Alles over het planten van een beukenhaag

Daar waar in de jaren zestig de ligusterhaag hoogtij vierde en in de jaren zeventig de conifeer favoriet was, zie je nu steeds vaker beukenhagen. Geen wonder, want deze haag heeft grote voordelen: hij is voordelig in aanschaf, hij groeit relatief snel, hij heeft een mooie najaarskleur en houdt zijn dode blad vast zodat je ook 's winters geen inkijk hebt. 

Een beukenhaag is ook sterk, stelt weinig eisen aan de grond en is nauwelijks gevoelig voor ziekten en plagen. Een beukenhaag biedt bovendien een schuilplaats en nestgelegenheid voor de vogeltjes in je tuin. Alles wat de tuinier zich kan wensen toch? Maar wacht even voor je enthousiast naar het tuincentrum rent, want er kleven ook wat minpuntjes aan de beukenhaag. 

Een nadeel vind ik zelf dat een beukenhaag pas laat in het voorjaar groen wordt. Het bruine blad is in de winter warm van kleur maar wordt in het voorjaar vaal. De haag verliest zijn oude blad maar langzaam en wordt in maart en april steeds kaler en doorzichtiger. Totdat het skelet van de stammen zichtbaar wordt en je er dwars doorheen kijkt. 

Als alles in je tuin frisgroen begint te worden, is zo'n vaalbruine haag eigenlijk geen gezicht. Een ander nadeel is dat je in het voorjaar weer opnieuw met je bladhark in de weer om het dode blad weg te ruimen.

Haagbeuk of beukenhaag? 

Voor wat betreft het late groen worden, is er een alternatief: kies voor haagbeuk in plaats van beukenhaag. Niet iedereen heeft het in de gaten, maar dit zijn twee verschillende planten: de wetenschappelijke naam van beukenhaag is Fagus Sylvatica. De wetenschappelijk naam van de haagbeuk is Carpinus betulus (een lid uit berkenfamilie). 

Haagbeuk (Carpinus) is maar liefst ruim een maand eerder groen. Persoonlijk vind ik dat dit voordeel wel opweegt tegen het feit dat Fagus Sylvatica mooier blad heeft en in de winter zijn blad beter vasthoudt. 

De Carpinus kent overigens geen roodbladige variant. Wil je een rode haag, dan is Fagus dus je enige keus. Je kunt een speels effect creëren door rode en groene struiken te combineren. Maar pas op, als achtergrond voor (vaste) planten, is zo'n gemengde haag vaak te druk. 

Blad van de beukenhaag Fagus Sylvatica. 

Blad van Carpinus betulus met iets gezaagde bladranden en geprononceerdere bladnerven.

Onderhoud van de beukenhaag  

Qua onderhoud maakt het niet veel uit welke van de twee je kiest. Ze groeien allebei vrij snel en moeten twee keer per jaar gesnoeid worden. De eerste snoeibeurt vindt plaats na de langste dag. Niet eerder, om broedende vogels niet te verstoren. In september knip je nog een keer de uitstekende takken weg zodat je met een strakke haag de winter in gaat. 

Het snoeien van een beukenhaag is niet voor tere zielen. Je moet genadeloos te werk gaan en er bij de eerste snoei in juni écht een flink stuk afknippen. Anders wordt je haag elk jaar een stukje breder en houd je steeds minder tuin over. Wanneer ik de haag heb geknipt, haalt mijn man er steevast nog vijf tot tien centimeter extra af. Ik ben dus duidelijk een "watje" als het op hagen knippen aankomt! 

Kleinere hagen kun je heel goed handmatig knippen maar bij grote hagen, zoals op de foto hierboven, is een elektrische heggenschaar geen overbodige luxe. Mijn man is erg tevreden over de heggenscharen van Metabo. 

Het snoeiafval van de beukenhaag kun je composteren. Het composteert niet snel maar levert wel bladaarde van de hoogste kwaliteit op.

Het planten van een beukenhaag 

Een beukenhaag planten is niet moeilijk. Je plant het beste in het late najaar maar planten in het vroege voorjaar kan ook. Planten met kale wortels (wortelgoed) zijn een stuk voordeliger. Koop je wortelgoed, dan is het belangrijk dat je de wortels niet laat uitdrogen of schoonspoelt. Bijvoorbeeld door er water over te gieten of de planten in de regen te laten liggen. 

Zowel beukenhaag als haagbeuk leven namelijk in symbiose met bodemschimmels (mycorrhiza). Het is belangrijk dat die bodemschimmels nog op de wortels zitten als je de haag plant. Dek bij regenachtig weer daarom de wortels af met een stuk plastic of een zeiltje. Of, slimmer nog, kies een mooie droge dag om je haag te planten. Niet alleen beter voor de haag, maar ook voor de tuinier!

Beukenhagen worden soms geplant in een dubbele rij om een dichtere haag te krijgen. Wij hebben dat niet gedaan. Achteraf ben ik daar blij om want een dubbele rij zou echt veel te breed geworden zijn. Wij hebben de struikjes op ongeveer 25-30 cm afstand geplant (drie à vier planten per strekkende meter). Dit bleek voldoende om een dichte haag te krijgen. 

Om de haag te planten graaf je een geul op de plaats waar de haag moet komen. Die geul vul je met een mengsel van tuinaarde, bladcompost, dood blad en potgrond om de haag een goede start te geven. Als de geul weer met aarde gevuld is en de grond is aangestampt (niet eerder!) geef je ruim water.

Help, mijn beukenhaag wordt niet groen!  

En dan is het wachten op de lente en het eerste jonge blad. Wanhoop niet te snel als je haag niet meteen groen wordt. We zagen hiervoor al dat beukenhaag sowieso niet haantje de voorste is in het voorjaar en in het eerste jaar duurt het extra lang voor het eerste nieuwe blad verschijnt. 

Bij ons werden sommige struikjes pas eind juni groen! Niet meteen uittrekken dus, maar gewoon nog even afwachten. Mogelijk valt er hier en daar toch een struikje uit, maar als je redelijk dicht hebt geplant groeit de haag gewoon dicht. Wij hebben de gaten niet gevuld en daar zie je nu niets meer van.

De belangrijkste reden dat beukenhagen niet aanslaan is droogte. Je zou het soms niet zeggen, maar het regent in ons land gemiddeld maar 7,6% van de tijd. De lentemaanden zijn de droogste. Een gesettelde beukenhaag is ijzersterk en verdraagt bijna alles maar een haag die net geplant is kan, zeker op droge grond, het eerste jaar wel wat hulp gebruiken. 

Vergeet dus niet om je nieuwe haag (vooral in de droge voorjaarsmaanden) regelmatig water te geven. Een druppelslang is hierbij een handig hulpmiddel. De voet van de haag afdekken met een flinke laag compost of dennenschors helpt ook om uitdroging tegen te gaan. 

Mijn beukenhaag zit vol bladluizen, wat nu?

Beukenhagen hebben vaak last van de beukenbladluis (Phyllaphis fagi). Dit kan geen kwaad. Een volwassen beukenhaag heeft er totaal geen last van. De zoete honingdauw die de bladluizen afscheiden is bovendien een belangrijke voedingsbron voor veel nuttige insecten zoals bijen, sluipwespen en zweefvliegen. Het is daarom beter om de bladluizen niet te bestrijden. Na de eerste snoeibeurt ben je er sowieso grotendeels vanaf. 

Als er heel veel luizen zijn, kan dat de groei van een jonge haag wel remmen. Als je ziet dat de haag zich daardoor slecht ontwikkelt, kun je de planten afspoelen met een koude waterstraal. Bladluizen kunnen niet tegen koud water! Sproei daarbij van onder naar boven zodat je de luizen, die aan de onderkant van het blad zitten, goed raakt. 

Zorg ook dat je haag niet te droog staat. Droogtestress verzwakt de natuurlijke afweer van planten tegen parasieten zoals bladluizen. Het sproeien heeft dus dubbel nut: je dood een deel van de bladluizen en je versterkt de weerstand van de plant.  

LET OP 

Gebruik geen bestrijdingsmiddelen (al dan niet biologisch) want daarmee dood behalve de luizen vaak ook de nuttige insecten die van de honingdauw leven. 

In mijn blog 'Ecologisch bladluizen bestrijden' vind je nog meer tips. 

Beukenhaag half april: nog geen groen blaadje te zien. 

Najaarsverkleuring van de beukenhaag

Besteltip

Je kunt je beukenhaag (zowel de Fagus sylvatica als de Carpinus betulus) gemakkelijk en voordelig online bestellen bij tuinplant.nl (ook als voordelig wortelgoed).

Vond je dit blog nuttig? Klik dan hier om jezelf gratis te abonneren.   

   

Dit blog bevat affiliate links. In mijn privacy statement wordt uitgelegd wat dit betekent.