Vijf Piet Oudolf planten die je misschien nog niet kent


Het werk van Piet Oudolf wordt vaak geassocieerd met bepaalde planten. De Echinacea natuurlijk, maar ook Agastache, Amsonia, Helenium, Persicaria, Sanguisorba en niet te vergeten de siergrassen. In mijn blog '10 planten die niet mogen ontbreken in een Piet Oudolf tuin' lees je er meer over. 

Maar zijn plantenpalet is zoveel groter! In dit blog wil ik daarom aandacht schenken aan vijf minder bekende, maar daarom niet minder mooie planten, die ook zijn stempel van goedkeuring hebben gekregen. 


Dianthus carthusianorum (Kartuizer anjer)

Tegenstanders van Piet Oudolf klagen altijd dat zijn tuinen vol staan met uitheemse planten die hier niet thuis horen. Persoonlijk zie het probleem niet. Zolang zijn planten geen schade toebrengen aan ons ecosysteem, en dat doen ze niet, is er volgens mij niks aan de hand. Oudolf is per slot van rekening tuinontwerper en geen natuurbeschermer. 

Maar met de kartuizer anjer kan zelfs de meest fanatieke aanhanger van het natuurlijk tuinieren geen moeite hebben. Deze plant is namelijk 100% inheems. Weliswaar uiterst zeldzaam en met uitsterven bedreigd maar dat is juist een reden temeer om hem in onze tuinen te willen hebben. 

De kartuizer anjer is op het eerste oog een vrij onaanzienlijk plantje. Toch is het een van de hoofdingrediënten van de sporobolusweide die Oudolf ontwierp voor Hauser & Wirth. Deze weide bestaat uit een matrixbeplanting met Sporobolus heterolepsis, een siergras dat later in het seizoen bloeit met een wazige wolk van transparante aren. 

In het voorjaar en de vroege zomer, als dit gras zich nog moet ontwikkelen, krijgt de kartuizer anjer in de weide volop kans om te bloeien en zichzelf uit te zaaien. Deze anjer wordt zo'n 30 cm hoog en vraagt om een plekje in de volle zon. Hij bloeit in juni en juli met felroze bloempjes die door de ijle bloemstelen bijna in de lucht lijken te zweven. Als je de uitgebloeide boemen wegknipt, is er nog wat nabloei later in het seizoen. De bloemen wordt goed bezocht door vlinders. 

De Kartuizer anjer onderscheidt zich van andere inheemse anjers, zoals de steenanjer, doordat er meerdere bloempjes (maximaal 4) op één steel staan. Vroeger werd deze anjer door de Kartuizer monniken gebruikt om er zeepstoffen (saponinen) uit te winnen en als middel tegen reuma. Vandaar de naam.

Het is de ideale plant voor een tuin op schrale zandgrond want dat is zijn natuurlijke habitat. De Kartuizer anjer is een kortlevende vaste plant, maar omdat hij zichzelf uitzaait hoeft dat geen probleem te zijn. Fijn is ook dat het loof wintergroen is. Wil jij de Kartuizer anjer ook hebben? De gemakkelijkste manier is om hem zelf zaaien. Ik bestelde mijn zaad bij Cruydt-Hoeck



De kartuizer anjer, Dianthus carthugionarum (foto: Krzysztof Ziarnek, Kenraiz, Dianthus carthusianorum kz15, CC BY-SA 4.0)

 

Epilobium angustifolium 'Stahl rose' 

Als je dan eindelijk zo ver bent dat je de lastige Latijnse naam van een plant uit je hoofd kunt oplepelen, kun je er donder op zeggen dat botanisten de naam veranderd hebben. Zo ook bij het wilgenroosje. De nieuwe naam is Chamerion. 

De Nederlandse naam is 'wilgenroosje'. Het inheemse wilgenroosje met zijn lilaroze bloemen kent iedereen wel. 'Stahl rose' heeft echter aparte rozig witte bloemen met een donkerroze streep erdoor. Echt heel mooi. Na de bloei veranderen de bloemen in zilverkleurige, zijdeachtige pluizen die er ook heel decoratief uitzien. Deze vaste plant wordt ruim anderhalve meter hoog en heeft een lange bloeitijd. 

Epilobium angustifolium houdt van zure goed doorlatende grond en is behoorlijk droogte resistent. Deze plant lijkt dus wel voor mijn tuin gemaakt te zijn 😊. Het is helaas wel een woekeraar. De wortels maken lange uitlopers. In het voorjaar zie je de plant overal opschieten maar dit wilgenroosje is zo mooi dat ik het er graag voor over heb.    


Epilobium (Chamerion) angustifolium 'Stahl rose'


Galega orientalis (geitenkruid, geitenruit) 

Galega orientalis is een onbekende tuinplant die mij een beetje doet denken aan een reusachtige versie van onze inheemse vogelwikke (Vicia cracca) maar dat is een totaal andere plant. 

Bekender dan Galega orientalis is Galega officinalis. Een plant die oorspronkelijk uit Zuid-Europa komt. Deze plant is in veel tuinen een ramp: of hij woekert als een dolle, of hij wil absoluut niet groeien. Galega orientalis gedraagt zich een stuk schappelijker. De plant woekert maar een beetje via ondergrondse uitlopers en hij zaait zichzelf niet uit. 

De volwassen hoogte van Galega orientalis is circa 1.20 meter. Hij is afkomstig uit het Midden-Oosten en Pakistan. Deze plant is dan ook behoorlijk droogteresistent. Ik heb hem geplant in het meest zonnige en droge deel van onze tuin. 

De bloemen zijn steriel waardoor de plant een relatief lage bloeitijd kent (van mei tot in juli). Galega orientalis is geen structuurplant maar meer een vuller. Hij blijft uit zichzelf niet goed overeind. Zorg dus voor stevige buren of steun de plant wat af. 


Galega orientalis


Bijzonder: Galega is, net als veel andere vlinderbloemigen, in staat om stikstof te binden. Vlinderbloemigen leven in symbiose met bepaalde bacteriën (Rhizobium-bacteriën). Deze bacteriën zijn zorgen ervoor dat er aan de wortels van de plant kleine stikstofknolletjes groeien. De bacteriën leven in die knolletjes. 

Via de knolletjes is de plant, met hulp van de bacterie, in staat stikstof uit de lucht te binden. Als tegenprestatie (voor niks gaat de zon op!) voorziet de plant de bacterie van voedingstoffen. Als je de plant oprooit, kun je die knolletjes met het blote oog zien. Het is je misschien wel eens opgevallen als je klaver (ook een vlinderbloemige met deze eigenschap) aan het wieden was. 

Planten die deze stikstofwortelknolletjes hebben, kunnen daardoor ook op schrale grond goed groeien. Het aanmaken van de knolletjes kost de plant wel de nodige energie. Als de grond van zichzelf voldoende stikstof bevat, zullen de knolletjes daarom niet aangemaakt worden.  

Vanwege de stikstofreserves in hun knolletjes worden vlinderbloemigen vaak gebruikt als groenbemester. Veelgebruikte groenbemesters, zoals luzerne, klaver en lupine, zijn ook vlinderbloemig. Mocht je de Galega beu raken, dan kan hij dus altijd nog ingezet worden als bodemverbetering!  


Silphium perfoliatum (zonnekroon)

Silphium perfoliatum staat sinds twee jaar in mijn tuin. Vorig jaar bereikte de plant een bescheiden hoogte van zo'n anderhalve meter. Maar dit jaar explodeerde mijn zonnekroon. Wellicht mede dankzij het natte weer, bleven de planten maar doorgroeien tot ze ruim 2 meter hoog waren. 

Silphiums zijn afkomstig van de tallgrass prairies in het Midden-westen van de Verenigde Staten. Twee meter is nog niks! Piet Oudolf en Henk Gerritsen schrijven in hun boek "Droomplanten, de nieuwe generatie tuinplanten" dat deze plant op vruchtbare (klei)grond wel een hoogte van vier(!) meter kan bereiken. Het zijn de hoogste vaste planten die er bestaan. 

Silphium perfoliatum bloeit met goudgele margrietachtige bloemen. In "Droomplanten" valt te lezen dat de bloeiwijze een verhaal apart is: "eerst verschijnt er één bloem. Wanneer die is uitgebloeid, groeien uit twee zijknoppen weer twee bloemen. Vervolgens worden dat er vier enzovoorts. De plant houdt pas op met bloeien wanneer hij 2,5 meter hoog is en er zestien bloemen zijn gevormd: de "zonnekroon". 

Ik heb de bloemen in mijn plant geteld en het blijkt te kloppen! Als een bloem is uitgebloeid blijven de basis en het hart van de bloem over. Dat ziet er ook nog aardig uit. Het zijn net kleine groene bloemetjes. 
 

Silphium perfoliatum (zonnekroon)


Omdat Silphium perfoliatum zo'n gigantische plant is, is hij voor kleinere tuinen minder geschikt. Wil je toch een zonnekroon? Dan zou je kunnen kiezen voor de kleinere Silphium mohrii (geen Oudolf plant maar toch ook mooi). Op droge grond wordt die hooguit anderhalve meter hoog. De bloemen zijn citroengeel in plaats van goudgeel wat ik zelf mooier vind. 

Soortgelijke citroengele bloemen vind je ook bij Helianthus 'Lemon Queen', een andere tamelijk fors uitgevallen Oudolf plant. De 'Lemon queen' wil op zandgrond nog wel eens last hebben van meeldauw. Dat probleem heb je met Silphium mohrii niet. Deze Silphium heeft bovendien een open groeiwijze zodat je hem ook vooraan in de border kunt zetten zonder dat het zicht op alles wat erachter staat wordt geblokkeerd.  

Potentieel invasief 
Nog een reden om niet voor  Silphium perfoliatum te kiezen, is dat deze plant door Floron wordt aangemerkt als potentieel invasief. De plant is al buiten tuinen gevonden. Zeker als je in de buurt van kwetsbare natuur woont, kun je deze soort dus beter niet aanplanten. Zorg dat overtollige planten, wortels of snoeiafval in elk geval nooit in bermen, openbaar groen of in de natuur terecht komen. Silphium mohrii kent dit nadeel niet. 

Voor beide Silphiums geldt dat het ijzersterke planten zijn die heel oud kunnen worden. Ze zijn vrij van ziekten. En misschien ook goed om te weten: slakken hebben er totaal geen trek in. 


De bloemen van Silphium mohrii zijn in trek bij vlinders

Strobilanthes atropurpureus 

Strobilanthes is een forse vaste plant met lichtgroen brandnetelnetel-achtig blad die bloeit met dieppaarse bloemen. Hij wordt ongeveer 1,50 meter hoog. De bloemen lijken veel op die van Salvia's. Je zou zweren dat hier om een lipbloemige gaat, maar deze plant behoort tot de Acanthus-familie. 

Strobilanthes zaait zichzelf rijkelijk uit. Hoewel het sterke planten zijn, zijn het geen droogtekampioenen. Ik heb ze daarom in de halfschaduw geplant zodat ze niet al te droog staan. Ze presteren daar elk jaar goed maar in natte jaren zijn ze op hun allerbest. 

Strobilanthes is een vaste plant die je niet vaak tegenkomt. Hij wordt weinig gekweekt omdat de plant nogal vorstgevoelig is. Strobilanthes is goed winterhard. Hij staat al jaren in mijn tuin, maar bij nachtvorsten in het voorjaar bevriest het jonge loof keer op keer. 

Ik heb in een koud voorjaar wel eens meegemaakt dat de plant tot drie keer toe afvroor. Evengoed bloeide hij prachtig in augustus. Kwekers houden daar echter niet van want potjes met afgevroren planten verkopen niet. Daarom zul je deze plant in het tuincentrum niet vaak aantreffen.  

Om mijn Strobilanthes tegen late nachtvorsten te beschermen knip ik hem in maart niet helemaal af, maar laat ik zo'n 30 tot 40 cm van de stelen staan. Daar strooi ik dan wat dood blad tussen als bescherming tegen de vorst. Als het niet al te hard vriest, werkt dat prima. En zo niet, dan is er ook geen man overboord. De plant schiet gewoon weer opnieuw uit. 


Strobilanthes atropurpureus

Piet Oudolfs droomplanten 


 Ik haalde mijn inspiratie voor dit blog uit Oudolfs boek "Droomplanten, de nieuwe generatie tuinplanten". De planten die Piet en Anja Oudolf geselecteerd hebben zijn subtiel van kleur, hebben een natuurlijke uitstraling, een uitgesproken vorm en textuur en ze blijven ook na de bloei aantrekkelijk. Dit boek was lange tijd alleen tweedehands (tegen exorbitante prijzen) verkrijgbaar maar gelukkig is het opnieuw uitgegeven.  

KLIK HIER voor meer informatie of om het boek te bestellen. 


Ook interessant 


Bewaar op Pinterest:


Abonneren 

Vond je dit blog nuttig? Abonneer jezelf dan gratis op mijn nieuwsbrief. Je ontvangt dan een bericht wanneer er een nieuw blog is verschenen (1 of 2 keer per maand met een pauze in december). Je hoeft niet bang te zijn dat ik je ga spammen met reclame! 

Tuinplant - Het grootste aanbod met meer dan 15.000 tuinplanten en bomen

Dit blog bevat affiliate links. In mijn privacy statement wordt uitgelegd wat dit betekent.

Populaire posts

Zo krijg je meer bloemen in je agapanthus!

Helleborus: 10 vragen en antwoorden

Een kleine tuin in de stijl van Piet Oudolf, kan dat?

Kun je oude potgrond opnieuw gebruiken?

10 planten die niet mogen ontbreken in een Piet Oudolf tuin

10 tips voor een prachtige border

30+ planten voor een tuin op droge grond

Wie maken die zandhoopjes in je stoep of terras?

Mijn haat-liefde verhouding met Stipa tenuissima 'Ponytails'

Zelf je tuin ontwerpen? Kies eerst je tuinstijl!