Een tuinontwerp (laten) maken in 10 stappen

Paarse Agastache 'Blue boa' voor een simpel tuinornament van houten paaltjes.


Wil je een tuinontwerp laten maken? Dan is het nuttig om deze tien stappen te doorlopen om te bepalen wat jij wilt. Zo zorg je ervoor dat je de tuin krijgt die je in je hoofd had. Als je niet weet wat je wilt, trekt de ontwerper zijn eigen plan en dan is meer zijn tuin dan jouw tuin. Ik ken verschillende mensen die tuin lieten ontwerpen en om die reden uiteindelijk niet happy waren met het resultaat. 

Nog veel leuker is het om zelf je tuin te ontwerpen. Het resultaat is een unieke tuin die helemaal bij jou past. Wanneer ik hier door de wijk loop, pik ik de tuinen die door professionele tuinontwerpers zijn bedacht er zo uit. Het zijn tuinen die strak ingedeeld zijn en waarin mooie materialen zijn verwerkt. De beplanting bestaat meestal uit enkele onderhoudsarme soorten. Het zijn vaak toch een beetje 'dertien in een dozijn' tuinen. Mooi, maar ze hebben geen ziel. 

Echt unieke tuinen ontstaan uit de passie en betrokkenheid van de tuineigenaar zelf. Nou denk je misschien 'dat lukt mij nooit' maar het is gewoon een kwestie van beginnen. Met onderstaand stappenplan loods ik je door het proces heen. Zelf heb ik er een verslavende hobby aan overgehouden! 

1. Kies je tuinstijl en maak een moodboard

Eenheid en harmonie zijn voorwaarden voor een mooie tuin. Een tuinstijl fungeert als een soort spiegel waarin je steeds kunt zien of je op de goede weg bent en of je de juiste keuzes maakt. Er zijn veel tuinstijlen waar je uit kunt kiezen zoals de moderne tuin, de boerderijtuin, de cottagegarden, de klassieke (Engelse) tuin, de mediterrane tuin, de strandtuin, de prairietuin, de Japanse tuin, de tropische tuin, de Italiaanse tuin, de landelijke tuin of de natuurlijke tuin. 

Welke tuinstijl je kiest is natuurlijk afhankelijk van je smaak maar ook van de tijd die je beschikbaar hebt voor het onderhoud. Sommige tuinen vragen meer aandacht dan andere. In mijn blog 'Zelf je tuin ontwerpen? Kies eerst je tuinstijl!' worden verschillende tuinstijlen besproken. Ook leg ik uit wat een moodboard is en hoe je zelf een moodboard kunt maken. Het blog bevat ook links naar kant-en-klare moodboards. 

2. Bepaal de functie(s) van jouw tuin 

Wat wil je met jouw tuin en wat heb je daar voor nodig? Maak een top vijf van jouw wensen. Wees daarbij realistisch. Houd rekening met de omvang van je tuin en je budget. Die tuinwensen kunnen overal betrekking hebben. Onderstaande lijst is zeker niet compleet! 
  • bijenplanten  
  • bloemenborder of bloemenweide 
  • boom, fruitboom 
  • buitenkeuken 
  • composthoop of compostvaten 
  • gazon 
  • hangmat 
  • bloeiende heesters 
  • houtopslag 
  • jacuzzi of spa 
  • kippenren 
  • kruidentuin
  • kweekkas
  • leibomen 
  • moestuintje of moestuinbak(ken)
  • overkapping 
  • pergola 
  • planten in potten of plantenbakken 
  • prieel 
  • ruimte voor een BBQ 
  • ruimte voor de kliko's 
  • ruimte voor speeltoestellen 
  • rozenboog 
  • takkenrillen 
  • terras 
  • tuinbank
  • tuinhuis 
  • tuinbeeld 
  • vijver 
  • vlinderplanten 
  • waterwerkje of waterschaal 
  • zandbak voor de kinderen 
  • zwembad 
Bedenk dat minder vaak meer is. Je zult dus keuzes moeten maken. Past een bepaald tuinelement niet bij jouw moordboard? Schrap het dan! Een rozenboog is leuk in een Engelse tuin, een cottagegarden of een romantische tuin, maar past niet bij prairietuin of een strakke moderne tuin. 
    Voor veel mensen is een gazon een vanzelfsprekendheid. Dat is het voor mij ook lang geweest, maar dat idee heb ik losgelaten. Er zijn wat mij betreft vijf goede redenen om dat grasveld gewoon te vergeten. Je leest er alles over in dit blog

    In een ecologische of natuurlijke tuin is water onmisbaar. Dat wil niet zeggen dat je perse een waterpartij of vijver moet aanleggen, het kan ook klein zijn in de vorm van een minivijvertje, waterwerkje, waterschaal of vogelbadje. In dit blog lees je er meer over. 


    Zelf koos ik voor deze waterschaal (ik kocht hem bij Compleetgroen)

    3. Bepaal de indeling van je tuin

    Voordat je een echt ontwerp gaat maken, moet je een soort 'vlekkenplan' maken. Dat betekent dat je gaat puzzelen hoe je de tuinwensen die je onder punt 1 hebt bepaald kunt inpassen. Daarbij moet je rekening houden met de lichtval (zon/schaduw), de ramen en deuren van het huis en de toegang tot de tuin.

    De zichtlijn(en) vanuit het huis zijn belangrijk voor je ontwerp. Als jouw woonkamer openslaande tuindeuren of een schuifpui heeft, dan is dat het begin van de belangrijkste zichtlijn. Je oog wordt getrokken naar het meest opvallende punt wat daarachter ligt. 

    Als je geluk hebt is dat een opvallende boom of struik, een mooie poort of een kerktoren in de verte als je een vrij uitzicht hebt. Zo'n uitzicht wil je niet blokkeren wat betekent dat je op die lijn geen hagen of bomen moet planten. Maar kijk je uit op het foeilelijke schuurtje van je achterburen, dan is het planten van een mooie boom of struik op de zichtlijn juist wel een strak plan. 

    Het is belangrijk om te weten welke plekken in de tuin zonnig of juist beschaduwd zijn. Een terras om te zonnen situeer je liefst op het zuiden maar daarnaast wil je misschien ook een zitplek in de schaduw voor de warme dagen. Is je ruimte beperkt? Denk dan eens aan een tuinbank als tweede zitplek. Een bank neemt minder ruimte in beslag dan een zithoek. 

    Een groenten- of kruidentuintje heeft veel zon nodig maar de zandbak voor de kinderen kan beter in de (half)schaduw worden geplaatst. Bloemen zijn er zowel voor de zon als de (half)schaduw maar bijen- en vlinderplanten hebben een zonnige plek nodig. In de schaduw trekken ze weinig bezoekers omdat insecten koudbloedig zijn. Ze hebben de warmte van de zon nodig om te kunnen vliegen. 

    Nog iets om rekening mee te houden: bedenk dat een terras dat naar alle kanten open is, een onveilig gevoel geeft. Daar zit je niet lekker. Een muurtje, een haag of hoge planten zorgen voor een gevoel van geborgenheid en intimiteit waardoor het terras meteen ook veel gezelliger wordt. 

    4. Maak een tekening op schaal van je tuin

    Een tekening op schaal maken van je tuin, is een goede methode om te kijken of jouw tuinontwerp werkt. Als de verhoudingen op papier kloppen, doen ze dat in werkelijkheid ook. Dat is in elk geval wel mijn ervaring. Een tekening is ook heel handig als je moet uitrekenen hoeveel materialen en planten je nodig hebt. 

    Zelf heb ik mijn tuinontwerp 'old school' met een tekenbord, pen en papier gemaakt. Ik teken graag en op papier kun je alles precies zo vastleggen als je wilt. Maak je liever een ontwerp met de computer? Dan zijn er diverse gratis online programma's beschikbaar. Klik hier voor meer informatie! 

    Er zijn een paar aandachtspunten bij het tekenen van je ontwerp:

    • Het terras is de belangrijkste plek in de tuin. Het is een echte leefplek die vooral praktisch moet zijn. De maatvoering is daarbij belangrijk. Als je het terras te klein maakt, kun je er niet fatsoenlijk zitten en een te groot terras oogt kaal en ongezellig. De optimale grootte is niet voor iedereen hetzelfde. Wanneer je genoeg ruimte wilt hebben voor een tuinset met vier stoelen, moet je uitgaan van een doorsnede van minimaal 3.60 meter (je moet er ook nog omheen kunnen lopen). Wil je voldoende ruimte hebben voor 4 tot 6 personen, ga dan uit van een totaal oppervlak van minimaal 20 tot 25 vierkante meter. 
    • Paden moeten tussen de 60 en 80 cm breed zijn. Maak paden die intensief gebruikt worden wat breder. Dan kun je er ook langs als er bijvoorbeeld een kruiwagen op staat. De brede bestrate paden in onze tuin zijn 1.20 meter breed en de smallere grindpaden 70 centimeter. Dit bevalt ons goed. 

    • Houd eventueel al rekening met de maten van het bestratingsmateriaal dat je wilt gaan gebruiken. Als de stenen 20 cm breed zijn, kies dan een breedte die daar het veelvoud van is. Dat voorkomt veel knipwerk en onnodig afval. 
    • Alle elementen moeten in een goede verhouding staan tot de afmeting van de tuin. Een vijvertje van twee vierkante meter voegt in een grote tuin visueel niets toe maar kan in een kleine stadstuin veel sfeer brengen. Op de tekening kun je goed zien of de verschillende elementen de juiste verhouding hebben. 

    • Kleine tuinen lijken dieper als je de zichtlijnen intact laat. Maak een inrichting met de lengte van de tuin mee, bijvoorbeeld door een pad, border of grasstrook over de hele lengte te tekenen. Repeterende elementen langs de zichtlijn creëren ook diepte. 
    • Is je tuin heel smal dan kun je hem breder laten lijken door door de zichtlijnen te onderbreken of door hagen in de breedte te gebruiken. Andere hulpmiddelen die je kunt gebruiken zijn muurtjes, panelen, (transparante) houten schuttingen, gaas of trellis. 
    • Is je tuin een smalle pijpenla? Dan helpt het om hem op te delen in verschillende achter elkaar gelegen ruimten (tuinkamers) met doorkijkjes naar de volgende ruimte. 

    • Diagonale lijnen laten een tuin breder en groter lijken doordat je oog, in plaats van recht naar achteren, langs de langere diagonale lijnen geleid wordt. 
    • Ronde vormen (zoals een rond gazon) laten je tuin kleiner lijken. Toen wij ons ronde gazon hadden vervangen voor paden en bloemenborders met rechte lijnen, leek de ruimte ineens veel groter. 
    • Is je tuin extreem nat bijvoorbeeld doordat deze heel laag ligt? Overweeg dan een verhoogde border of plantenbak. Veel planten houden er niet van om langdurig met hun "voeten" in het water te staan. Of breng drainagebuis aan. Dit moet je doen vóórdat je gaat planten. 

    Ronde vormen laten een ruimte kleiner lijken (vergelijk met de foto hieronder)


    Tuin met grind in plaats van een gazon, grindpaden en bestrate paden.
    De centrale zichtas over het midden van de tuin, zorgt voor meer diepte. 

    5. Kies de tuinafscheidingen

    Tuinafscheidingen vormen de omheining van je tuin maar ook van de verschillende tuinkamers binnen een tuin. Omheiningen kunnen ook gebruikt worden om lelijke elementen, zoals kliko's of een lelijk schuurtje, aan het zicht te onttrekken. Een tuinafscheiding kan bestaan uit een muur, een schutting, een haag, een hekwerk, een paneel of gaas. Bij het bepalen van de omheining moet je jezelf in elk geval de volgende vragen stellen:
    • Hoe duurzaam moet je afscheiding zijn? Geïmpregneerd tuinhout is relatief goedkoop maar moet na 10 tot 15 jaar vervangen worden. Misschien niet erg als je toch van plan bent om over een paar jaar weer te verhuizen maar bedenk dan ook dat geïmpregneerd tuinhout heel milieubelastend is (het moet als chemisch afval worden afgevoerd). 
    • Hoe hoog moet de afscheiding worden? Voor optimale privacy moet een afscheiding 1,80 meter hoog zijn. Als je tuin een mooi vrij uitzicht heeft, wil je de afscheiding waarschijnlijk een stuk lager houden, bijvoorbeeld 80 cm. 
    • Bij traaggroeiende hagen zoals taxus kan het een hele tijd duren voor je haag hoog genoeg is om geen inkijk meer te hebben. Een snellere groeier zoals klimop (over gaas), thuja of Portugese laurier is dan wellicht beter. Er zijn ook kant-en-klaar hagen van 1.80 meter hoog te koop, maar hier hangt wel een stevig prijskaartje aan. 
    • Hoe dicht moet de tuinafscheiding zijn? Mag die transparant zijn of moet deze 12 maanden per jaar zichtdicht zijn? In het laatste geval is een bladverliezende haag geen goed idee. 
    • Hoeveel tijd heb je voor het onderhoud? Beukenhagen moeten twee keer per jaar gesnoeid worden. Ligusterhagen zelfs drie tot vier keer per jaar. Wil je een onderhoudsarme tuin, dan is het waarschijnlijk beter om muur te plaatsen of een (duurzame) schutting. 

    • Hoeveel ruimte heb je voor de afscheiding? Hagen worden na verloop van tijd meer dan een halve meter breed en je moet minstens een halve meter (maar liever 60 tot 70 cm) ruimte houden tussen de haag en de planten ervoor. Daardoor verlies je dus best veel ruimte. Als je tuin toch al niet groot is, is dat misschien niet wenselijk. Een muur, schutting of gaas begroeid met klimop is in dit geval beter dan een haag.
    • Overweeg je een beukenhaag te planten? Weet dan dat er twee soorten zijn: beukenhaag en haagbeuk. Dat zijn verschillende planten met verschillende eigenschappen. Het is belangrijk om het onderscheid te kennen. Zelf zou ik anders gekozen hebben als ik het nog eens moest doen. Je leest er meer over in dit blog
    • Voor lage haagjes of kleine snoeivormen is buxus heel geschikt maar in verband met de buxusmot kun je beter kiezen voor een alternatief. Japanse hulst (Ilex crenata) bijvoorbeeld, is niet van echte buxus te onderscheiden maar heeft geen last van de mot. In dit blog lees je welke andere alternatieven voor buxus er zijn. 
    • Sfeerpanelen zijn panelen in aluminium of cortenstaal waarmee je direct privacy creëert of zaken aan het oog onttrekt. Klik hier voor voorbeelden en prijzen. 

    Welke afscheiding mooier is, is een kwestie van smaak en afhankelijk van de tuinstijl die je gekozen hebt. Bij een romantische rozentuin is trellis of een schutting met dunne verticale latjes bijvoorbeeld mooier dan een schutting met dikke horizontale planken. Bij een landelijke tuin of cottage garden is een informeel schapenhek heel leuk. Gebruik je moodboard als leidraad! 



    Twee gespiegelde beukenhagen geven structuur aan onze tuin. 

      6. Kies de verharding 

      Enkele overwegingen bij het kiezen van de verharding: 

      • Je wilt een tuin, geen bakplaat! Verhard daarom niet meer dan nodig. Tuinen met veel bestrating warmen in de zomer veel sneller op dan groene tuinen met veel planten. 
      • Als het water in je tuin slecht weg kan, kan het nodig zijn om aangepaste bestrating (die het water doorlaat) te leggen. Normaliter volstaat het om het om de paden en terrassen lichtjes te laten afhellen richting het gazon of de borders.  
      • Zachte steensoorten zullen in de schaduw na verloop van tijd door algen en mos spekglad worden. Met hardgebakken klinkers of betontegels heb je daar minder last van.  
      • Vergeet die houten vlonders. Houten vlonders worden bij nat weer spiegelglad en ze gaan (vooral op plekken waar de zon niet komt) al snel rotten. Ook als je er tegels onder legt. Ik spreek uit ervaring! 
      • Als je niet teveel werk wilt hebben aan het onderhouden van je terras, kies dan liever grote tegels in plaats van kleine klinkertjes. Bij kleine stenen heb je meer voegen waar onkruid tussen kan groeien. Je kunt de bestrating ook afvoegen met voegmortel zodat onkruid geen kans meer heeft. 
      • Grote tegels laten een kleine tuin groter lijken. 
      • Grote stenen zijn vooral geschikt voor strakke rechte terrassen en paden. Hoe ronder de vormen, hoe kleiner het steenformaat moet zijn om de gebogen lijnen te kunnen vormen. 
      • Een terras mag niet te licht van kleur zijn. Witte stenen weerkaatsen zoveel licht dat je continu een zonnebril moet dragen als de zon schijnt. Door te kiezen voor aardse tinten vormt je terras ook meer een geheel met de beplanting. 
      • Je ziet mensen soms heel lang dubben over de kleur van de bestrating. Een tintje donkerder of lichter maakt feitelijk niets uit. Na een jaar zie je het verschil toch niet meer door de aanslag die er onherroepelijk op komt. 

      • Waar je ook over na moet denken, vooral wanneer je klinkers gebruikt, is in welk verband je die gelegd wilt hebben. Bijvoorbeeld visgraat verband, halfsteens verband, elleboog verband of blokverband. Combinaties zijn ook mogelijk. Wij hebben onze terrassen in blokverband gelegd en de paden in halfsteens verband. Klik hier voor voorbeelden van de bestratingsverbanden.  

      • Je kunt ook kiezen voor halfharde bestratingen met grind, leem, split of schelpen. Bedenk dat kiezels en gravel alle kanten opspringen als je erover loopt of rijdt. Dat betekent dat je voortdurend steentjes uit je perken of gazon moet verwijderen. Wil je een halfharde bestrating die goed blijft liggen, kies dan liever voor split of schelpen. 
      • Kies voor grind in natuurlijke kleuren zodat de verharding één geheel vormt met de rest van de tuin. Wij hebben in onze tuin Grauwacke split gebruikt. Die blijft goed liggen en de kleur past bij de tuin. 

      • Door onder grind of split worteldoek te leggen voorkom je, vooral in het begin, dat er veel onkruid in gaat groeien. Maar na verloop van tijd vormt zich toch een voedingsbodem in het grind. Bijvoorbeeld door dood blad dat erin valt of doordat dieren, zoals vogels en mieren, zand verplaatsen. Een halfharde bestrating vraagt hierdoor meer onderhoud dan een harde bestrating. 
      • Voor informele paadjes of tijdelijke paadjes die je later gemakkelijk wilt kunnen verplaatsen, kun je kiezen voor houtschors. Als je de laag dik genoeg maakt (3 centimeter is genoeg), hoeft er geen worteldoek onder. 
      • Ga je een tuin renoveren? Overweeg dan om (een deel van) de oude bestrating opnieuw te gebruiken. Dat is duurzaam en spaart kosten. De buitenranden van onze paden en terrassen zijn gelegd met de straatklinkers die er eerder lagen. 
      Welke bestrating mooier is, is een kwestie van smaak en de tuinstijl die je gekozen hebt. Gebruik je moodboard als leidraad. Bedenk dat minder meer is. Allerlei verschillende soorten bestrating combineren maakt een tuin al gauw onrustig en laat hem ook kleiner lijken. 


      Terras in blokverband met randen van oude straatklinkers

      7. Kies je kleuren 

      Kleurgebruik is de gemakkelijkste manier om je tuin te personaliseren zodat het echt jóuw tuin wordt. Welke planten je mooi vindt is iets wat je gaandeweg moet ontdekken, maar iedereen heeft meteen al een favoriete kleur. 

      Werken met kleur is een van de leukste dingen aan tuinieren. Kleuren zijn zo krachtig dat je er alle mogelijke effecten mee kunt creëren. Je kunt er een bepaalde sfeer mee oproepen en je kunt door kleurgebruik je tuin groter of juist kleiner laten lijken. In mijn blog 'Hoe je kleuren in de tuin effectvol toepast' lees je alles over dit onderwerp. 

      Het kleurenwiel is een handig hulpmiddel!

      8. Maak een beplantingsplan 

      De laatste stap van het tuinontwerp is het maken van het beplantingsplan. Dat is geen eenvoudige opgave. Professionele tuinontwerpers beschikken over een uitgebreide plantenkennis en weten precies hoe planten zich in de tuin gedragen. Wij amateurs moeten vooral in de praktijk uitvinden wat werkt en wat niet. 

      Maar wees gerust, er kan eigenlijk niet zo heel veel mis gaan. Planten kosten doorgaans geen groot vermogen en vaak kun je voorkomen dat een plant dood gaat door hem tijdig een ander plekje in de tuin te geven. In mijn blog 'Hoe maak je een beplantingsplan voor je tuin?' heb ik wat tips op een rijtje gezet die je kunnen helpen bij het maken van een beplantingsplan. 

      Kom je er niet uit? Dan is het geen slecht idee om je te laten adviseren door een kwekerij of tuincentrum. Kies een rustige dag zodat ze de tijd voor je kunnen nemen en breng je tekening mee. Zorg dat je weet waar de zonnige-, halfschaduw- en schaduwplekken in je tuin zijn. Zelf heb ik het de eerste keer ook op deze manier gedaan en het resultaat was helemaal naar onze zin. 

      Tip: Tuinplant.nl heeft een gratis schetsservice. Klik hier voor meer informatie 


      Border met o.m. Echinacea, Agastache en persicaria waarvoor ik zelf het ontwerp maakte.
      Mijn border  met Piet Oudolf planten waarvoor ik zelf het beplantingsplan maakte

      9. Denk na over een sproei installatie  

      Als je tuiniert op droge zandgrond, moet je ook nadenken over de irrigatie van je tuin. Ook als je tuin klimaatbestendig is ingericht, zul je in warme/droge periodes moeten sproeien. In een kleine tuin kun je dat eenvoudig met een tuinslang en zwenksproeier regelen maar in grotere tuinen wil je misschien een sproei installatie aanbrengen. 

      Houd er rekening mee dat de leidingen ingespit moeten worden vóórdat je de tuin gaat aanleggen. Op de tekening kun je aangeven waar de aansluitpunten of sproeikoppen moeten komen. Grotere bomen, hagen en struiken schermen het water af. Heb je daarachter nog planten staan? Dan zul je daar een extra waterpunt moeten toevoegen. 

      Een waarschuwing is hier wel op zijn plaats. Toen wij in dit huis kwamen wonen, had de tuin een vaste sproei installatie met van die sproeikoppen die in de grond wegzakken. Doordat wij de indeling van de tuin helemaal veranderd hebben, hadden we daar niets aan. De waterpunten zaten allemaal op de verkeerde plaats. 

      Mijn man heeft daarom zelf een netwerk van waterleidingbuizen in de tuin ingegraven waar we via een buitenkraan water op kunnen zetten. Op diverse plaatsen zijn aansluitpunten gemaakt waar we een tuinslang met een zwenksproeier op kunnen aansluiten. Je kunt zo ook gemakkelijk even een gieter vullen zonder dat je terug naar het huis moet lopen. We zijn nu veel flexibeler dan met die vaste sproei installatie. 

      10. Denk na over tuinverlichting  

      Tuinverlichting kan verschillende doelen hebben zoals het creëren van sfeer. Maar het kan ook nodig zijn om in het donker je nek niet te breken. Je kunt het groots aanpakken of basic houden. In het eerste geval moet je een verlichtingsplan voor je tuin maken waarbij je bepaalt waar alle armaturen moeten komen. Het grondwerk voor de leidingen moet worden gedaan vóórdat je de tuin gaat aanleggen. 

      Bedenk dat lichtvervuiling de biodiversiteit aantast. Trekvogels raken 's nachts gedesoriënteerd door kunstmatige verlichting en sommige dieren komen daardoor te vroeg uit hun winterslaap. De nachtvlinder is het bekendste slachtoffer van lichtvervuiling. Onderzoek heeft aangetoond dat teveel licht hun biologische klok verstoort waardoor ze minder gaan eten en minder paren.  

      Voor een basisverlichting volstaat het meestal om een of meerdere buitenlampen op de gevel van het huis aan te brengen. Een slinger solar led lampjes (met zonnepaneel) boven de tuintafel kan voor extra sfeer zorgen als je een tuinfeestje hebt. Je hebt dan buiten geen stopcontact of leidingen nodig. 

      TIP: ontwerpen en planten voor kleine tuinen 

      Een ideeënboek met 25 voorbeeldtuinen. Wat te denken van een tuin in Ibiza-stijl, een mediterrane patiotuin, een recycletuin of een stadstuin met eigen strand? Het boek geeft ook ook antwoord op praktische vragen zoals: Hoe laat je de tuin groter lijken? Hoe voorkom je inkijk? Welke planten zijn geschikt en hoe maak je je tuin onderhoudsvriendelijk? Met plattegronden, plantenlijsten en tips voor materiaalgebruik. Het boek is geschreven door Modeste Herwig en dat weet je dat het met fotografie ook snor zit! 

      KLIK HIER  voor meer informatie of om het boek te bestellen.

      Ook interessant


      Bewaar op Pinterest:


      Abonneren 

      Vond je dit blog nuttig? Abonneer jezelf dan gratis op mijn nieuwsbrief. Je ontvangt dan een bericht wanneer er een nieuw blog is verschenen (1 of 2 keer per maand met een pauze in december). Je hoeft niet bang te zijn dat ik je ga spammen met reclame! 

      Tuinplant - Het grootste aanbod met meer dan 15.000 tuinplanten en bomen

      Dit blog bevat affiliate links. In mijn privacy statement wordt uitgelegd wat dit betekent.

      Populaire posts

      Zo krijg je meer bloemen in je agapanthus!

      Helleborus: 10 vragen en antwoorden

      Een kleine tuin in de stijl van Piet Oudolf, kan dat?

      10 planten die niet mogen ontbreken in een Piet Oudolf tuin

      10 tips voor een prachtige border

      Zieke Hylotelephium (Sedum telephium) afvoeren of laten staan?

      Kun je oude potgrond opnieuw gebruiken?

      Wie maken die zandhoopjes in je stoep of terras?

      Zelf je tuin ontwerpen? Kies eerst je tuinstijl!

      30+ planten voor een tuin op droge grond