Blog over een tuin en tuinieren op droge zandgrond ("klapzand"). Lees hier hoe je arme zandgrond kunt verbeteren, welke tuinplanten geschikt zijn voor droge grond en hoe je je tuin droogtebestendig maakt.
Alles wat je moet weten over de Japanse esdoorn (Acer palmatum)
Link ophalen
Facebook
X
Pinterest
E-mail
Andere apps
Onze Japanse esdoorn op stam (Acer palmatum 'Dissectum Atropurpureum') is nog steeds de duurste plant die ik ooit gekocht heb. Meer dan negentig gulden telde ik er ruim twintig jaar geleden voor neer. Zonder blikken of blozen, terwijl ik normaal gesproken toch niet met geld smijt. Het bleek een goede investering want hij steelt nog steeds de show in onze tuin. Het is ook de enige plant die vanuit onze vorige tuin is meeverhuisd.
Normaal gesproken is dit type esdoorn een wat vormeloze struik met afhangende takken die meer in de breedte dan in de hoogte groeit. Een trage groeier die, na héél veel jaren, uiteindelijk een hoogte bereikt ruim anderhalve meter. Geen plant voor ongeduldige tuiniers!
De mijne is door de onderstam een stuk hoger geworden en heeft een fraaie parasolachtige vorm. Het blad is donkerrood en diep ingesneden (dissectum wil zeggen fijn verdeeld). De gevleugelde nootjes die erin komen (samara's noemen ze die) zijn ook donkerrood. In het najaar verkleurt het blad naar een heel mooi karmozijnrood, zie de foto boven dit blog.
Japanse esdoorns zijn prachtige heesters of kleine bomen die heel geschikt zijn voor een tuin op zandgrond. Omdat het trage groeiers zijn die niet te gek groot worden, zijn ze ook geschikt voor kleinere tuinen. Niet alle Japanse esdoorns zijn zo duur als de mijne, maar echt goedkoop zijn ze nooit.
Ik ga daarom proberen om al jouw vragen over de Japanse esdoorn te beantwoorden zodat je optimaal plezier hebt van je investering.
Mijn Acer palmatum 'Dissectum Atropurpureum' op stam
Wat voor grond heeft de Japanse esdoorn nodig?
Acer palmatum heeft goed doorlatende humeuze zandgrond nodig. Het is dus een ideale struik voor een tuin op zandgrond. Als je op arme zandgrond tuiniert, doe je er wel goed aan om eerst flink wat dood blad en/of compost door de grond te spitten.
Je leest vaak dat Japanse esdoorns zure grond nodig hebben. Feit is dat onze esdoorn goed groeit op de zure grond in onze tuin (pH 5,1). Onlangs zag ik echter op Youtube een filmpje van 'John Lord's secret garden' en daarvan leerde ik dat ze ook prima groeien op minder zure bodems. Ik heb voor de liefhebbers het filmpje (Engelstalig, geen Nederlandse ondertitels) onder dit blog toegevoegd. Je zou alleen al moeten kijken voor die grappige Ier. Geweldig! Ik ben echt een fan van hem. John Lord tuiniert overigens op stenige kleigrond.
Kan een Japanse esdoorn tegen droogte?
Dat esdoorns houden van goed doorlatende zandgrond, wil niet zeggen dat ze ook houden van droge grond. Een esdoorn die goed gesetteld is kan behoorlijk wat droogte verdragen maar zeker de eerste jaren moet je heel goed opletten dat je plant niet uitdroogt want dan is het finito.
Als je op droge grond tuiniert, raad ik je aan om de grond rondom de voet van de plant te bedekken met een laag compost of mulch om uitdrogen tegen te gaan en om bij droog weer, zeker in de eerste jaren, regelmatig water te geven.
Waar moet je op letten bij het planten?
Japanse esdoorns zijn heel gevoelig voor windschade. De takken breken in harde wind gemakkelijk af waardoor er lelijke gaten kunnen vallen in de kroon. Zorg dus dat je een luwe plek uitkiest.
Let ook goed op hoe diep je plant. Japanse esdoorns zijn bijna altijd geënt op een onderstam. Dat is nodig omdat veel cultivars zwakke groeiers zijn. Door ze te enten op een onderstam van een sterkere soort krijgen ze betere wortels en meer groeikracht. Deze ent bevindt zich (behalve wanneer het om een acer op stam gaat) onder bij de voet van de plant. Je kunt dat goed zien want op die plaats zit er een soort knobbel of bult op de stam.
Zorg ervoor dat de ent altijd boven de grond blijft. Als de ent in contact komt met de grond, kan deze zelf wortels gaan vormen en dat is jammer want dan heb je niet zoveel meer aan de sterke onderstam. De esdoorn zal daardoor slechter gaan groeien.
Moet een Japanse esdoorn in de schaduw?
Japanse esdoorns plant je het beste in de halfschaduw maar afhankelijk van de soort verdragen ze ook behoorlijk wat zon. Onze donkerrode Acer palmatum krijgt best veel zon en heeft daar geen problemen mee maar er zijn ook soorten die in de felle zon verbranden. Het blad krijgt dan bruine randen en dode punten. De soorten met lichter gekleurd blad zijn hier in het algemeen gevoeliger voor. Check dus goed op het kaartje hoeveel zon jouw esdoorn mag hebben.
Waarom verkleurt mijn esdoorn niet mooi?
Het blad van bijna alle Japanse esdoorns verkleurt prachtig in de herfst maar de herfstverkleuring is niet altijd even goed. De reden hiervoor is meestal het weer. Heldere zonnige dagen en koele nachten zonder nachtvorst stimuleren de aanmaak van rode pigmenten. In een najaar met relatief warme nachten of nachtvorst kan de herfstkleur tegenvallen.
Het zou ook kunnen dat je boom te donker staat. Een Acer palmatum moet een aantal uren per dag zon krijgen voor een goede herfstverkleuring. Andere redenen kunnen zijn dat de boom nog te jong is of te weinig of juist teveel mest heeft gekregen.
Herfstverkleuring van Acer Palmatum 'Omureyama'
Hoe moet je een Japanse esdoorn bemesten?
Een Japanse esdoorn heeft geen speciale mest nodig. Een keer per jaar, in het voorjaar, een universele tuinmest (zoals Culterra) geven is voldoende. Japanse esdoorns zijn dankbaar voor wat bladcompost aan de voet van de plant omdat de grond daardoor minder snel uitdroogt. Bladcompost zorgt bovendien dat de bodem zuur blijft. Heb je geen bladcompost, dan kun je ook dennennaalden of dennenschors gebruiken.
Vroeger werd vaak tuinturf gestrooid om de grond zuurder te maken. Dat kun je beter niet doen omdat het slecht is voor het milieu. Dit is de reden dat turfwinning in Nederland al sinds de jaren '70 verboden is.
Tegenwoordig komt turf uit Oost Europa waar ze hele natuurgebieden afgraven om turf te winnen. Hierdoor verdwijnen waardevolle ecosystemen. Bij dit proces komen er bovendien veel broeikasgassen vrij die voorheen opgesloten zaten in het veen. De turfwinning is hierdoor verantwoordelijk voor maar liefst 5% van wereldwijde broeikaseffect! Bron: Wageningen Universiteit en Research.
Wanneer moet je een Japanse esdoorn snoeien?
Esdoorns zijn "bloeders". Je moet ze daarom niet vroeg of laat in het seizoen snoeien. De zomermaanden (juni, juli en augustus) zijn het meest ideaal. Een bijkomend voordeel is dat je in de zomer beter kunt zien wat je doet zodat er geen lelijke gaten vallen in de kroon.
Het probleem bij bloeden is niet dat de plant doodbloedt of leegloopt. Het bloeden stopt na een poosje vanzelf. Het echte probleem is dat in het sap suikers zitten die de boom nodig heeft om uit te lopen. Daarom is snoeien in het voorjaar geen goed idee. Als je laat in het seizoen snoeit, als de sapstroom gestopt is, worden snoeiwonden niet meer goed afgedicht. De boom kan dan in het voorjaar, als de sapstroom weer op gang komt, alsnog gaan bloeden. Je acer wordt hierdoor ook gevoeliger voor schimmels en ziekten.
Japanse esdoorns groeien langzaam, veel hoef je dus niet te snoeien. Wordt de struik na verloop van de tijd toch te breed, dan kun je de takken gerust wat inkorten. Dood hout kun je altijd wegknippen maar laat dikkere takken liever met rust.
Kun je zelf een esdoorn op stam kweken?
Ook zonder te enten op een hoge onderstam is het mogelijk om een Acer palmatum op stam te kweken. Je moet er alleen wel veel geduld voor hebben. Japanse esdoorns zijn nou eenmaal trage groeiers. Kies hiervoor een soort die wat hoger wordt.
De truc is om de boom langs een stevige stok recht omhoog te leiden en dan, als hij zijn maximale hoogte bereikt heeft, van onderaf op te snoeien. In onderstaand filmpje laat John Lord zien hoe hij dat doet.
Wil je snel resultaat (en heb je een flink budget), dan kun je beter een Japanse esdoorn kopen die op een hoge onderstam geënt is. Voor een mooi formaat betaal je al gauw meer dan honderd Euro.
Kun je een Japanse esdoorn verplanten?
Japanse esdoorns laten zich goed verplanten. De onze is in zijn 24-jarige bestaan twee keer verplant. Toen de tuin bij ons vorige huis gerenoveerd werd, hebben we hem verplant naar een pot omdat we geen mooi plekje meer hadden in de tuin. In die pot is hij meeverhuisd naar onze huidige woning waar we hem weer in de volle grond geplant hebben. Het verplanten heeft hem geen kwaad gedaan.
Verplanten doe je bij voorkeur als de plant nog kaal is, dus in het vroege voorjaar of late najaar. Zelf doen wij dit soort klussen altijd in najaar omdat de grond dan goed nat is. Steek de kluit zo ruim mogelijk af. Hoe minder wortels de plant verliest, hoe beter het is. Zo'n grote kluit weegt een ton, dus pas je op rug! Gebruik een stevige balk als hevel om de kluit uit de grond te krijgen.
Een struik met een flinke kluit aarde eraan versjouwen is eigenlijk niet te doen. Wij rollen in zo'n geval de plant op een stuk zeil en slepen hem dan naar zijn nieuwe plekje. Ik ben maar een klein vrouwtje maar op deze manier lukt het zelfs mij om in mijn eentje flinke struiken te verplanten.
Eerste najaar na het verplanten in onze huidige tuin (wat een verschil hè)
Hoe winterhard is een Japanse esdoorn?
De Japanse esdoorn (Acer palmatum) is afkomstig uit het verre oosten: Japan, Korea, China, Oost- Mongolië en Zuidoost-Rusland. Mijn plantenbijbel, de Botanica geeft zone 5 tot 10 aan. Dat betekent dat hij bijna dertig graden vorst verdraagt.
De vorst zal je esdoorn dus niet nekken maar je moet er wel op letten dat hij in de winter niet te nat staat want Acer palmatum houdt er niet van om langdurig met zijn voeten in het water te staan.
Hoe combineer je een Japanse esdoorn?
Japanse esdoorns zijn prachtige heesters maar ze zijn niet altijd gemakkelijk te combineren met andere planten. In de verstilde omgeving van een Japanse tuin komen ze het beste tot hun recht. Zelf heb ik mijn esdoorn in het verleden gecombineerd met mini-rododendron, azalea en Pieris japonica. Die houden ook van zure grond en ik vind deze planten qua uitstraling goed bij elkaar passen.
Je zou ook kunnen denken aan Hosta, Helleborus, varens of siergras. Het blauwgrijze loof van Festuca glauca (blauw schapengras), staat bijvoorbeeld heel mooi bij een donkerrode Japanse esdoorn. Dit gras is bovendien heel droogtebestendig zodat je, zelfs onder de dichte kroon van een Japanse esdoorn, niet vaak water hoeft te geven.
Inmiddels heeft onze esdoorn besloten dat hij geen zin meer heeft in buren. De grond rondom de stam is zo vol geworteld en de kroon zo dicht dat er niks meer onder wil groeien. Ik heb de grond daarom maar bedekt met wat grote brokken steen en boomschors en er, in plaats van planten, een waterschaal onder geplaatst. Net buiten de kroon staan nog wat siergrassen en een Helleborus.
Kun je een Japanse esdoorn in een pot planten?
Het antwoord is ja, maar er zijn wel wat dingen waar je rekening mee moet houden. Belangrijk is dat de pot groot genoeg is en goed afwatert. In een kleine pot is de waterhuishouding altijd een probleem omdat de grond dan te snel uitdroogt. Potplanten zijn ook gevoeliger voor vorst. Bij strenge vorst is het daarom aan te raden om de pot op een beschutte plek te zetten of in te pakken (bijvoorbeeld met noppenfolie). Kleinere potten zou je ook tijdelijk binnen kunnen zetten.
Tip
Zoek je een Japanse esdoorn die wat hoger wordt? Dan is Acer palmatum ‘Bloodgood’ een goede keus. ‘Bloodgood’ groeit sneller als ‘Atropurpureum’ maar blijft uiteindelijk kleiner. Hij wordt vier tot zes meter hoog met een wijd uitwaaierende kroon. Het is daarmee ook een mooie meerstammige boom voor kleine tuinen.
Wil jij ook een Japanse esdoorn? Er zijn heel veel verschillende soorten. Welke mooier is, is vooral een kwestie van smaak. Een goed assortiment vind je bij Tuinplant.nl. Klik hier voor het aanbod en de prijzen.
Vond je dit blog nuttig? Abonneer jezelf dan gratis op mijn nieuwsbrief. Je ontvangt dan een bericht wanneer er een nieuw blog is verschenen (1 of 2 keer per maand met een pauze in december). Je hoeft niet bang te zijn dat ik je ga spammen met reclame!
Dit blog bevat affiliate links. In mijn privacy statement wordt uitgelegd wat dit betekent.
Geen plant waarover zoveel broodje aap verhalen de ronde doen als over de Agapanthus (Kaapse lelie). Een korte bloemlezing: Agapanthus moet je planten in een te kleine pot; Agapanthus moet je weinig water geven; Agapanthus moet je niet bemesten; Agapanthus moet je niet verpotten. Dat is natuurlijk de droom van iedere tuinier: een plant die je totaal kunt verwaarlozen en die jou voor die abominabele behandeling beloont met een overdaad aan bloemen. Zoals ze ook op marktplaats zeggen: als het te mooi klinkt om waar te zijn, is het ook niet waar. Agapanthus is beslist geen moeilijke plant maar hij heeft wél verzorging nodig. Wij besloten bovenstaande "wijze" raad dus onder onze zolen te lappen en werden daarvoor dit jaar beloond met maar liefst dertig bloemen per plant! Hoe je een Agapanthus wél verzorgt Hoe wij onze Agapanthus dan wel verzorgen? We hebben vorig jaar onze Agapanthus africanus, die te groot werd voor zijn pot, in tweeën gescheurd ...
Je hebt ze misschien op jouw terras ook gezien: van die kleine hoopjes zand met in het midden een rond gat. Meestal op een "kruispunt" van de voegen tussen de stenen. Het lijkt wel een soort mini krater. Wij zagen ze, kort nadat de bestrating gelegd was, in ons terras verschijnen. Onze eerste ingeving was dat het mieren waren. Maar rondom een mierennest is het altijd een druk gaan en komen en rondom onze zandhoopjes was weinig actie te bespeuren. De hoopjes waren ook veel regelmatiger van vorm dan de mierenhopen in onze tuin. De daders moesten dus elders gezocht worden. Ons speurwerk leverde als resultaat op dat we te maken hebben met bijen of wespen die hun nest in de bodem graven. Bij het graven van hun ondergrondse nest verplaatsen ze de grond, duwend met hun poten en achterlijf. Dat doen ze zowel in open zand als onder de bestrating. Die laatste plek is favoriet omdat stenen de warmte goed vasthouden en die afgeven aan de grond eronder. De broedcellen blijven zo ...
Ik val er elk najaar weer voor en jij waarschijnlijk ook! Niets is verleidelijker dan een vaste plant die volop staat te bloeien terwijl de rest van je tuin dor en bruin is. Ik heb het dan natuurlijk over de Helleborus, een plant die in de winter bloeit met grote klokvormige bloemen boven glanzend wintergroen blad. Daar zou je toch een moord voor doen? Niet voor niets is de Helleborus Nederlands meest verkochte tuinplant. De Helleborus is geen goedkope plant. Je telt in het tuincentrum al gauw vijftien Euro neer voor een mooi exemplaar. Zeldzame cultivars kosten een veelvoud daarvan. De reden is dat een Helleborus die uit zaad wordt opgekweekt, drie tot vijf jaar nodig heeft om goed te bloeien. De prachtige bloeiende plant die je in het tuincentrum koopt is dus al een aantal jaren oud. Veel cultivars zijn hybriden die niet uit zaad gekweekt kunnen worden. Deze planten moeten vermenigvuldigd worden door middel van weefselkweek, een relatief duur en tijdrovend proces. Als je e...
Ik denk niet dat ik overdrijf als ik zeg dat Piet Oudolf de meest geliefde landschaps- en tuinontwerper van de afgelopen vijftig jaar is. Zijn geheim? De planten! Oudolfs tuinen zijn uniek door hun beplanting die grotendeels bestaat uit vaste planten en siergrassen met een natuurlijke uitstraling. Het zijn tuinen die in alle seizoenen iets te bieden hebben. Zelfs in de winter ! Piet Oudolfs plantenlijst Een wijd verbreid misverstand is dat er ergens een (geheime) plantenlijst bestaat waarmee je moeiteloos je eigen Oudolf tuin in elkaar knutselt. Maar als er al zo'n plantenlijst bestaat, dan zit die waarschijnlijk alleen in het hoofd van Oudolf. Door tientallen jaren van onderzoek en experimenteren, heeft hij zo'n omvangrijke plantenkennis opgebouwd dat die zich niet zomaar laat vangen in een simpele lijst. Hoe het dan wel werkt? De omgeving is bij Oudolf altijd het uitgangspunt. Bij het ontwerpen van de New York Highline (een park op een verhoogde spoorlijn) lie...
Ja, daar heb je haar weer met haar salvia's! Op het risico af dat iedereen me een zeurpiet gaat vinden zeg ik het toch nog maar eens: Salvia nemorosa (de bossalie) is een plant die je absoluut niet mag missen als je op droge grond tuiniert. Salvia's zijn heel droogteresistent en bloeien rijk en lang. Er zijn weinig, of misschien wel geen vaste planten, die zó geschikt zijn voor een tuin op zandgrond. Salvia nemorosa komt oorspronkelijk uit centraal-Europa en het westen van Azië. Daar is het 's winters een stuk kouder en 's zomers een stuk warmer dan hier. Een plant van uitersten dus, die in ons klimaat 100% winterhard is en bovendien veel hitte en droogte verdraagt. Een rasechte klimaatkampioen! Waar salvia's niet van houden is kou en nattigheid. De traditionele Nederlandse zomers, die koel en miezerig waren, haalden niet het beste in deze plant naar boven. Salvia nemorosa kan dan last krijgen van meeldauw of minder rijk bloeien. Nu ons klimaat opwarmt, is dat ste...
Stipa tenuissima 'Ponytails' kun je ook tegenkomen onder de naam Nasella tenuissima 'Ponytails'. Botanisten hebben de naam nog niet zo lang geleden veranderd van Stipa naar Nasella. De Nederlandse naam is Mexicaans vedergras. Het is een prachtig siergras met ragdun loof en strogele, op haar gelijkende zachte aren die op het minste zuchtje wind bewegen. Eigenlijk ben ik dol op het Mexicaans vedergras. Veel siergrassen komen in het voorjaar maar langzaam op gang, maar dat geldt niet voor het Mexicaans vedergras. Het frisgroene loof begint al vroeg in het voorjaar te groeien. Als Molinia, Miscanthus, Panicum virgatum en Pennisetum en er zelfs nog niet over piekeren om in actie te komen, heeft Stipa tenuissima al een flinke pluk frisgroen loof. Het is bovendien een gras dat zich prachtig laat combineren met allerlei bloeiende planten. Stipa tenuissima is op zijn best aan het einde van het voorjaar. De geelgroene kleur staat heel mooi bij de Salvia's die rond dezelfde...
Dieren in je tuin is leuk! We doen er dan ook alles aan om het bijvoorbeeld vogels, egels en eekhoorns naar de zin te maken. Ook hommels, bijen en vlinders worden met gejuich begroet, maar voor de meeste andere insecten kunnen we weinig enthousiasme opbrengen. Sommige worden zelfs ronduit gehaat. Zelf kan ik het bloed (als ze dat tenminste hebben) van de naaktslakken in mijn tuin wel drinken. Ook mieren genieten de dubieuze eer om hoog te scoren in de top 10 van meest gehate insecten. Er draait een complete bedrijfstak op het bestrijden van de beestjes, maar hoe verdiend is die slechte reputatie eigenlijk? Ik kan wel een paar redenen bedenken waarom ik, als tuineigenaar, niet dol ben op mieren: ze bouwen grote ondergrondse nesten onder je terras waardoor je kunt blijven vegen en de bestrating op den duur verzakt. Als ze een mierennest onder je planten maken, betekent dat vaak het einde van de plant. Er zijn mieren die bladluizen houden zoals wij melkvee en, last but not leas...
De hommel is volgens mij het enige insect met een hoge aaibaarheidsfactor. Als ik zo'n pluizig hommeltje zie, krijg ik altijd de neiging om over haar rugje te aaien en zo te ervaren of haar vachtje echt zo zacht is als het eruit ziet. Niet verstandig, want het beestje zal dan waarschijnlijk steken. Hommels behoren namelijk, net als wespen en bijen, tot de angeldragers. Dit heb ik zelf al eens proefondervindelijk mogen vaststellen toen een hommel met haar pootje bleef hangen in de kraag van mijn trui. Hommels steken alleen als ze zich bedreigd voelen of in paniek raken. Ze zullen nooit, zoals sommige wespen, voor overlast zorgen. Ze zijn geïnteresseerd in bloemen, niet in mensen. Ook niet als die mensen 's zomers op een terras zitten te genieten van drankjes en andere zoete lekkernijen. Er is dus geen enkele reden om hommels te bestrijden. Sterker nog, dit is verboden omdat ze beschermd zijn. Omdat wij in onze tuin veel hommels zagen, ben ik wat over deze diertj...
De grond in onze tuin bestaat uit 100% puur "klapzand" zoals ze dat hier in Brabant noemen. Dat wil zeggen dat de grond van nature geen druppel water vasthoudt. Zolang het niet te droog is, lijkt het aardige tuingrond. Maar als het warm is en een tijdje niet geregend heeft, verandert het binnen no-time in een gortdroge zandverstuiving. Dit proberen we tegen te gaan door de grond te verrijken met plantaardig materiaal en door te mulchen (lees hierover meer in dit blog ) maar het blijft een uitdaging om planten van genoeg water te voorzien. Drie keer per week sproeien is wat mij betreft geen optie. Dat is niet duurzaam. Het is daarom zaak om planten te kiezen die niet bij het eerste zonnestraaltje de kop laten hangen. Een kwestie van de juiste plant op de juiste plaats. Maar welke planten moet je dan kiezen? Het aanbod in tuincentra is overweldigend maar informatie over de droogtebestendigheid ontbreekt meestal. Heesters zijn droogtebestendige...