Is "loslaten" de toekomst van The Dutch Wave?
Piet Oudolf is de belangrijkste, maar zeker niet de enige, vertegenwoordiger van The Dutch Wave. Ook mensen als Henk Gerritsen en Anton Schlepers (van de Priona Tuinen), Ton ter Linden (kunstschilder en tuinkunstenaar) en Rob Leopold (tuinfilosoof en oprichter van De Cruydt-Hoeck) speelden een grote rol. Zij hebben ervoor gezorgd dat we nu op een andere manier naar planten en tuinen kijken.
De beweging heeft inmiddels een grote wereldwijde aanhang gekregen. Het belangrijkste kenmerk van The Dutch Wave is de naturalistische beplanting.
The Dutch Wave is nog lang niet dood
The Dutch Wave is nog steeds in ontwikkeling. Dat zie je terug in het werk van Piet Oudolf. Zijn borders van pakweg 20 jaar jaar geleden, zien er anders uit dan zijn nieuwste ontwerpen. Vergelijk het nieuwe 'Oudolf Landscape' in Wisley Gardens maar eens met de oude 'Oudolf borders'. Wat een wereld van verschil!
Dat The Dutch Wave nog lang niet dood is, blijkt ook uit het feit dat deze stijl onder de nieuwe generatie tuinontwerpers nog steeds populair is. Een goed voorbeeld hiervan is Jelle Grintjes. Als je van tuinen houdt en regelmatig op Instagram zit, zul je zijn naam zeker kennen. Zijn Instagram account heeft inmiddels ruim 90.000 volgers.
Jelle Grintjes is een Nederlandse tuinontwerper. In 2008 richtte hij zijn eigen tuinontwerpbureau op. Zijn ideeëen sloegen aan. Er is veel belangstelling voor zijn werk, ook vanuit het buitenland. Toen ik Jelle sprak had hij diezelfde middag ook een overleg met een opdrachtgever in Amerika.
Jelle draagt de The Dutch Wave een warm hart toe. Zelf zegt hij dat The Dutch Wave, met name het werk van Piet Oudolf, hem gestimuleerd heeft om met planten verder te gaan. Anders was hij misschien wel musicus geworden, want zoals hier te lezen valt, is hij ook een getalenteerd pianist.
Loslaten is de toekomst
Hoewel Piet Oudolf een belangrijke inspiratiebron was, zijn de tuinontwerpen van Jelle Grintjes geen kopieën van diens werk. Jelle gaf er zijn eigen draai aan en ontwikkelde zo een eigen unieke ontwerpstijl.
De tuinen van Piet Oudolf worden (terecht!) gezien als kunstwerken. Zo worden ze ook beheerd. De vrijwilligers die de Vlinderhof onderhouden, zorgen ervoor dat de planten precies blijven staan waar Oudolf ze ingetekend heeft. Planten worden alleen verplaatst of vervangen als ze écht niet willen groeien. En dan nog alleen na overleg met Piet Oudolf zelf.
Jelle Grintjes benadert het op een totaal andere manier. Voor hem hoeft een tuin er over tien jaar niet nog steeds hetzelfde uit te zien. Hij kiest er juist voor om los te laten. Dat loslaten houdt in dat hij een deel van het werk gewoon aan de natuur overlaat.
In een berm of bloemenweide wordt de groei van planten niet strikt gecontroleerd, dus waarom zou je dat in een tuin wel doen? In zijn tuinen heeft Jelle Grintjes de netjes gegroepeerde plantvakken daarom losgelaten. Hij laat moeder natuur gewoon haar gang gaan en grijpt alleen in als bepaalde soorten een gooi naar de macht doen.
Zaailingen van vaste planten en siergrassen worden niet automatisch gewied. Zo kun je overal in zijn tuin zaailingen aantreffen van bijvoorbeeld de toorts (Verbascum) of het siergras Descampsia cespitosa 'Goldtau'. Ook sommige wilde planten, zoals de wilde peen Daucus carota, mogen zich uitzaaien tussen de vaste planten.
Dat levert een wat meer wilde en spontane border op. Zo ontstaat als vanzelf een natuurlijk ogende beplanting. Hoewel dus niet strak georganiseerd, zijn de tuinen van Jelle Grintjes, zoals je op de foto's kunt zien, toch een lust voor het oog.
Overal in de tuin kun je zaailingen van de toorts Verbascum bombyciferum tegenkomen (foto: Jelle Grintjes) |
Een kruising tussen een cactus en waterlelie
Loslaten is iets wat ook kan helpen om je tuin kimaatbestendiger te maken. Het weer wordt steeds wisselvalliger. Na vijf kurkdroge zomers kregen we een kletsnatte periode. Probeer daar als tuinliefhebber maar eens rekening mee te houden! Je hebt dan planten nodig die een kruising zijn tussen een cactus en een waterlelie en die zijn er helaas niet.
De showtuin van Jelle in Herwen ligt op kleigrond. In de natte winter van 2023-2024 raakte hij vele honderden planten kwijt waaronder tulpen, salvia's en zelfs een aantal bomen. In plaats van dezelfde soorten terug te zetten, geeft hij dan liever de ruimte aan de planten die juist gedijen bij veel nattigheid.
In natte seizoenen is het aandeel van vochtminnende planten in de tuin dus groter en als het droog is hebben de droogteresistente soorten meer de overhand. Door de tuin zo zijn eigen weg te laten zoeken, wordt deze vanzelf een stuk klimaatbestendiger. Een dergelijke tuin is dan ook niet statisch maar een levend geheel dat er van jaar tot jaar anders uitziet.
Droogtebestendige beplanting met o.m. Lupine 'My castle', Centhrantus ruber 'Coccineus', donkerrode Aquilegia vulgaris 'Ruby Port' en gele Asphodeline lutea (foto: Jelle Grintjes) |
Kleur bekennen
Kleurgebruik is ook iets wat de ontwerpen van Jelle Grintjes onderscheidt van die van Piet Oudolf. Jelle is van mening dat de beplanting een stuk spannender wordt wanneer je het hele kleurenpalet gebruikt en niet vooral bloemen in één tint kiest. Geel, oranje en rood zijn geen kleuren die hij in grote aantallen toepast, maar je vindt ze wel altijd als accent terug in zijn beplantingen.
Een voorbeeld: in zijn tuin in Tolkamer werd het lentebeeld bepaald door grote groepen paarsblauwe salvia's gemengd met blauw kattenkruid (Nepeta). Dat is een combinatie waar veel mensen echt blij van worden. Maar toch ontbrak er iets essentieels. Zoals hij het zelf omschrijft: "het mooi-effect was bereikt maar het WOW-effect was er niet".
Toen bedacht hij dat de kleur geel het verschil zou kunnen maken. Dus werden er een aantal knalgele achillea's 'Coronation gold' aan de mix toegevoegd. Dat maakte het verschil tussen veilig maar toch een beetje saai en WOW! De clou is dat je niet moet focussen op het feit dat je niet van geel houdt en die kleur dus maar achterwege laat, maar dat je moet kijken naar het effect dat zo'n kleur teweeg brengt in het grote geheel.
Blikvangers zoals deze oranje Kniphofia 'Vens Klaas' maken het beeld een stuk spannender. De donkerrode knopvormige bloemen zijn van het sieruitje Allium sphaerocephalon (foto: Jelle Grintjes). |
Planten beschermen elkaar en zichzelf
Ondanks dat zijn eigen tuin op vruchtbare kleigrond ligt, heeft Jelle Grintjes toch een aantal waardevolle tips voor mensen zoals wij, die op (droge) zandgrond tuinieren.
Wij weten allemaal dat grootbladige planten meer last van droogte hebben. Groot blad verdampt nu eenmaal meer water. Ze zijn daarom beter af met een plekje in de halfschaduw. Schaduw wordt in veel tuinen gecreëerd door bomen te planten. Het probleem daarbij is (zeker op droge zandgrond!) dat die bomen al het vocht uit de bodem zuigen. Het resultaat is droge schaduw. Dat is qua groeicondities nou niet bepaald ideaal en dan druk ik het nog zwak uit.
Jelle bedacht hiervoor de volgende oplossing. In plaats van bomen te planten voor schaduw, mengt hij een plant als persicaria, die wel sterk is maar niet per se heel droogteresistent, met het siergras Calamagrostis x acutiflora 'Karl Foerster' of Calamagrostis brachytricha. Daardoor wordt het blad van de persicaria tijdens het groeiseizoen voor minstens de helft bedekt en tegen felle zon beschermd.
Ook deze tip vond ik heel nuttig: vul bij borders die de volle zon krijgen de eerste rij niet met tere kasplantjes maar met taaie droogtetolerante planten. Planten die voorop staan vangen altijd de volle zon terwijl planten die wat verder naar achteren staan profiteren van de schaduw die geworpen wordt door de planten in de voorhoede.
Er zijn ook planten die zichzelf beschermen tegen de felle zon zoals Deschampsia cespitosa of Sporobolus heterolepsis. De aren van deze grassen vormen een transparante wolk die ervoor zorgt dat het zonlicht gefilterd wordt. De voet van de plant is zo beschermd tegen de grootste hitte van de zon.
Het siergras Deschampsia cespitosa 'Goldtau' is in vochtigte jaren rijk vertegenwoordigd en in droge jaren wat minder (foto gemaakt door: Jelle Grintjes) |
Is Jelle Grintjes de nieuwe Piet Oudolf?
Ik vroeg Jelle Grintjes of hij de opvolger van Piet Oudolf is. Hij ziet dat zelf niet zo. Volgens hem zijn er andere ontwerpers, zoals Nigel Dunnett, die meer recht hebben op die titel omdat ze dichter aanleunen tegen de ontwerpstijl van Piet Oudolf.
Hij mag zichzelf dan niet zien als de nieuwe Oudolf, maar het werk van Jelle Grintjes is volgens mij wel een logische doorvertaling van The Dutch wave. In de afgelopen jaren is er een sterk toenemende belangstelling voor natuurlijke tuinen en inheemse planten. Jelle Grintjes heeft die trend verenigd met The Dutch Wave en het resultaat mag er wat mij betreft zijn. "Loslaten" zou wel eens de toekomst van The Dutch wave kunnen zijn!
Tuin bekijken
Wil je zien hoe de ideëen van Jelle in de praktijk uitwerken? Bekijk dan onderstaand YouTube filmpje van zijn eerste showtuin in Tolkamer (Gelderland). Tegenwoordig bevindt zijn showtuin zich in het nabijgelegen Herwen.
Met eigen ogen zien?
Wil je de showtuin van Jelle graag met eigen ogen zien? Dat kan ook! Zijn 5000 m² grote landschapstuin in Herwen is in de maanden mei t/m september elke vrijdag en zaterdag tussen 10.00 en 16.00 uur zonder afspraak te bezichtigen. De tuin bevat zo'n 20.000 vaste planten en siergrassen en zo'n 50.000 bloembollen.Zelf bezochten wij de tuin begin juni 2023. Hoewel deze toen nog maar kort geleden was aangelegd, vonden we het de rit meer dan waard. De showtuin ligt aan een smalle dijk achter het woonhuis van Jelle Grintjes. Het voelt misschien een beetje raar om zomaar achterom te lopen, maar dat mag dus gewoon!
Voor meer informatie en het adres van de showtuin, klik hier.
Alle foto's in dit blog zijn gemaakt door Jelle Grintjes zelf. Ik heb ook foto's gemaakt tijdens mijn bezoek aan de tuin maar omdat het die dag heel zonnig was, en ik op z'n best een matige fotograaf ben, zijn ze allemaal mislukt. Dus Jelle, dank voor de foto's!
'Mijn natuurlijke tuin', het boek
Jelle Grintjes schreef een boek waarin hij precies uitlegt hoe hij zijn losse, natuurlijk ogende beplantingen maakt. Welke soorten hij gebruikt, welke juist niet en hoe je ze kunt combineren. Wat ik zelf heel fijn vind, is dat hij niet alleen vertelt hoe mooi een plant is, maar ook hoe deze zich in de tuin gedraagt. Als een plant bijvoorbeeld kortlevend is of zichzelf als een dolle uitzaait, staat dat erbij. Heel waardevol!KLIK HIER voor meer informatie of om te bestellen bij bol.com
Ook interessant
- Piet Oudolf nam zijn borders in Wisley Gardens onderhanden, en hoe!
- De Vlinderhof, een Piet Oudolf tuin in Nederland
- Bloemenparadijs in Geldrop
Abonneren
Vond je dit blog nuttig? Abonneer jezelf dan gratis op mijn nieuwsbrief. Je ontvangt dan een bericht wanneer er een nieuw blog is verschenen (1 of 2 keer per maand met een pauze in december). Je hoeft niet bang te zijn dat ik je ga spammen met reclame!