Zo heb je wél succes met riddersporen

 


Geweldig hè deze blauwe riddersporen? Niet voor niets wordt de ridderspoor ook wel de koningin van de vaste planten genoemd. Deze foto is (jammer genoeg) niet in mijn tuin gemaakt. Ondanks meerdere pogingen waren riddersporen bij mij nooit een succes. En bij veel anderen vermoedelijk ook niet want je ziet ze niet vaak in tuinen. 

De ridderspoor (Delphinium) is een prachtige borderplant. Door zijn opgaande groei maar ook door z'n kleur. Echt blauw kom je in de tuin niet zo vaak tegen. Helaas zijn het niet de gemakkelijkste tuinplanten. Toch zou het, zelfs op zandgrond, mogelijk moeten zijn om het deze primadonna naar de zin te maken. 

Wat je daarvoor moet doen, ontdekte ik een paar maanden geleden op de website van Amara Florea, een kwekerij van (bijzondere) riddersporen. Helaas bestaat die website niet meer. 


Wat hebben riddersporen nodig? 

Riddersporen zijn echte zonaanbidders. Geef ze dus een plekje in de volle zon. Omdat riddersporen nogal hoog worden, worden ze vaak achterin in de border geplaatst. Dat is niet slim. Achterin de border is er teveel schaduw en daar houden deze planten niet van. 

De voet van de plant moet zoveel mogelijk zon krijgen om nieuwe scheuten te ontwikkelen. Het is ook belangrijk dat de grond kan opdrogen. Dat voorkomt dat je een slakkenwalhalla creëert en verkleint de kans op schimmels. 

Riddersporen houden van nat maar staan niet graag met hun voeten in het water. De grond waarop je tuiniert, moet daarom niet alleen vruchtbaar maar ook goed doorlatend zijn. Bij voorkeur lichte kleigrond of humusrijke zandgrond. De zuurgraad van de bodem moet bovendien pH neutraal zijn (pH tussen de 6,5 en 7). Wat pH-neutraal betekent en hoe je de zuurgraad van de grond kunt meten lees je in dit blog

Oeps, daar ga ik al! De grond in onze tuin is weliswaar goed doorlatend maar niet bepaald humusrijk en met een pH van maar 5,1 (veel) te zuur. Dit zou je nog kunnen oplossen door flink wat kalk toe te voegen maar ons "klapzand" droogt ook nog eens supersnel uit en dat is een nog veel groter probleem. 


Snoeien voor een tweede bloei 

Riddersporen bloeien in de vroege zomer (juni-juli). Het goede nieuws is dat je nog een tweede keer van de bloemenpracht kunt genieten door de planten na de bloei te snoeien. Op de website van collega blogger Hetty (zij tuiniert op Zeeuwse klei), las ik dat afknippen dan wel absoluut noodzakelijk is. 

Knip de uitgebloeide stengels op 30 cm af. Knak het de bovenste 20 cm om. Dit voorkomt dat de holle stengels vol lopen met water en gaan rotten. Of snoei de uitgebloeide stelen af op 10 cm daar is de steel meestal nog massief. Doe dit in elk geval binnen twee weken na de langste dag (21 juni), anders worden de dagen te kort en zal de plant niet meer gaan bloeien.

Geef na het snoeien wat mest en binnen twee weken zullen er nieuwe bloemstengels verschijnen die vanaf augustus/september gaan bloeien. Voorwaarde is wel dat het weer een beetje meewerkt, anders kan de tweede bloei ook uitblijven. 


Riddersporen, (foto: Kelsey Farish op Unsplash)


Opbinden 

Riddersporen kunnen hoog worden. Afhankelijk van de soort tussen de 1.20 en 2.50 meter. Die opgaande groei is natuurlijk een deel van hun aantrekkingskracht maar zorgt ook voor problemen bij veel wind. 

Riddersporen zijn grofweg op te delen in twee soorten: de Cultorum-hybriden en de Belladonna-hybriden. De Belladonna-hybriden blijven wat lager (tot zo'n 1,50 meter). Deze blijven beter overeind dan de (veel) hogere Cultorum hybriden. 

Het overeind houden van Cultorum hybriden, zoals de bekende  'Pacific giants', is echt wel een uitdaging. Ze worden meer dan 2 meter hoog. 'Pacific giants' zijn relatief goedkoop in aanschaf omdat ze uit zaad worden gekweekt. Het zijn kortlevende vaste planten die meestal als tweejarige toegepast worden. Voorbeelden uit deze groep zijn  'Astolat', 'Black knight', 'Galahad', 'King Arthur', 'Guinevere' en 'Summer skies'. 

Het is, zeker bij deze extra hoge soorten, heel belangrijk om de planten goed aan te binden. Doe dat bijtijds want als de wind er vat op krijgt, breken ze bij de voet af en dan heb je niks meer. 


Regelmatig verjongen 

Vaste planten moet je regelmatig verjongen. Hoe vaak je dat moet doen, scheelt van plant tot plant. Sommige kunnen jarenlang op dezelfde plaats blijven staan, andere moeten regelmatig opgerooid en gescheurd worden. Om riddersporen vitaal te houden, moet je ze elke twee tot drie jaar oprooien en opnieuw uitplanten. 

Dit doe je in februari of maart, zodra de eerste scheuten zichtbaar worden. Haal de riddersporen uit de grond. Klop de grond eraf. Neem een steel die die voorgaande zomer gebloeid heeft. Aan de voet van die steel zitten de nieuwe ogen voor het komende jaar. 

Snijd een scheut met 2 á 3 nieuwe ogen met een mes af (gladde wond), of scheur met de hand. Zorg dat er geen oude delen aan het gescheurde materiaal zitten want die kunnen later gaan rotten. Je kunt de oude delen herkennen doordat ze zwart van kleur zijn. 

Bepoeder zo mogelijk de snijwond na het scheuren met houtskoolpoeder. Dat voorkomt rotting. Wees voorzichtig met scheuren, de ogen breken gemakkelijk! Als je dit te lastig vindt, kun je natuurlijk ook elke twee of drie jaar nieuwe planten kopen. 
 

Delphinium cultorum hybride (foto: Prenn, Delphinium × cultorum (3), CC BY-SA 3.0)


Slakken 

Slakken beschouwen de ridderspoor als een delicatesse! De planten beginnen al vroeg in het voorjaar te groeien als er verder nog maar weinig groen is. Voor de slakken, die dan net uit hun winterslaap komen, is dat frisgroene loof een traktatie waar ze geen nee tegen kunnen zeggen. 

Als er genoeg (of liever gezegd teveel) slakken zijn, krijgt de ridderspoor niet de kans om te groeien. Elk jong scheutje wordt dan direct afgevreten. Als dat één keer gebeurt, is dat niet zo erg maar na de tweede keer heeft de plant niet meer genoeg reserves om nog eens opnieuw uit te schieten. Dan is het dus finito. Het is daarom zaak om je riddersporen te beschermen tegen slakkenvraat. 

Dit kun je doen door: 

  • Een koperen ring rond de plant te plaatsen, slakken kunnen daar niet overheen kruipen. Let goed op dat er geen slakken binnen de ring aanwezig zijn (deze methode helpt overigens maar beperkt tegen naaktslakken); 
  • Een aftreksel van knoflook over de planten te spuiten. Kook drie tenen op 1 liter water,  laat dit afkoelen en bespuit de riddersporen hiermee om de 3 dagen; 
  • Een dikke en brede laag schelpengrit rond de planten te strooien, slakken kunnen hier niet overheen kruipen. De schelpen zorgen er ook voor dat de grond minder zuur wordt; 
  • Slakkenkorrels te strooien, zorg dat je korrels gebruikt op basis van ijzerfostaat zoals Escar-Go van Ecostyle. Deze korrels zijn niet schadelijk voor de (huis)dieren en insecten in je tuin.  
  • Gebruik aaltjes tegen slakken. In dit blog lees je er meer over. 


Meeldauw 

Riddersporen zijn gevoelig voor meeldauw. Zeker wanneer ze te droog staan. Ze kunnen daar dood van gaan en mooi is natuurlijk anders. Meeldauw is moeilijk bestrijden. Voorkomen is daarom beter dan genezen. Op droge zandgrond heb je meer last van meeldauw dan op op andere grondsoorten. In dit blog lees je hoe je meeldauw voorkomt. 


Welke riddersporen zijn het sterkste?

Er zijn heel veel verschillende soorten riddersporen. Romke van der Kaa schrijft in zijn boek Buiten de perken dat in ons land de Duitse hybriden het over het algemeen beter doen dan de Engelse die door de RHS worden aanbevolen. De Duitse hybriden kun je gemakkelijk herkennen aan hun naam 😄:  

  • Delphinium 'Völkerfrieden': intens blauw 
  • Delphinium 'Berghimmel': lichtblauw 
  • Delphinium 'Finsteraarhorn': donkerblauw met wit oog 
  • Delphinium 'Gletscherwasser': lichtblauw met een wit centrum 
  • Delphinium 'Schneekrone': zuiver wit 

'Völkerfrieden' is inderdaad van het blauwste blauw. Deze hadden wij in onze vorige tuin. Helaas was het na één zomer gedaan met de volksvrede. Ik kan berichten dat de slakken de strijd gewonnen hebben 😬. Deze en andere soorten kun je bekijken op de website van de RHS.   


Wanneer planten? 

Je kunt riddersporen het beste planten in het late voorjaar. Riddersporen zijn goed winterhard en verdragen veel kou. Je zou ze daarom ook in het najaar kunnen planten maar dan loop je het risico dat de slakken, zodra de plant vroeg in het voorjaar begint te groeien, er meteen korte metten mee maken. 

Wat later in het seizoen zijn de riddersporen niet meer het enige groen in de tuin bovendien zijn de planten dan al wat groter en daardoor beter bestand tegen slakkenvraat. 


Alternatieven voor riddersporen

Voel je je ontmoedigd na het lezen van dit blog? Dan vraag je je misschien af of er andere vaste planten zijn met eenzelfde uitstraling als de ridderspoor. Als ik heel eerlijk ben, dan moet ik deze vraag met nee beantwoorden. 

Er zijn geen andere vaste planten die de kleur, de hoogte en de volheid van de bloemstengels van een ridderspoor benaderen. De monnikskap (Aconitum) komt misschien nog het dichtste in de buurt. De ridderspoor en de monnikskap zijn beide planten uit de ranonkelfamilie. Ze zijn ook allebei giftig. De monnikskap is wel een stuk minder veeleisend dan de ridderspoor. 

Toch is het niet hetzelfde. Bovendien, als de grond te droog is voor riddersporen, dan zal de monnikskap het ook niet geweldig naar z'n zin hebben. In mijn tuin bleven ze wel in leven maar het was nooit écht een succes. 


Aconitum carmichalii - monnikskap
(foto: 阿橋 HQ, 烏頭 Aconitum carmichaelii -昆明世博園 Kunming Expo Garden, China- (9198151735), CC BY-SA 2.0)


Er zijn natuurlijk wel andere vaste planten met een opgaande groeiwijze die kunnen zorgen voor een verticaal accent in de border. Denk bijvoorbeeld aan: 

  • Agastache 'Blackadder' (dropplant);
  • Alcea (stokroos), maar pas op: veel soorten zijngevoelig voor roest;  
  • Cimicifuga of Actaea (zilverkaars) maar deze plant is niet echt geschikt voor droge grond; 
  • Digitalis (vingerhoedskruid); 
  • Verbascum (toorts), mijn favoriet is Verbascum chaixii 'Album' (witte bloemen met een rood oog);
  • Veronicastrum (virginische ereprijs). 

Verbascum chaixii 'Album' kan ook zorgen voor een verticaal accent


Eenjarige riddersporen 

Als je het geen probleem vindt dat een plant eenjarig is, dan zou je ook kunnen kiezen voor de eenjarige Delphinium consolida ajacis. Deze soort is gemakkelijker te kweken dan de vaste plant. De eenjarige Delphinium wordt echter minder hoog (hooguit 1 meter). 

Delphinium consolida is er in allerlei kleuren variërend van lichtblauw tot paars en roze. Zaad kun je bestellen bij tuinplant.nl


Delphinium consolida ajacis (foto: SalicynaConsolida ajacis 2021-09-01 9696CC BY-SA 4.0)


Inheemse riddersporen 

Er zijn ook inheemse riddersporen. De wetenschappelijke naam is Consolida regalis. De wilde ridderspoor stelt weinig eisen en groeit, zonder allerlei kunstgrepen, ook op droge zandgrond. Ik trof het plantje hier zelfs aan tussen de stenen van het trottoir! 

Verwacht alleen niet het spektakel van de tuinhybriden. De bloemen hebben weliswaar dezelfde  intens blauwe kleur maar het plantje blijft in alle opzichten veel kleiner. Het wordt niet veel hoger dan een halve meter. Zaad kun je bestellen bij Cruijdt-Hoeck.  


De wilde ridderspoor, Consolida regalis (foto: Agnieszka Kwiecień, Nova, Consolida regalis Ostróżeczka polna 2020-06-14 07, CC BY-SA 4.0)


Echium vulgare (slangenkruid)

Zoek je een inheemse plant die het beeld van riddersporen benaderd, dan is Echium vulgare (slangenkruid) waarschijnlijk een betere keus. De plant is in zijn geheel wat subtieler en minder prominent aanwezig dan een ridderspoor maar heeft dezelfde opgaande groeiwijze en intens blauwe kleur.  

Echium heeft géén problemen met droge humusarme zandgrond. De plant groeit van nature in de duinen. Op kalkrijke zandgrond dus, maar op de zure grond in mijn tuin, doet hij het net zo goed. Echium vulgare is tweejarig. In tegenstelling tot de ridderspoor, past het slangenkruid ook heel goed in tuinen met een natuurlijke uitstraling. De plant is verkrijgbaar bij tuinplant.nl.
 

Echium vulgare, slangenkruid 

Conclusie 

Riddersporen zijn heel mooi, maar het zijn beslist geen gemakkelijke planten. Het zijn de prima donna's van de tuin die nogal wat eisen stellen. De voorwaarden zijn dat de grond humusrijk en vruchtbaar is, pH neutraal en niet te droog, én dat je (tijdig) maatregelen neemt tegen slakken en meeldauw en niet vergeet om de planten aan te binden. 

Mijn gortdroge zandgrond is helaas niet geschikt en mij ontbreekt ook de tijd om mijn riddersporen te 'pamperen'. Maar als je op de juiste grond tuiniert én bereid bent om er de extra tijd in te steken, kun je (zelfs twee keer per jaar!) genieten van een prachtig spektakel in je tuin. Durf jij de uitdaging aan? Dan kun je je riddersporen gemakkeijk online bestellen bij tuinplant.nl

Bewaar op Pinterest:

De foto boven dit blog is van Aravind Reddy Tarugu op Unsplash  


Ook interessant 

Abonneren 

Vond je dit blog nuttig? Abonneer jezelf dan gratis op mijn nieuwsbrief. Je ontvangt dan een bericht wanneer er een nieuw blog is verschenen (1 of 2 keer per maand met een pauze in december). Je hoeft niet bang te zijn dat ik je ga spammen met reclame! 

Dit blog bevat affiliate links. In mijn privacy statement wordt uitgelegd wat dit betekent.


Populaire posts

Een kleine tuin in de stijl van Piet Oudolf, kan dat?

Helleborus: 10 vragen en antwoorden

Mijn haat-liefde verhouding met Stipa tenuissima 'Ponytails'

Siergras snoeien, tips en trucs

Piet Oudolf nam zijn borders in Wisley Garden onder handen, en hoe!

Zo krijg je meer bloemen in je agapanthus!

10 planten die niet mogen ontbreken in een Piet Oudolf tuin

10 tips voor een prachtige border

Vaste planten combineren: 5 tips die écht werken!