Blog over een tuin en tuinieren op droge zandgrond ("klapzand"). Lees hier hoe je arme zandgrond kunt verbeteren, welke tuinplanten geschikt zijn voor droge grond en hoe je je tuin droogtebestendig maakt.
Wat je moet weten over de hommels in je tuin.
Link ophalen
Facebook
X
Pinterest
E-mail
Andere apps
De hommel is volgens mij het enige insect met een hoge aaibaarheidsfactor. Als ik zo'n pluizig hommeltje zie, krijg ik altijd de neiging om over haar rugje te aaien en zo te ervaren of haar vachtje echt zo zacht is als het eruit ziet.
Niet verstandig, want het beestje zal dan waarschijnlijk steken. Hommels behoren namelijk, net als wespen en bijen, tot de angeldragers. Dit heb ik zelf al eens proefondervindelijk mogen vaststellen toen een hommel met haar pootje bleef hangen in de kraag van mijn trui.
Hommels steken alleen als ze zich bedreigd voelen of in paniek raken. Ze zullen nooit, zoals sommige wespen, voor overlast zorgen. Ze zijn geïnteresseerd in bloemen, niet in mensen. Ook niet als die mensen 's zomers op een terras zitten te genieten van drankjes en andere zoete lekkernijen. Er is dus geen enkele reden om hommels te bestrijden. Sterker nog, dit is verboden omdat ze beschermd zijn.
Omdat wij in onze tuin veel hommels zagen, ben ik wat over deze diertjes gaan lezen. De levenscyclus van een hommel blijkt reuze interessant te zijn!
Sedum telephium 'Matrona' is een geweldige hommelplant.
Het stichten van de hommelstaat
De cyclus begint als de hommelkoninginnen in het vroege voorjaar ontwaken uit hun winterrust. Je kunt ze begin maart al zien rondvliegen, op zoek naar nectar en en stuifmeel. Als de koningin, die na een lange winter verzwakt is, genoeg is aangesterkt, gaat ze op zoek naar geschikte plaats voor een hommelstaat. Zo wordt het nest van de hommels genoemd.
Afhankelijk van de soort hommel is dit op de grond (tussen gras en mos), in de bomen of onder de grond. Verlaten muizenholletjes of oude nestkastjes zijn bijvoorbeeld erg geliefd. Hommels zijn niet instaat om zelf nestmateriaal te verzamelen. Ze gaan dus op zoek naar een 'gespreid bedje' bijvoorbeeld in de vorm van een nest dat al gebouwd is door muizen of vogels.
Het vinden van een geschikte nestgelegenheid is voor hommelkoninginnen best lastig. Zeker in stedelijke omgevingen. Je kunt de hommels hierbij helpen door zelf een nestgelegenheid te maken. Nestkasten zijn kant en klaar te koop, maar je ook zelf een nest maken met een bloempot. In onderstaand filmpje van de Botanische tuinen Utrecht (2:13 minuten) wordt uitgelegd hoe het werkt:
Als ze een geschikte nestplaats gevonden heeft, verzamelt de koningin eerst veel stuifmeel dat ze opslaat in een potje van was. Die was maakt ze met klieren in haar achterlijf. Bovenop het stuifmeel in het potje worden de eerste eitjes gelegd. Een tweede waspotje vult ze met nectar. Dat is een noodrantsoen waar ze van kan eten bij slecht weer en 's nachts als ze niet kan vliegen.
Als de larfjes uitkomen eten ze het stuifmeel in het waspotje op. De koningin voert haar kroost bij met nectar en nog meer stuifmeel. Na ongeveer tien dagen verpoppen de larven en twee weken later komen er nieuwe hommels uit de poppen. Dit zijn allemaal werksters: vrouwelijke hommels die geen eitjes leggen. Ze zijn een stuk kleiner dan de koningin.
De werksters gaan de koningin helpen bij het verzorgen van het broed en bij het verzamelen van nectar en stuifmeel. De koningin komt nu zelf niet meer buiten. De hommels die je in het latere voorjaar en de vroege zomer in je tuin ziet, zijn dus allemaal werksters.
Groei van de hommelstaat
Nu de werksters voor extra voedsel zorgen, kan de hommelstaat snel groeien. De uiteindelijke grootte varieert per hommelsoort. De staten van de tuinhommel zijn vrij klein (zo'n 50 individuen) maar bij de aardhommel kan de hommelstaat uit wel 600 individuen bestaan.
Met zoveel hommels kunnen de taken verder verdeeld worden. Er zijn bijvoorbeeld werksters die alleen gaan foerageren en andere die thuis blijven om het nest te verzorgen. Bij grote kolonies zijn er speciale wachters die iedere binnenkomende hommel controleren op de juiste nestgeur. Er bestaan namelijk ook koekoekshommels die proberen om hun eieren achter te laten in de nesten van andere hommels.
Anarchie in de hommelstaat
In juli en augustus bereikt de hommelstaat zijn hoogtepunt. De eerste werksters zijn dan allang dood want hommels (met uitzondering van de koningin) leven niet langer dan een week of drie.
De koningin-moeder ziet er nu tamelijk afgeragd uit. Ze is gedeeltelijk kaal geworden en haar vleugels zijn tot stompjes afgesleten. Dit is het moment waarop er uit haar eitjes, in plaats van werksters, nieuwe koninginnen en mannetjes komen.
Dat heeft een bijzonder effect op de hommelstaat. Ook de werksters gaan nu eitjes leggen. Omdat zij nooit gepaard hebben, zijn de eitjes onbevrucht en komen hier alleen mannetjes uit. De werksters proberen de eitjes van de koningin te roven. De koningin, op haar beurt, probeert de eitjes van de werksters op te eten.
Er wordt onderling veel gevochten en niet zelden wordt een koningin door haar eigen werksters doodgestoken. Totale anarchie dus! Wie had dat gedacht van die schattige pluizenbolletjes....
Het einde van de cyclus
Als de mannetjes sterk genoeg zijn, vliegen ze uit. Ze keren niet meer terug naar het nest. De uitgevlogen mannetjes hebben maar één taak, het zoeken van de jonge koninginnen om mee te paren.
De jonge koninginnen helpen, in tegenstelling tot de mannetjes, ook bij de nesttaken. Na ongeveer acht dagen verlaten ze voor het eerst het nest maar ze komen er nog wel terug om er te slapen. Als een jonge koningin gepaard heeft en genoeg vetreserves heeft opgebouwd om de winter door te komen, gaat ze op zoek naar een geschikte overwinteringsplek.
De koninginnen zijn de enige hommels die overwinteren. Alle werksters en de mannetjes gaan in het najaar dood. In het vroege voorjaar start de cyclus weer opnieuw. Fascinerend toch? (Bron: KNNV Hommels in beeld, uitgave 2002).
op deze eenjarige cosmea's, is de hommel regelmatig te vinden.
De tuinjungle
Meer weten over alles wat er rond kruipt en vliegt in jouw tuin? In ‘De tuinjungle’ laat Dave Goulson je kennismaken met al het kleine geteisem dat vaak ongezien en min of meer in stilte in jouw tuin leeft. Goulson laat je meekijken in de fascinerende en soms krankzinnige wereld van deze ondergewaardeerde helden van onze tuin.
KLIK HIER voor meer informatie of om het boek te bestellen
Vond je dit blog nuttig? Abonneer jezelf dan gratis op mijn nieuwsbrief. Je ontvangt dan een bericht wanneer er een nieuw blog is verschenen (1 of 2 keer per maand met een pauze in december). Je hoeft niet bang te zijn dat ik je ga spammen met reclame!
Dit blog bevat affiliate links. In mijn privacy statement wordt uitgelegd wat dat betekent.
Onze Japanse esdoorn op stam (Acer palmatum 'Dissectum Atropurpureum') is nog steeds de duurste plant die ik ooit gekocht heb. Meer dan negentig gulden telde ik er ruim twintig jaar geleden voor neer. Zonder blikken of blozen, terwijl ik normaal gesproken toch niet met geld smijt. Het bleek een goede investering want hij steelt nog steeds de show in onze tuin. Het is ook de enige plant die vanuit onze vorige tuin is meeverhuisd. Normaal gesproken is dit type esdoorn een wat vormeloze struik met afhangende takken die meer in de breedte dan in de hoogte groeit. Een trage groeier die, na héél veel jaren, uiteindelijk een hoogte bereikt ruim anderhalve meter. Geen plant voor ongeduldige tuiniers! De mijne is door de onderstam een stuk hoger geworden en heeft een fraaie parasolachtige vorm. Het blad is donkerrood en diep ingesneden (dissectum wil zeggen fijn verdeeld). De gevleugelde nootjes die erin komen (samara's noemen ze die) zijn ook donkerrood. In het najaar verkleurt h...
Geen plant waarover zoveel broodje aap verhalen de ronde doen als over de Agapanthus (Kaapse lelie). Een korte bloemlezing: Agapanthus moet je planten in een te kleine pot; Agapanthus moet je weinig water geven; Agapanthus moet je niet bemesten; Agapanthus moet je niet verpotten. Dat is natuurlijk de droom van iedere tuinier: een plant die je totaal kunt verwaarlozen en die jou voor die abominabele behandeling beloont met een overdaad aan bloemen. Zoals ze ook op marktplaats zeggen: als het te mooi klinkt om waar te zijn, is het ook niet waar. Agapanthus is beslist geen moeilijke plant maar hij heeft wél verzorging nodig. Wij besloten bovenstaande "wijze" raad dus onder onze zolen te lappen en werden daarvoor dit jaar beloond met maar liefst dertig bloemen per plant! Hoe je een Agapanthus wél verzorgt Hoe wij onze Agapanthus dan wel verzorgen? We hebben vorig jaar onze Agapanthus africanus, die te groot werd voor zijn pot, in tweeën gescheurd ...
Gaura Lindheimeri 'Whirling butterflies' is een prachtige rijk- en langbloeiende vaste plant. Het is niet voor niets één van Piet Oudolfs droomplanten (zie zijn boek ' Droomplanten '). De Gaura doet haar naam eer aan want 'Gaura' betekent zoiets als beeldschoon. De Nederlandse naam prachtkaars kan ik niet verklaren. Hoewel de Gaura inderdaad prachtig is, doet doet haar frêle verschijning in niets denken aan de stramme rechtheid van een kaars. Gaura is, mits op droge doorlatende grond geplant, een probleemloze plant die geen bijzondere zorg nodig heeft. Van alle Gaura's is Gaura Lindheimeri 'Whirling butterflies' beslist de mooiste. De losjes vertakte stengels, die bewegen op het minste zuchtje wind, bloeien vanaf de vroege zomer tot ver in de herfst met bloemen die wit ontluiken uit roze knoppen. Hierdoor heeft de plant altijd een wat rozige gloed. Ik ben geen liefhebber van wit in de tuin, maar deze Gaura vind ik prachtig! Gaura lindheime...
Ik val er elk najaar weer voor en jij waarschijnlijk ook! Niets is verleidelijker dan een vaste plant die volop staat te bloeien terwijl de rest van je tuin dor en bruin is. Ik heb het dan natuurlijk over de Helleborus, een plant die in de winter bloeit met grote klokvormige bloemen boven glanzend wintergroen blad. Daar zou je toch een moord voor doen? Niet voor niets is de Helleborus Nederlands meest verkochte tuinplant. De Helleborus is geen goedkope plant. Je telt in het tuincentrum al gauw vijftien Euro neer voor een mooi exemplaar. Zeldzame cultivars kosten een veelvoud daarvan. De reden is dat een Helleborus die uit zaad wordt opgekweekt, drie tot vijf jaar nodig heeft om goed te bloeien. De prachtige bloeiende plant die je in het tuincentrum koopt is dus al een aantal jaren oud. Veel cultivars zijn hybriden die niet uit zaad gekweekt kunnen worden. Deze planten moeten vermenigvuldigd worden door middel van weefselkweek, een relatief duur en tijdrovend proces. Als je e...
Ik denk niet dat ik overdrijf als ik zeg dat Piet Oudolf de meest geliefde landschaps- en tuinontwerper van de afgelopen vijftig jaar is. Zijn geheim? De planten! Oudolfs tuinen zijn uniek door hun beplanting die grotendeels bestaat uit vaste planten en siergrassen met een natuurlijke uitstraling. Het zijn tuinen die in alle seizoenen iets te bieden hebben. Zelfs in de winter ! Piet Oudolfs plantenlijst Een wijd verbreid misverstand is dat er ergens een (geheime) plantenlijst bestaat waarmee je moeiteloos je eigen Oudolf tuin in elkaar knutselt. Als er al zo'n plantenlijst bestaat, dan zit die waarschijnlijk alleen in het hoofd van Oudolf. Door tientallen jaren van onderzoek en experimenteren, heeft hij zo'n omvangrijke plantenkennis opgebouwd dat die zich niet zomaar laat vangen in een simpele lijst. Hoe het dan wel werkt? De omgeving is bij Oudolf altijd het uitgangspunt. Bij het ontwerpen van de New York Highline (een park op een verhoogde spoorlijn) liet hij...
Na (weer) een warme en droge zomer begint het een vertrouwd beeld te worden in veel tuinen: boerenhortensia's waar lakens overheen gespannen zijn of die met een parasol worden beschermd tegen de zon. Wordt het niet eens tijd om daarmee te stoppen? Onze zomers beginnen hoe langer hoe meer een mediterraan karakter te krijgen. We krijgen steeds vaker te maken met droge perioden en tropische temperaturen. Misschien moeten we het eindelijk maar eens onder ogen zien: de boerenhortensia, hoewel een prachtige plant, trekt dat niet. Zeker niet op kurkdroge zandgrond. Misschien moeten we gewoon een andere keuze maken voor onze tuinen? Dan kunnen we zelf weer lekker onder die parasol gaan zitten. Want, laten we eerlijk zijn, ook de meeste tuiniers trekken het niet in de zon bij een temperatuur van 35 °C 😓. Van dit klimaat houdt de boerenhortensia De boerenhortensia, Hydrangea macrophylla, is een heester voor koele en vochtige klimaten. De oorspronkelijke wilde vorm is afkomstig ...
Met droge grond leer je omgaan. Na verloop van tijd weet je welke planten wel of niet geschikt zijn. Ook schaduw hoeft geen probleem te zijn. Er zijn genoeg planten die met enkele uurtjes zonlicht per dag prima uit de voeten kunnen. Maar droogte en schaduw gecombineerd beperkt je keuze qua planten behoorlijk. Zo'n plek hebben wij onder onze notenboom achter in de tuin. De boom, die mijn man ooit als zaailing vond en achter in onze tuin plantte, heeft in vijftien jaar tijd een flinke omvang bereikt. Dat betekent schaduw (wat heerlijk is op de warme dagen) maar ook droogte. Veel droogte! Pas op voor de regenschaduw Grote bomen veroorzaken namelijk een "regenschaduw". Doordat regen schuin naar beneden valt (tegen de kroon van de boom), blijft het deel van de tuin daarachter droog. Ook wanneer het wél regent. Die regenschaduw is vaak groter dan je denkt. Daarnaast wordt de kruin op den duur zo dicht dat steeds minder water de grond bereikt. Sommige bomen zijn ook behoor...
De grond in onze tuin bestaat uit 100% puur "klapzand" zoals ze dat hier in Brabant noemen. Dat wil zeggen dat de grond van nature geen druppel water vasthoudt. Zolang het niet te droog is, lijkt het aardige tuingrond. Maar als het warm is en een tijdje niet geregend heeft, verandert het binnen no-time in een gortdroge zandverstuiving. Dit proberen we tegen te gaan door de grond te verrijken met plantaardig materiaal en door te mulchen (lees hierover meer in dit blog ) maar het blijft een uitdaging om planten van genoeg water te voorzien. Drie keer per week sproeien is wat mij betreft geen optie. Dat is niet duurzaam. Het is daarom zaak om planten te kiezen die niet bij het eerste zonnestraaltje de kop laten hangen. Een kwestie van de juiste plant op de juiste plaats. Maar welke planten moet je dan kiezen? Het aanbod in tuincentra is overweldigend maar informatie over de droogtebestendigheid ontbreekt meestal. Heesters zijn droogtebestendige...
Ken je dat? Je koopt in het tuincentrum een Canna in een pot, maar wat je ook doet, er komt niet meer dan één bloemstengel tegelijk in. Als die bloem is uitgebloeid volgt er een nieuwe, maar nooit meerdere tegelijk. In dit blog leg ik uit hoe dat komt en hoe je zelf de mooiste Canna's kweekt. Canna's zijn tropische planten in opvallende kleuren. Rood, oranje en geel zijn de meest gangbare kleuren. Is dat niet je ding? Weet dan dat er ook Canna's zijn met roze, roomwitte, abrikooskleurige en zachtgele bloemen. Canna's planten Het tuincentrum verkoopt in het voorjaar knollen van Canna's in zakjes. Je vindt ze bij de zomerbollen. Zelf heb ik daar niet zo'n goede ervaringen mee. Ik kocht eens wat knollen van Canna x generalis 'Wyoming'. Anderhalve meter hoge planten met prachtig bronskleurig blad en oranje bloemen. Helaas leverde geen van de knollen een plant op. Check daarom altijd, voordat je ze koopt, of de knollen niet te ver zijn ingedroogd. Zelf ko...
Je hebt ze misschien op jouw terras ook gezien: van die kleine hoopjes zand met in het midden een rond gat. Meestal op een "kruispunt" van de voegen tussen de stenen. Het lijkt wel een soort mini krater. Wij zagen ze, kort nadat de bestrating gelegd was, in ons terras verschijnen. Onze eerste ingeving was dat het mieren waren. Maar rondom een mierennest is het altijd een druk gaan en komen en rondom onze zandhoopjes was weinig actie te bespeuren. De hoopjes waren ook veel regelmatiger van vorm dan de mierenhopen in onze tuin. De daders moesten dus elders gezocht worden. Ons speurwerk leverde als resultaat op dat we te maken hebben met bijen of wespen die hun nest in de bodem graven. Bij het graven van hun ondergrondse nest verplaatsen ze de grond, duwend met hun poten en achterlijf. Dat doen ze zowel in open zand als onder de bestrating. Die laatste plek is favoriet omdat stenen de warmte goed vasthouden en die afgeven aan de grond eronder. De broedcellen blijven zo ...