De charme van botanische narcissen



Ben je geen liefhebber van grote, ver doorgekweekte trompetnarcissen en ben je zo langzamerhand wel uitgekeken op 'Tête-a-Tête'? Dan wordt het tijd om kennis te maken met de botanische narcis. 
In feite is elke narcis botanisch want het woord 'botanisch' betekent "plantkundig" of "betrekking hebbend op plantkunde". 

Het is dus niet echt een soortaanduiding. In de bollenteelt wordt de toevoeging 'botanisch' vaak gebruikt om aan te geven dat het om een kleine soort gaat die wat dichter bij de wilde soort staat dan de grote tuinhybriden. Zo zijn er botanische crocussen, botanische tulpen en dus ook botanische narcissen. 


Wat zijn botanische narcissen? 

Botanische narcissen hebben kleinere bloemen, dunnere stelen en blijven vaak lager dan de trompetnarcis. Ze lijken in alles meer op de oorspronkelijke wilde narcissen waar ze uit gekweekt zijn.

Mijn plantenencyclopedie, de Botanica, vermeldt dat er ongeveer 50 wilde soorten zijn die met name uit het Middellandse Zeegebied komen. Daaruit zijn duizenden cultivars gekweekt die verdeeld zijn in 12 divisies:

  • Divisie 1: trompetnarcissen met alleenstaande bloemen waarvan de trompetten even lang zijn als de kelkbladeren;
  • Divisie 2: grootkronige narcissen, hierbij zijn de trompetten een tot twee derde maal langer dan de kelkbladeren; 
  • Divisie 3: kleinkronige narcissen;
  • Divisie 4: gevuldbloemige narcissen;
  • Divisie 5 t/m 9: hybriden en cultivars van de belangrijkste wilde soorten: Narcissus triandrus (5), Narcissus cyclamineus (6), Narcissus jonquilla (7), Narcissus tazetta (8), Narcissus poeticus (9);
  • Divisie 10: wilde narcissen en hybriden tussen deze soorten;
  • Divisie 11: splitkroon narcissen, het kenmerk van deze soort is de gespleten trompet;
  • Divisie 12: overige narcissen.  
Ik veronderstel dat je de narcissen die in de divisies 5 t/m 10 vallen, zou kunnen aanmerken als 'botanische narcissen' maar ik heb daar geen bevestiging van kunnen vinden. 

Ik merk ook dat er met de indeling van de divisies flexibel wordt omgegaan. Volgens mijn Botanica valt Narcissus bulbocodium in divisie 12, maar Nijssen Tuin (een gespecialiseerde bloembollen handel) deelt hem in 10 in wat volgens mij inderdaad logischer is. Het komt dus allemaal niet zo nauw! 


Voorbeelden van botanische narcissen

Om je een idee te geven, laat ik je onderstaand een voorbeeld zien van een narcis uit elke divisie. Dan kun je zelf oordelen of je, net als ik, deze soorten mooier vindt dan de veel grotere trompetnarcissen. Het blijft natuurlijk toch een kwestie van smaak. 


Divisie 5: Narcissus triandrus 

De wilde Narcissus triandrus (ook wel Angel's tears genoemd) wordt niet vaak meer gekweekt. Dat is jammer want het is volgens mij de meest verfijnde narcis van allemaal. Je ziet hem hieronder. 

Zijn ze niet prachtig? Wat een elegante bloemen! De kelkbladen zijn smal en zijn zover naar achteren geveegd dat ze rechtop staan. Deze narcis heeft geen trompet maar een klein hangend klokje. Zoveel mooier dan die wat lompe trompetnarcissen die je in gemeenteplantsoenen ziet staan. 


Narcissus triandrus 
(foto: flickr-user spacepleb (Dave Gough), Narcissus triandrus 4CC BY 2.0)


Hoewel de wilde Narcissus triandrus dus niet meer verkrijgbaar is, worden er nog wel veel kweekvormen van deze soort aangeboden. Deze hybriden hebben de kenmerken van de wilde Narcissus triandrus. Dat wil zeggen: hangende bloemen, teruggeslagen kelkbladen en een trompet met een gladde rand. 

De hoogte kan verschillen. ‘Chipper’, die je hieronder ziet, wordt ruim 30 cm hoog. Boven dit blog zie je een foto van Narcissus triandrus 'Hawera'. Deze wordt ook zo'n 25-30 cm hoog, maar er zijn ook soorten die lager blijven of juist iets hoger worden. 'Hawera'  krijgt vier tot zes bloemen per steel. Echt heel mooi! De bloemen ruiken bovendien lekker.


Zachtgele Narcissus triandrus 'Chipper' 
(foto: peganum from Henfield, England, Narcissus Chipper (13543622315)CC BY-SA 2.0)


Divisie 6: Narcissus cyclamineus

De hybriden uit deze groep hebben de kenmerken van de wilde Narcissus cyclamineus. Hun kelkbladeren zijn smal en sterk teruggeslagen maar niet zover als bij Narcissus triandrus. De trompetten zijn wat langer dan bij Narcissus triandrus.  

Tot deze groep behoort de overbekende narcis 'Tête-à-Tête' waar je in het voorjaar in elk tuincentrum over struikelt. Geen wonder want het is een rijkbloeiende narcis en eentje die elk jaar goed terugkomt. Zelfs op het droge klapzand in onze tuin! Een andere bekende uit deze groep is 'Jetfire', ook geel maar dan met een oranje trompet. Het is net zo'n krachtpatser als 'Tête-à-Tête'.

In deze groep zijn nog heel veel andere soorten te vinden. 'February gold' is een vroege bloeier (februari-maart). 'Englander' valt op door zijn langgerekte trompet. 'Wheatear' is een lage soort (onder 30 cm) met lichtgele kelkbladeren en een witte trompet. De kleine kelkjes van 'Chérie' zijn van een delicaat roze. Een kleur die je bij narcissen maar zelden ziet. 


Narcissus cyclamineus 'Garden princess' (foto: Averater, Narcissus cyclamineus 'Garden Princess' 03, CC BY-SA 3.0)


Divisie 7: Narcissus jonquilla 

De wilde Narcissus jonquilla is afkomstig uit Zuid-Europa (Spanje, Portugal) en Noord-Afrika. De bloemen zijn geurend en zijn langer dan de trompetten. Er staan vaak twee of meer bloemen op één stengel. 

Al sinds de 18e eeuw wordt deze soort in Zuid-Frankrijk geteeld voor de winning van een etherische olie. Deze olie heeft een sterke geur en wordt gebruikt in parfums. 


Narcissus jonquilla 'Trevithian' (foto: David J. Stang, Narcissus jonquilla Trevithian 1zz, CC BY-SA 4.0)


Witbloeiende Narcissus jonquilla 'Sailboat' 


Divisie 8: Narcissus tazetta 

Het bijzondere aan tazetta narcissen is dat er gewoonlijk minstens drie bloemen per stengel zijn, maar dat kunnen er ook twintig zijn. Een compleet boeket op een enkele bloemsteel! De trompetten zijn klein en de kelkbladen zijn breed en vaak golvend. 

Narcissus tazetta wordt vaak gekruist met Narcissus poeticus. Die narcissen worden ook wel poetaz narcissen genoemd. 'Avalanche' heeft op iedere stengel vijftien witte bloemen met een gele trompet.  'Erlicheer' is een gevulde narcis die bloemtrossen vormt die bijna zo perfect zijn als die van gardenia's en net zo lekker ruiken. Je moet ervan houden, ik ben zelf geen fan van gevuldbloemige narcissen. 


Narcissus tazetta (foto: Victorcny2010, HK CWB Victoria Park Chinese New Year Flower Fair 01 水仙花 Chinese sacred lily, CC BY-SA 3.0)

De bloempjes van de mini-narcis Narcissus tazetta 'Minnow' zijn maar 2 cm groot


Divisie 9: Narcissus poeticus 

Narcissus poeticus (de dichtersnarcis) is afkomstig uit Zuid-europa. Deze narcis wordt zo'n 45 cm hoog en heeft één bloem per stengel en als je geluk hebt twee. De kelkbladen zijn wit en de kleine trompetjes hebben een golvende rode of oranje rand. Bloeit aan het einde van de lente (april -mei). Er zijn verschillende soorten die veel op elkaar lijken. 


Narcissus poeticus 'Recurvus' (foto: Meneerke bloem, Narcissus poeticus 'Recurvus'03, CC BY-SA 3.0)


Divisie 10: Narcissus bulbocodium  

Narcissus bulbocodium (de hoepelrok narcis) is afkomstig uit het Middellandse Zeegebied (Algerije Marocco, Spanje en portugal). Ideaal voor verwildering op een warm plekje. Het is een klein narcisje van zo'n 15 cm hoog met een schuin naar boven wijzende trompet die inderdaad wel wat weg heeft van een hoepelrok. De kelkbladen zijn zo klein dat ze bijna niet bestaand zijn. 

Bloeit vroeg in het voorjaar (februari-maart). De kleur varieert van wit tot goudgeel. Arctic bells' is wit, 'Spoirot' is crèmewit, 'Julia Jane' citroengeel en 'Oxford gold' geel. 


Narcissus bulbocodium 'Arctic bells' in de botanische tuin van Leuven (foto: Hannes Wilms, Narcissus Bulbocodium HannesWilms 14, CC BY-SA 4.0)


Wat narcissen nodig hebben 

De meeste narcissen geven de voorkeur aan een koele plek en voedzame goed doorlatende grond. Ze staan het liefst in de zon maar het zijn niet, zoals tulpen en hyacinten, bollen van de steppe die in de zomer "gebakken" moeten worden. Tijdens de groei moeten ze flink water krijgen. 

Als alles goed gaat, breiden de bollen zich flink uit. De eerste paar jaar moet je ze met rust laten. Daarna kunnen ze in de herfst worden op gegraven en eventueel gedeeld. 

Verwijder de uitgebloeide bloemen maar laat het loof afsterven. Knip het loof liever niet af, maar als je dat toch doet, wacht daarmee dan in elk geval tot zes weken na de bloei. Zoals je in mijn blog 'Waarom bloeien mijn narcissen niet meer?' kunt lezen, herbloeit de narcis niet als je het loof te vroeg afknipt. 


Inheemse narcissen 

Wist je dat er ook inheemse narcissen zijn? Narcissus pseudonarcissus is een narcis die je in grote delen van Europa (ook in Nederland en België) in het wild kunt tegenkomen. Helaas is de plant hier zeldzaam geworden en staat hij op de Nederlandse rode lijst van planten die met uitsterven bedreigd zijn.

In Nederland kun je de wilde narcis nog tegenkomen in het heuvelland van Zuid-Limburg, in graslanden, bermen, lichte loofbossen en bosranden. Ook in het zuiden van Drenthe en het noordoosten van Overijssel komt de plant nog voor, maar dan vooral in boerentuinen. Elders kun je hem soms aantreffen als stinsenplant (planten die ooit geïntroduceerd zijn in tuinen, maar verwilderd zijn).

De wilde narcis groeit op zonnige of licht beschaduwde plaatsen op niet al te droge grond die redelijk vruchtbaar, pH-neutraal tot lichtzuur en humeus is (zandig leem, leem en laagveen). Grond is pH-neutraal bij een pH van 7. Daaronder is je grond zuur. 

Gortdroog en zuur klapzand is dus niet ideaal om deze narcis te kweken maar op leemhoudende zandgrond zou het best wel eens een succes kunnen zijn. Er is veel gekweekt met deze narcis maar misschien is de oorspronkelijke soort toch nog steeds de mooiste 😀. 

Giftig 

De bollen van de narcis zijn giftig voor mensen en dieren. Narcissen bevatten lycorine, een giftige stof die bij inname kan leiden tot braken, buikpijn en diarree. Kwekers en bloemisten die veel narcisbollen en bloemen hanteren kunnen last krijgen van narcissenuitslag (kloven, schilferende huid en roodheid). Je handen goed wassen dus, of beter nog: tuinhandschoenen dragen! 

Als je kleine kinderen hebt, pas dan ook op met het water van snijbloemen. Het zou niet de eerste keer zijn dat een kind water uit een vaas drinkt.

Maar elk nadeel heeft zijn voordeel! Eten muizen je bollen op? Dan is het een goed idee om narcissen te planten. Ze gaan er met een boogje omheen. Ik las op de website van Buitenleven dat je crocussen en sneeuwklokjes, bollen die wél in trek zijn bij knaagdieren, kunt beschermen door er een kring van narcissen omheen te planten. Geen idee of het werkt maar het is misschien de moeite van het proberen waard. 


Tip

Ben je op zoek naar speciale soorten of wil je eens wat anders dan 'Tête-à-Tête'? Neem dan eens een kijkje op de Narcissensite van Nijssen Tuin (geen affiliatie link). Ze bieden narcissen in elk van de twaalf divisies aan. Hun collectie bestaat uit ruim 250 soorten waarvan sommige soorten zelden of nog niet eerder aangeboden zijn. 



Bewaar op Pinterest:


Abonneren 

Vond je dit blog nuttig? Abonneer jezelf dan gratis op mijn nieuwsbrief. Je ontvangt dan een bericht wanneer er een nieuw blog is verschenen (1 of 2 keer per maand met een pauze in december). Je hoeft niet bang te zijn dat ik je ga spammen met reclame! 

Dit blog bevat affiliate links. In mijn privacy statement wordt uitgelegd wat dit betekent.




Populaire posts

Alles wat je moet weten over de Japanse esdoorn (Acer palmatum)

Zo krijg je meer bloemen in je agapanthus!

Helleborus: 10 vragen en antwoorden

10 planten die niet mogen ontbreken in een Piet Oudolf tuin

30+ planten voor een tuin op droge grond

Hoe winterhard is Gaura Lindheimeri 'Whirling butterflies'

Zo kweek je de mooiste Canna's!

Zeven planten voor droge (half)schaduw

Wat zou Piet Oudolf in de schaduw planten?

Mijn haat-liefde verhouding met Stipa tenuissima 'Ponytails'