Blog over een tuin en tuinieren op droge zandgrond ("klapzand"). Lees hier hoe je arme zandgrond kunt verbeteren, welke tuinplanten geschikt zijn voor droge grond en hoe je je tuin droogtebestendig maakt.
10 tuinmythes die écht niet waar zijn
Link ophalen
Facebook
Twitter
Pinterest
E-mail
Andere apps
Alle tuinmythes die in dit blog besproken worden heb ik zelf ooit voor de waarheid gehouden (in nummer tien geloofde ik zelfs tot gisteren!). Nu weet ik beter.
Het probleem met tuinmythes is dat zoveel mensen erin geloven dat ze niet meer ter discussie worden gesteld. Maar dat wil niet zeggen dat ze waar zijn. Tuinmythes zorgen in beste geval voor onnodig werk. In het slechtste geval denk je dat je goed bezig bent terwijl het omgekeerde het geval is. Snel verder lezen dus!
1. Eikenblad mag niet op de composthoop
Je hoort vaak dat eikenblad niet op de composthoop mag omdat het te zuur zou zijn. Onzin! Eikenblad bevat inderdaad looizuur, maar de zuurgraad van de composthoop kun je met kalk gemakkelijk corrigeren. Het is sowieso slim om kalk toe te voegen want dat versnelt ook de compostering (bron: Romke van de Kaa).
De compost die wij zelf maken bestaat hoofdzakelijk uit eikenblad en notenblad. Notenblad heeft zo mogelijk nog een slechtere naam dan eikenblad. We gebruiken die compost al vijftien jaar en hebben nooit gemerkt dat onze planten daardoor slechter gaan groeien. En wij gebruiken niet eens kalk om de zuurgraad te corrigeren!
2. Gebroken eierschalen helpen tegen slakken
Als je gebroken eierschalen rond je planten strooit, houd je daarmee de slakken op afstand. Dat wordt althans vaak beweerd maar het is niet waar! Slakken zijn tot alles bereid om bij jouw Hosta's of jonge slaplantjes te komen. Met wat gebroken eierschalen houd je ze echt niet tegen. In onderstaand filmpje zie je dat ze er gewoon overheen kruipen.
Wil je echt van je slakken af zonder gif te gebruiken? Het internet puilt uit van de tips om slakken het leven zuur te maken. Je kunt ze handmatig verwijderen, lokken met een bierval of een barrière aanbrengen waar ze echt niet overheen kunnen zoals een slakkenkraag. Ook zijn er slakkenkorrels die niet schadelijk zijn voor andere dieren. Voor het bestrijden van naaktslakken zou je bovendien aaltjes kunnen inzetten (in dit blog lees je daar meer over).
3. Spitten is goed voor de grond
Vooral onder moestuiniers is de overtuiging wijdverbreid dat je je tuin elk jaar moet omspitten. Maar is dat echt wel zo goed voor de grond? Het bodemleven in je tuin is er in elk geval niet bij gebaat. Door het omzetten van de grond verstoor je hun leefomgeving. Organismen die leven in de zuurstofrijke bovenlaag komen ineens terecht in de zuurstofarme onderlaag waar ze doodgaan. Dat is niet goed want het bodemleven zorgt juist voor een gezonde bodem. In dit blog lees je waarom bodemleven zo belangrijk is.
Door te spitten verstoor je bovendien de structuur van de grond waardoor voedingsstoffen minder goed worden vastgehouden en kunnen uitspoelen. In plaats van een of twee spaden diep te spitten, is het beter om de grond oppervlakkig om te leggen of om te woelen met een woelvork. Dus spaar je rug en vergeet dat spitten!
Een uitzondering geldt wanneer je tuiniert op "dode" grond (grond zonder bodemleven). Dan kun je gerust spitten om flink wat organisch materiaal zoals compost en plantenresten door de grond te werken. Het bodemleven moet per slot van rekening ook wat te eten hebben.
Spitten doodt het bodemleven
4. Jonge bomen hebben een paal nodig
Een boom die vrij op de wind kan bewegen ontwikkelt een wijder vertakt wortelgestel en een dikkere stam. Dat is nodig om te voorkomen dat hij omwaait. Een boom die is aangebonden aan een boompaal hoeft dat niet te doen. Om een sterke boom te krijgen is het dan ook het beste om geen boompaal te gebruiken.
Staat je boom op een winderige plek, gebruik dan korte palen die ongeveer 50 cm boven de grond uitsteken. Gebruik twee maar liever drie paaltjes om de boom te verankeren. Een boom met korte palen ontwikkelt zo'n 250% meer wortels dan een boom met een lange paal (bron: de boomdokter).
5. Plantgaten moet je verrijken met potgrond
Vaak wordt geadviseerd om de grond in het plantgat van een vaste plant, heester of boom te verrijken met potgrond en/of compost. Dat is geen goed idee. Je creëert daarmee een soort bloempot in de grond. De plant vindt dicht bij zijn voet alles wat hij nodig heeft en wordt niet aangemoedigd om zijn wortels verder te spreiden.
Beter is het om compost door de grond van het hele perk te werken of om op de grond rondom de voet van de plant een laag compost aan te brengen. Compost houdt de grond vochtig en is bovendien goed voor het bodemleven. Als je je eigen compost gebruikt, kun je daarnaast wat organische mest strooien (zoals Culterra). Compost uit de winkel is al bemest. Extra bemesten is dan niet nodig.
6. Azijn als milieuvriendelijke onkruidverdelger
Op internet staan veel tips om groene aanslag en onkruid te bestrijden met azijn. Azijnzuur is in hoge concentraties schadelijk voor het bodemleven, de planten en waterorganismen. Azijn is ook slecht voor bijen en andere bestuivers. Om deze insecten te beschermen, mag je geen producten met azijn gebruiken in de buurt van bloeiende planten die bijen aantrekken.
Het is het beste om helemaal geen azijn te gebruiken in je tuin. Wil je dat toch doen, gebruik dan alleen een toegelaten middel. De toegelaten middelen hebben een lagere concentratie azijnzuur (6 procent) en zitten in een gebruiksklare spuitfles. Het gebruik van azijn in hogere concentraties is in Nederland wettelijk verboden (bron: het RIVM).
7. Niet sproeien als de zon schijnt
Als je je tuin sproeit terwijl de zon schijnt, fungeren de druppels op het blad als een vergrootglas. Daardoor zal het blad verbranden. Dat is wat je altijd hoort, maar het is niet waar. Dit zou namelijk ook betekenen dat je planten verbranden als de zon gaat schijnen nadat het geregend heeft. Dat is niet het geval.
Toch is het niet slim om te sproeien zolang de zon nog hoog aan de hemel staat. Maar dat heeft een andere reden: in de zon verdampt het water heel snel zodat je planten er minder profijt van hebben.
Planten verbranden niet als je sproeit terwijl de zon schijnt!
8. Dakpan over de voet van een Clematis zetten
De clematis is een bosplant en in het bos is het op de grond koel. De Clematis heeft dus behoefte aan koele voeten. Door een dakpan over de voet van de plant te plaatsen, zorg je voor schaduw en dus voor koelte. Zo wil althans deze tuinmythe. Maar hou maar eens een thermometer achter die dakpan als de zon erop staat. Dan zul je zien dat de plant geen koele maar gekookte voeten heeft.
Daarnaast is het zo dat de dakpan niet alleen de zon maar ook de regen tegenhoudt en als er één ding is waar de Clematis een broertje dood aan heeft, dan is het aan droge grond (bron: Romke van de Kaa).
9. Bomen snoeien als ze kaal zijn
De inzichten omtrent het snoeien van bomen zijn de laatste jaren sterk gewijzigd. Tegenwoordig worden de zomermaanden (juni, juli en augustus) beschouwd als de beste tijd om te snoeien. Waarom? Omdat een boom in het groeiseizoen snel kan reageren op snoeiwonden. Een boom die in winterrust gaat, kan dat niet meer. Het gevolg is dat schimmels en andere ziekteverwekkers vrij spel hebben. Meer hierover lees je in mijn blog 'De beste tijd om bomen te snoeien'.
Dat je snoeiwonden moet afsmeren met een wondafdekmiddel is trouwens ook een mythe. Een gezonde boom is prima in staat om zelf de wond af te dekken. Het wondafdekmiddel kan de aangroei van bastweefsel over de wond zelfs vertragen. Let er wel op dat je dikke takken altijd schuin afzaagt zodat er geen water in de snoeiwond kan blijven staan. Dit voorkomt dat het hout gaat rotten of schimmelen.
Bomen kun je beter niet snoeien in het najaar of de winter.
10. Biologische bestrijdingsmiddelen
Vaak wordt gedacht dat biologische bestrijdingsmiddelen minder giftig zijn en beter voor het milieu omdat ze gebaseerd zijn op organische in plaats van chemische stoffen. Dat is niet altijd waar. Ook biologische middelen kunnen heel schadelijk zijn.
Pyrethrine bijvoorbeeld, is een bestrijdingsmiddel gemaakt van Chrysanten. Het wordt gebruikt bij de bestrijding van bladluizen, trips, wantsen, witte vlieg, kevers en buxusmotten maar Pyrethrine is ook giftig voor bijen. Gooi die buxushaag er dus liever uit, er zijn genoeg alternatieven voor buxus en op de langere termijn kosten die bestrijdingsmiddelen je meer dan een nieuwe haag.
Rotenon (gemaakt van de wortels van subtropische planten) is veertig keer giftiger dan glyfosaat en nicotinesulfaat is honderd keer giftiger dan glyfosaat. Eucalyptusolie (om muizen te verjagen) is dodelijk voor bijen (bron: EOS wetenschap). Azadirachtin (gemaakt van de zaden van de neemboom) is zeer giftig voor in het water levende organismen (zie het productblad). Bij mensen kan het oogirritaties veroorzaken en bij kinderen hersenziekten. Het middel wordt ook geassocieerd met bepaalde vormen van eczeem (bron: Wikipedia).
Zelf gebruik ik geen bestrijdingsmiddelen in mijn tuin. Niet chemisch en niet biologisch. Vaak lost een plaag zichzelf op. Is dat niet het geval? Dan kun je huis- tuin en keukenmiddeltjes gebruiken. Bladluizen bijvoorbeeld laten zich prima verwijderen met een koude waterstraal. Ook kun je de natuurlijke vijanden van een plaagdier inzetten zoals lieveheersbeestjes of gaasvliegen. Die kun je bestellen via internet (onder meer bij Biogroei).
Nog een elfde tuinmythe!
Als je nog niet genoeg hebt van tuinmythes, dan heb ik nog een elfde voor je. Het gaat over de Agapanthus. Er is geen plant waarover zoveel broodje aap verhalen de ronde doen. Een korte bloemlezing: je moet een Agapanthus planten in een te kleine pot, je moet een Agapanthus heel weinig water geven, je moet een Agapanthus niet bemesten, je moet een Agapanthus nooit verpotten.
Als tuinliefhebber ben je blij wanneer alles groeit en bloeit. Maar soms gaat het fout. Het blad wordt geel of is aangevreten. Vaak is rustig afwachten de beste optie, de natuur lost veel problemen zelf op. Soms moet je meteen iets doen om erger voorkomen. Maar wat dan? In dit boek van Bärbel Oftring lees je hoe je je tuin met natuurlijke plantbeschermingsmiddelen gezond houdt.
KLIK HIER voor meer informatie of om het boek te bestellen.
Vond je dit blog nuttig? Klik dan hier om jezelf gratis te abonneren op mijn nieuwsbrief. Je ontvangt dan een bericht wanneer er een nieuw blog is verschenen. Wees niet bang, ik ga je niet spammen met reclame!
Dit blog bevat affiliate links. In mijn privacy statement wordt uitgelegd wat dit betekent.
Geen plant waarover zoveel broodje aap verhalen de ronde doen als over de Agapanthus (Kaapse lelie). Een korte bloemlezing: Agapanthus moet je planten in een te kleine pot; Agapanthus moet je weinig water geven; Agapanthus moet je niet bemesten; Agapanthus moet je niet verpotten. Dat is natuurlijk de droom van iedere tuinier: een plant die je totaal kunt verwaarlozen en die jou voor die abominabele behandeling beloont met een overdaad aan bloemen. Zoals ze ook op marktplaats zeggen: als het te mooi klinkt om waar te zijn, is het ook niet waar. Agapanthus is beslist geen moeilijke plant maar hij heeft wél verzorging nodig. Wij besloten bovenstaande "wijze" raad dus onder onze zolen te lappen en werden daarvoor dit jaar beloond met maar liefst dertig bloemen per plant! Hoe je een Agapanthus wél verzorgt Hoe wij onze Agapanthus dan wel verzorgen? We hebben vorig jaar onze Agapanthus africanus, die te groot werd voor zijn pot, in tweeën gescheurd en beide stukken in
In een tuin horen insecten er ook bij. Ik ben daarom best tolerant als het gaat om ongedierte. Als dat betekent dat er soms een plant wordt aangevreten, dan heb ik daar vrede mee. Of ik vervang hem voor een wat minder smakelijke soort. Om die reden hebben we een aantal jaren geleden bijvoorbeeld de Hosta en Ligularia dentata in onze tuin opgeruimd. Het zijn prachtige bladplanten maar ik heb niet de ambitie om een moestuin voor slakken in te richten. Geen buffet voor slakken... Maar wat doe je als naaktslakken je tuin veranderen in een waar slagveld? Het overkwam ons in het voorjaar van 2017. We hadden flink wat bladcompost uitgereden in de borders en daarmee blijkbaar een soort van slakken Walhalla gecreëerd. Wat waarschijnlijk ook meespeelde was dat 2017 een slecht jaar was voor de merels. Merels ruimen normaliter veel slakken op maar in dat jaar stierven er, voor het derde jaar op rij, veel merels door het Usutu-virus. Het resultaat was een bevolkingsexplosie van naaktslakken.
Ik val er elk najaar weer voor en jij waarschijnlijk ook! Niets is verleidelijker dan een vaste plant die volop staat te bloeien terwijl de rest van je tuin dor en bruin is. Ik heb het dan natuurlijk over de Helleborus, een plant die in de winter bloeit met grote klokvormige bloemen boven glanzend wintergroen blad. Daar zou je toch een moord voor doen? Niet voor niets is de Helleborus Nederlands meest verkochte tuinplant. De Helleborus is geen goedkope plant. Je telt in het tuincentrum al gauw vijftien Euro neer voor een mooi exemplaar. Zeldzame cultivars kosten een veelvoud daarvan. De reden is dat een Helleborus die uit zaad wordt opgekweekt, drie tot vijf jaar nodig heeft om goed te bloeien. De prachtige bloeiende plant die je in het tuincentrum koopt is dus al een aantal jaren oud. Veel cultivars zijn hybriden die niet uit zaad gekweekt kunnen worden. Deze planten moeten vermenigvuldigd worden door middel van weefselkweek, een relatief duur en tijdrovend proces. Als je een Helleb
Je hebt ze misschien op jouw terras ook gezien: van die kleine hoopjes zand met in het midden een rond gat. Meestal op een "kruispunt" van de voegen tussen de stenen. Het lijkt wel een soort mini krater. Wij zagen ze, kort nadat de bestrating gelegd was, in ons terras verschijnen. Onze eerste ingeving was dat het mieren waren. Maar rondom een mierennest is het altijd een druk gaan en komen en rondom onze zandhoopjes was weinig actie te bespeuren. De hoopjes waren ook veel regelmatiger van vorm dan de mierenhopen in onze tuin. De daders moesten dus elders gezocht worden. Ons speurwerk leverde als resultaat op dat we te maken hebben met bijen of wespen die hun nest in de bodem graven. Bij het graven van hun ondergrondse nest verplaatsen ze de grond, duwend met hun poten en achterlijf. Dat doen ze zowel in open zand als onder de bestrating. Die laatste plek is favoriet omdat stenen de warmte goed vasthouden en die afgeven aan de grond eronder. De broedcellen blijven zo lekk
Je wilt een border aanleggen die kan wedijveren met de borders die je op intranet en in tuinboeken ziet. Maar hoe pak je dat aan? Onderstaand geef ik je tien tips die je kunnen helpen om het mooiste resultaat te krijgen. Tip 1: Verbeter de bodem Dit is misschien wel het allerbelangrijkste! Planten hebben voldoende voeding nodig en in een border staan veel planten dicht op elkaar. Zorg daarom dat je voor het planten flink wat organisch materiaal door de grond werkt en bemest je border regelmatig. In mijn blog ' Bodem verbeteren: zo maak je van arme zandgrond goede tuinaarde ' lees je hoe wij dat aangepakt hebben. Zeker als je tuiniert op arme grond, mag je dit beslist niet vergeten. Tip 2: mulch de grond Mulchen zorgt ervoor dat de grond niet uitdroogt, het verbetert de bodemstructuur en bevordert het bodemleven (bacteriën, schimmels en eencellige protozoa). Deze micro-organismen in de grond beschermen plantenwortels tegen ziekten en helpen bij de opname van voedingss
Als ik dit blog schrijf is het januari. We zitten nog steeds in lockdown, het weer is grijs en mijn tuin is bruin. Een mens zou van minder depressief worden... Op deze momenten kijk ik graag vooruit naar al het moois dat het komende jaar voor ons in petto heeft. Voor mij heeft elk tuinjaar vijf hoogtepunten waar ik altijd vol ongeduld naar uitkijk. Die piekmomenten worden bepaald door de bloeitijd van de vaste planten met de meeste toegevoegde waarde. Voor mij zijn dat: Geranium, Salvia, Helenium, Hylotelephium en Aster. Vaste planten die rijk bloeien in geweldig kleuren. Planten waarvan je liefst zoveel mogelijk soorten wilt aanplanten. In mijn tuin vind je liefst dertien(!) soorten Salvia, zeven soorten Geranium, vijf soorten Helenium, vier soorten Hylotelephium en acht soorten Aster. Omdat ze zo rijk en lang bloeien, omdat ze prachtige kleuren hebben en omdat bijen, hommels en andere insecten er (net als ik) niet genoeg van kunnen krijgen. Plant van deze vijf planten liefst meerd
Een kenmerk van de tuinen van Piet Oudolf is dat ze wijds en uitgestrekt zijn. Grote open ruimtes met groepen vaste planten en siergrassen die vrij bewegen op de wind. Als je een fan bent van het werk van Piet Oudolf, is er natuurlijk niets mooiers dat zo'n tuin te reproduceren in je eigen achtertuin. Maar kan dat eigenlijk wel? De doorsnee Nederlandse achtertuin is vaak niet meer dan 10 meter diep en zo'n 7,5 meter breed. En dan mag je al niet mopperen.... Bij nieuwbouwwoningen zijn de tuinen vaak nog kleiner. Het mag duidelijk zijn dat je daarin niet de Salvia rivier van de 'Lurie Gardens' of de matrixbeplanting van 'Hauser & Wirth' gaat realiseren. Maar wat let je om je voor- en achtertuin vol te zetten met Piet Oudolfs droomplanten ? De vaste planten en siergrassen waarmee Oudolf werkt, passen in elke tuin. Hoe klein ook! Zo kan jouw kleine tuin toch grootse allure hebben. Een voordeel van Oudolfs planten is bovendien dat ze er het hele seizoen goed ui
Ik denk niet dat ik overdrijf als ik zeg dat Piet Oudolf de meest geliefde landschaps- en tuinontwerper van de afgelopen vijftig jaar is. Zijn geheim? De planten! Oudolfs tuinen zijn uniek door hun beplanting die grotendeels bestaat uit vaste planten en siergrassen met een natuurlijke uitstraling. Het zijn tuinen die in alle seizoenen iets te bieden hebben. Zelfs in de winter ! Piet Oudolfs plantenlijst Een wijd verbreid misverstand is dat er ergens een (geheime) plantenlijst bestaat waarmee je moeiteloos je eigen Oudolf tuin in elkaar knutselt. Maar als er al zo'n plantenlijst bestaat, dan zit die waarschijnlijk alleen in het hoofd van Oudolf. Door tientallen jaren van onderzoek en experimenteren, heeft hij zo'n omvangrijke plantenkennis opgebouwd dat die zich niet zomaar laat vangen in een simpele lijst. Hoe het dan wel werkt? De omgeving is bij Oudolf altijd het uitgangspunt. Bij het ontwerpen van de New York Highline (een park op een verhoogde spoorlijn) liet hij zich
Elk jaar sjouwen we met zijn allen zo'n 4 miljoen kubieke meter potgrond van het tuincentrum naar huis. Een deel van die grond wordt gebruikt voor kamerplanten maar een veel groter deel wordt gebruikt in de tuin. Bijvoorbeeld om terraspotten te vullen. Ik vroeg mij af of het werkelijk nodig is om elk jaar nieuwe grond in terraspotten te doen. Kun je de oude potgrond niet gewoon hergebruiken? In de natuur wordt de grond toch ook niet elk jaar vervangen? In dit blog lees je het antwoord op deze vraag. Waarom potgrond hergebruiken? Er zijn verschillende redenen waarom je je oude potgrond opnieuw zou willen gebruiken. Het is natuurlijk beter voor je portemonnee. Ook wordt niemand blij van dat gesleep met die zakken. Het is niet alleen slecht voor je rug maar, veel belangrijker, ook slecht voor het milieu. Potgrond bestaat grotendeels uit turf. Die turf wordt gewonnen door hoogveen af te graven. Dat gebeurt niet meer in Nederland. Het laatste nog resterende hoogveen in ons land, is
De grond in onze tuin bestaat uit 100% puur "klapzand" zoals ze dat hier in Brabant noemen. Dat wil zeggen dat de grond van nature geen druppel water vasthoudt. Zolang het niet te droog is, lijkt het aardige tuingrond. Maar als het warm is en een tijdje niet geregend heeft, verandert het binnen no-time in een gortdroge zandverstuiving. Dit proberen we tegen te gaan door de grond te verrijken met plantaardig materiaal en door te mulchen (lees hierover meer in dit blog ) maar het blijft een uitdaging om planten van genoeg water te voorzien. Drie keer per week sproeien is wat mij betreft geen optie. Dat is niet duurzaam. Het is daarom zaak om planten te kiezen die niet bij het eerste zonnestraaltje de kop laten hangen. Een kwestie van de juiste plant op de juiste plaats. Maar welke planten moet je dan kiezen? Het aanbod in tuincentra is overweldigend maar informatie over de droogtebestendigheid ontbreekt meestal. Heesters zijn droogtebestendiger De eerlijkheid g