
Wat is de beste tijd om te verjongen?
In het algemeen kun je stellen dat je planten moet verjongen in het voor- of najaar. Vorstgevoelige planten kun je beter verjongen in het voorjaar want een plant die de tijd heeft gehad om goed te wortelen, is minder vorstgevoelig. Doe dit laat in het voorjaar als er geen kans meer is op matige of strenge nachtvorst.
Laatbloeiers, zoals Aster, Cimcifuga, Eupatorium en Helenium verjong je ook bij voorkeur in het voorjaar. In het najaar hebben deze planten al hun reserves opgebruikt voor de bloei en de zaadzetting. In het voorjaar kunnen ze hun energie volledig steken in de groei waardoor ze beter zullen aanslaan.
Bij de Vlinderhof is het tijdstip waarop een plant verjongd moet worden, vastgelegd in het onderhoudsschema. Planten die al vroeg beginnen te groeien, zoals Stachys monieri, worden vroeg in het seizoen (maart-april) verjongd. Bij Sporobolus heterolepsis, een gras van het ‘warme seizoen’, wordt gewacht tot het actief begint te groeien (mei, soms zelfs pas in juni). Zo heeft elke plant zijn eigen ritme als het gaat om verjongen.
Goed gereedschap is het halve werk
Borderinspiratie
Ook interessant
Abonneren
Vond je dit blog nuttig? Abonneer jezelf dan gratis op mijn nieuwsbrief. Je ontvangt dan een bericht wanneer er een nieuw blog is verschenen (1 of 2 keer per maand met een pauze in december). Je hoeft niet bang te zijn dat ik je ga spammen met reclame!