9 bollen die wél elk jaar goed terugkomen
Het is weer bollentijd! Vanaf september liggen er weer volop bloembollen in de winkels. Misschien staat je hoofd er nog niet naar, maar toch is het slim om nu al je bollen voor het komende voorjaar te planten.
Bloembollen horen in de grond. Hoe eerder, hoe beter! Hoe langer ze in de winkel liggen, hoe groter de kans dat ze niet opkomen. Dit geldt vooral voor kleinere bollen zoals kievitseitjes, sneeuwklokjes, en winteraconieten. Die drogen dan teveel uit. Nu planten dus, voor het mooiste resultaat straks!
Bij bloembollen draait het vooral om de "grote drie": tulpen, hyacinten en narcissen. Zelf heb ik daar een beetje een dubbel gevoel bij. Als ze bloeien zijn ze prachtig maar met de extreem warme lentemaanden die we in de afgelopen jaren vaak hadden, duurt dat feest niet lang.
Bij bloembollen draait het vooral om de "grote drie": tulpen, hyacinten en narcissen. Zelf heb ik daar een beetje een dubbel gevoel bij. Als ze bloeien zijn ze prachtig maar met de extreem warme lentemaanden die we in de afgelopen jaren vaak hadden, duurt dat feest niet lang.
Bij hoge temperaturen (van soms 25 graden of meer) verleppen de bloemen al na een week en daarna moet je nog wel zes weken tegen het lelijke afstervende loof aankijken. Ook is het nog maar afwachten of ze volgend jaar opnieuw zullen bloeien. Spoiler alert: op arme zandgrond is dat vaak niet het geval.
Heb je geen zin in het ontsierende loof van afstervende bollen, dan betekent dit dat je elk jaar nieuwe bollen moet planten en die na de bloei ook weer moet uitgraven. Dat is veel werk in verhouding tot de korte bloeitijd. Vroeger plantte ik elk jaar wel een honderd tulpen maar een paar jaar geleden ben ik daarmee gestopt. Ik kies nu liever voor bollen die wél elk jaar terugkomen. Dat scheelt veel werk en het is ook een stuk duurzamer.
Welke bollen dat zijn lees je hieronder. In de handel worden ze, een beetje denigrerend 'bijgoed' genoemd. Ze zijn misschien minder spectaculair dan de "grote drie" maar je hebt er wel jarenlang plezier van. Deze bollen zijn allemaal geschikt voor een tuin op droge zandgrond. Ik heb ze zelf al jaren in mijn tuin staan.
Heb je geen zin in het ontsierende loof van afstervende bollen, dan betekent dit dat je elk jaar nieuwe bollen moet planten en die na de bloei ook weer moet uitgraven. Dat is veel werk in verhouding tot de korte bloeitijd. Vroeger plantte ik elk jaar wel een honderd tulpen maar een paar jaar geleden ben ik daarmee gestopt. Ik kies nu liever voor bollen die wél elk jaar terugkomen. Dat scheelt veel werk en het is ook een stuk duurzamer.
Welke bollen dat zijn lees je hieronder. In de handel worden ze, een beetje denigrerend 'bijgoed' genoemd. Ze zijn misschien minder spectaculair dan de "grote drie" maar je hebt er wel jarenlang plezier van. Deze bollen zijn allemaal geschikt voor een tuin op droge zandgrond. Ik heb ze zelf al jaren in mijn tuin staan.
Stinsenplanten
Veel van de bollen die ik in dit blog bespreek zijn zogenaamde stinsenplanten. Het woord stinsenplant komt van het Friese woord stins, dat 'stenen huis' betekent. Daarmee werden de riante huizen van de adel en de rijken bedoeld. Bij die huizen hoorde meestal ook een groot landgoed met uitgestrekte tuinen.
Tegen het einde van achttiende eeuw werd het heel modieus om in zo'n tuin bollen vanuit midden- en zuid-Europa aan te planten. Sommige van die bolgewassen raakten zo goed "ingeburgerd" dat we ze nu ook in de vrije natuur tegen kunnen komen. Dat geldt onder meer voor blauwe druifjes, bosanemonen, krokus, vogelmelk, kivietseitjes, sneeuwklokjes en winterakonieten (een complete lijst vind je op Wikipedia).
Als je deze bollen plant moet je er rekening mee houden dat ze zich flink kunnen uitzaaien. Ideaal voor een wilde tuin, maar als je, net als ik, wat meer van de orde en netheid bent, kun je de uitgebloeide bloemen maar beter wegknippen. Dat is ook goed voor de bollen want die hoeven dan geen energie te steken in de productie van zaad.
Blauwe druifjes (Muscari armeniacum)
Het blauwe druifje is één van de makkelijkste bollen die ik ken. Op zandgrond gedraagt het zich als onkruid en als je niet oppast staan ze na verloop van tijd werkelijk overal.
Zelf vind ik de blauwe kleur van het "gewone" blauwe druifje prachtig maar wist je dat ze er ook in allerlei andere kleuren zijn? Muscari armeniacrum 'Valerie Finnis' (de door Piet Oudolf uitverkoren soort) is teer porseleinblauw. Muscari botryoides album is wit, Muscari 'Pink sunrise' is roze en Muscari macrocarpum 'Golden Fragrance' is geel.
Blauwe druifjes (Muscari armeniacum), foto Yoksel 🌿 Zok |
Krokus (Crocus)
Misschien wel de "gewoonste" bol in dit overzicht. Krokussen bloeien al heel vroeg in het seizoen. Vaak begin februari al. Door die vroege bloei is de krokus een van de belangrijkste leveranciers van pollen voor bijen en hommels. Die pollen hebben ze in het voorjaar, als er nog bijna niks bloeit, hard nodig om hun larven te voeren. Alleen al daarom zou je ze moeten planten. Maar ook voor de tuinier is de krokus waardevol: als je krokussen ziet bloeien ben je met één klap uit je winterdip!Krokussen zijn gemakkelijke bollen die elk jaar trouw terugkomen. Als je de bollen tenminste met rust laat. Zelf plant ik kleine bollen, zoals krokussen, graag in vijvermandjes die ik ingraaf. Je kunt ze dan gemakkelijk verzetten als het nodig is. Zelfs in volle bloei. Ook voorkom je dat de bollen door de hele border verspreid raken wanneer je in het najaar, als je de bollen niet kunt zien, gaat planten.
Door de vorming van broedbolletjes worden krokussen steeds talrijker en wordt de show elk jaar beter. Zelf plant ik het liefst van die kleine botanische krokussen omdat die minder loof produceren. Dat afstervende loof is later in voorjaar geen mooi gezicht. Het nadeel van botanische krokussen is dat ze zich hinderlijk kunnen uitzaaien. Persoonlijk houd ik daar niet van. Soorten waar ik goede ervaringen mee heb zijn:
- Crocus sieberi 'Tricolor', de naam zegt het al, de bloemen zijn driekleurig, wit en lila met een geel hart. Mijn favoriete crocus, echt heel mooi (je kunt hem kopen bij tuinplant.nl);
- Crocus chrysanthus 'Romance', zacht botergeel;
- Crocus tommasianus ‘Whitewell Purple’, lila met een lichter centrum.
Kievitseitjes (Fritillaria meleagris)
Het kivietseitje (Fritillaria meleagris) is, net als het blauwe druifje, een stinsenplant. Ze hebben witte of paarsrode hangende bloemen. De paarsrode bloemen hebben een apart patroon dat je bij geen enkele andere plant ziet. Het kivietseitje kun je in het wild tegenkomen in drassige weilanden. Had ik dat van tevoren geweten, dan zou ik ze waarschijnlijk niet gekocht hebben. Maar hoe onwaarschijnlijk het ook klinkt, het kievietseitje doet het prima in onze tuin op droge zandgrond!
Ik plantte de bolletjes meer dan tien jaar geleden in de schaduw van onze notenboom. Nog steeds staan ze daar dapper elk jaar te bloeien. Zelfs de droge zomer van 2018 hebben ze overleefd terwijl we toen in de loop van de zomer helemaal gestopt zijn met sproeien in dat deel van de tuin. Een taaie overlever dus (bestel bij tuinplant.nl).
Fritillaria meleagris (kivietseitje) |
Mini narcissen (Narcissus 'Tête-a-tête')
Geen bijzondere bol. Je wordt er elk voorjaar mee doodgegooid maar dit gele narcisje is een goede investering want het bloeit trouw elk jaar opnieuw. Ook 'Jetfire', een narcisje met oranje in plaats van gele trompetjes, heeft het hier goed gedaan (bestel bij tuinplant.nl).Ik zet in het voorjaar vaak narcissen in terraspotten en als ze dan uitgebloeid zijn, plant ik ze ergens in de border tussen de vaste planten zodat het afstervende loof aan het zicht onttrokken wordt. Deze kleinbloemige narcissen lijken beter te herbloeien dan de grootbloemige. De grootbloemige narcissen die ik heb gehad bloeiden soms nog een tweede of derde jaar, maar de bloei werd wel elk jaar minder. Tenslotte stond er alleen nog wat loof.
De grond mag voor nacissen niet al te droog zijn, plant ze daarom, als je op droge zandgrond tuiniert, liever niet in de volle zon maar in de halfschaduw.
De mini-narcis ''Tête-a-tête' |
Sneeuwklokje (Galanthus nivalis)
De vroegste bloeier van allemaal. Het sneeuwklokje is een stinsenplant die al vanaf de late middeleeuwen in ons land gekweekt wordt. Sneeuwklokjes zijn mooi in groepen en in grotere aantallen. Plant er dus geen tien maar plant er honderd of meer! Een plekje in de halfschaduw, waar ze 's zomers weinig of geen zon krijgen, is het meest geschikt. Als sneeuwklokjes het goed naar hun zin hebben, worden het er elk jaar meer.Mieren helpen het verspreiden van sneeuwklokjes. Aan het einde van elk zaadje zit een zogenaamd 'mierenbroodje', een zoet aanhangsel dat mieren graag eten. De mieren slepen de zaadjes naar hun nest waar ze het mierenbroodje eraf bijten en het zaadje laten liggen. Daardoor kunnen sneeuwklokjes zich over grotere afstanden verspreiden.
Omdat de bolletjes van sneeuwklokje zo klein zijn, drogen ze snel uit. Meteen planten dus want als je ze een paar weken laat liggen, is de kans groot dat er niks op komt. Sneeuwklokjes zijn er in oneindig veel soorten, zowel enkelbloemig als gevuldbloemig. Je kunt er zoveel geld aan uitgeven als je wilt. Verzamelaars tellen soms tientallen euro's per bol neer voor een zeldzame soort maar het verschil zie je vaak alleen van dichtbij. Zelf vind het "gewone" sneeuwklokje mooi genoeg! (bestel bij tuinplant.nl)
Sneeuwklokje (Galanthus nivalis), foto Yoksel 🌿 Zok |
Spaanse boshyacinth (Hyacinthoides hispanica)
Hyacinthoides hispanica (ook wel Scilla hispanica) is een bol die wat later bloeit, namelijk pas in mei-juni. De Spaanse boshyacinth bloeit met stevige rechtopstaande stengels en wordt circa 35 tot 40 cm hoog. De bloemen van Hyacinthoides hispanica zijn ook geschikt als snijbloem voor de vaas.De boshyacint groeit van nature onder bomen. Een schaduwrijke plek is daarom het meest geschikt. De boshyacint is een stinsenplant die op veel plaatsen verwilderd is. Het mooiste voorbeeld hiervan vind je bij het Belgische Halle waar de boshyacint elk voorjaar wekenlang de grond blauw kleurt. In onderstaand filmpje kun je zien wat een prachtig gezicht dat is (bestel bij tuinplant.nl).
Een plant die veel op Hyacinthoides hispanica lijkt is Hyacinthoides non-scripta. De top van Hyacinthoides non-scripta hangt naar beneden in tegenstelling tot de rechtopstaande top van Hyacinthoides hispanica. Door beide planten te kruisen zijn veel mooie cultuurvormen ontstaan.
LET OP
De Nederlandse naam 'boshyacint' wordt ook gebruikt voor de oosterse sterhyacint (Scilla siberica of Hycinthoides siberica). Dit is een veel kleiner bolgewasje (hoogte ca. 10-15 cm) dat vroeger in het seizoen bloeit met felblauwe bloemen. Niet onaardig maar met veel minder impact dan de Spaanse boshyacint. Pas dus op dat je de juiste soort koopt!
Spaanse boshyacinth (Hyacinthoides hispanica)
Sneeuwroem (Chionodoxa)
Een lief klein bolgewasje in wit, blauw of roze. De roze en blauwe bloemen zijn tweekleurig, het hart is wit. Op grond van de Nederlandse naam zou je misschien verwachten dat deze bolletjes heel vroeg bloeien, maar dat is niet het geval. Ze bloeien in maart/april en veel sneeuw is er dan (gelukkig!) in dit land niet meer te bespeuren. Sneeuwroem zaait zichzelf uit (bestel bij tuinplant.nl).Sneeuwroem (Chionodoxa), foto door Yoksel 🌿 Zok |
Saffierhyacinth of buishyacint (Puschkinia scilloides libanotica) |
Vogelmelk (ornithogalum)
Een plantje uit de aspergefamilie. Er zijn wel zo'n 150 verschillende soorten vogelmelk. Twee soorten komen in het wild voor in Nederland: de gewone vogelmelk (Ornithogalum umbellatum) en de knikkende vogelmelk (Ornithogalum nutans). Welke vogelmelk ik nu precies gekocht heb, weet ik niet. Op het zakje stond Ornithogalum umbellatum maar deze bloeit pas april-mei terwijl mijn vogelmelk dan al uitgebloeid is. Het is me bij bloembollen al vaker overkomen dat er iets anders in mijn tuin verscheen dan op het zakje stond. Gelukkig zijn deze ook mooi!
LET OP
Er zijn ook gele en oranje bloeiende soorten (zoals de zuidenwindlelie) maar deze zijn niet winterhard.
Vogelmelk (Ornithogalum umbellatum?) |
Winterakoniet (Eránthis hyemális)
Als een van de eerste bloeiende planten in de winter en in de vroege lente valt de Winterakoniet, Eránthis hyemális met zijn felgele bloemen direct op. Het is de ideale onderbeplanting onder bladverliezende bomen en struiken.Er wordt wel geschreven dat de bol minder geschikt zou zijn voor zandgrond en dat je kalk moet toevoegen. Dat is, in elk geval in mijn tuin, niet waar. De bolletjes komen zonder dat ik iets bijzonders doe (zoals extra compost of kalk toevoegen), elk jaar goed terug. Als je de bollen niet verstoort, worden het er elk jaar meer. Deze bol zaait zichzelf uit maar niet op een hinderlijke manier.
Eránthis hyemális, de winterakoniet bloeit al in februari! |
Bollen planten zonder rugpijn
Het planten van meer dan honderd bollen is een behoorlijke aanslag op je rug en handen wanneer je dat met een schepje of een handbollenplanter doet. Je kunt hiervoor beter een bollenpoter met een lange steel gebruiken (klik hier voor meer informatie en prijs bij bol.com).
Zelf gebruik ik voor het planten van bollen graag deze aardappelpoter van DeWit. Het voordeel van de aardappelpoter is dat je hem ook kunt gebruiken bij het planten van perkgoed zoals viooltjes omdat hij wat grotere gaten (9 cm) maakt.
Ook interessant
Bewaar op Pinterest:
Abonneren
Vond je dit blog nuttig? Abonneer jezelf dan gratis op mijn nieuwsbrief. Je ontvangt dan een bericht wanneer er een nieuw blog is verschenen (1 of 2 keer per maand met een pauze in december). Je hoeft niet bang te zijn dat ik je ga spammen met reclame!