Zelf je tuin ontwerpen? Pas op voor deze valkuilen!

Tuin met veel laatbloeiende vaste planten


Na veertien jaar tuinieren, kon ik in 2019 eindelijk zeggen dat de tuin helemaal naar mijn zin was. Het grondplan van onze tuin is in grote lijnen nog steeds gelijk aan het eerste ontwerp maar de beplanting is al héél vaak aangepast. In het najaar van 2019 hoefden er voor het eerst geen hele perken op de schop. 

Natuurlijk heb ik stiekem nog wel wat kleine aanpassingen gedaan, maar het grote geheel was precies wat ik wilde. Veertien jaar is een lange tijd maar ik moet erbij zeggen dat ik van elk moment genoten heb. Stapje voor stapje zelf je droomtuin creëren geeft enorm veel voldoening.

Door meteen de juiste keuzes te maken en bepaalde valkuilen te vermijden, kun je het proces aanzienlijk versnellen. Daarom hierbij wat tips die je kunnen helpen bij realiseren van jouw droomtuin.


Tuin met saai grasveld en twee sprietige boompjes
Zo begonnen we in 2005

Kies één tuinstijl en houd daaraan vast

Een veelgemaakte fout bij het aanleggen van tuinen is dat je teveel wilt. Je bezichtigt showtuinen, je bestudeert tuinboeken of snuffelt wat rond op internet (Pinterest is een geweldige bron van inspiratie!). Zo doe je tientallen ideeën op. De verleiding is groot om al die verschillende ideeën in één tuinontwerp te stoppen maar het resultaat zal niet geweldig zijn. 

Dit geldt ook voor de planten. Niet alle planten passen bij elkaar. Perkgoed (zoals Begonia, Gazania, Dahlia en andere eenjarigen) passen door hun wat kunstmatige uiterlijk niet echt bij een natuurlijke tuin met siergrassen en vaste planten. Hetzelfde geldt voor allerlei exoten zoals canna's en bananenbomen. Azalea's, Pieris Japonica en andere groenblijvers vind ik ook lastig te combineren met vaste planten. 

Mijn advies: beperk je tot één bepaalde tuinstijl en gebruik alleen de tuinelementen en planten die daarbij passen. Vergeet de rest, hoe mooi het allemaal ook is.

Minder is meer  

Toen we naar onze huidige woning verhuisden ging ik van een tuin ter grootte van een postzegel naar een voor Nederlandse begrippen groot perceel. Geweldig! Ik zou voortaan alle planten kunnen kopen die ik maar wilde en dat deed ik dus ook. 

Maar zo werkt het niet. Als je een grote border vol zet met allemaal verschillende planten dan levert dan geen mooi geheel op. Het oogt rommelig en onsamenhangend. Je wordt er niet blij van. Beter is het om groepen met dezelfde planten te maken. Dat zorgt voor rust en harmonie.

Ik heb jaren geëxperimenteerd met de grootte van plantgroepen en dit vind ik in onze tuin het beste werken: van kleine planten, zoals Akelei of Salvia, vijf stuks. Bij wat grotere planten, en planten die wijder spreiden, zoals Asters, tuingeraniums, Helenium of Veronicastrum, drie stuks. Grote vaste planten zoals Eupatorium of Helianthus, kun je gerust per stuk planten. 

Voor heesters geldt hetzelfde. Grotere heesters kun je los planten. Kleine heesters, zoals Azalea of Pieris Japonica, zijn mooier in groepjes. In grote borders is het goed om bepaalde planten of groepen planten te herhalen. Daarmee spreid je de bloei over de lengte van de border en het geeft een rustig beeld. Je kunt de groepen ook beter niet heel groot te maken. Als de planten bloeien is het een spectaculair gezicht maar na de bloei valt er ineens een enorm "gat" in je border.

Kies de juiste plant op de juiste plaats 

Nog zo'n valkuil waar ik met beide voeten in ben getrapt. Ik keek vooral of ik planten mooi vond maar niet of ze ook pasten bij het "klapzand" waarop wij tuinieren. Zoals je kunt lezen in in mijn blog 'Planten die niet echt geschikt zijn voor een tuin op droge grond', werd dat geen succes.

Door uit te zoeken welke planten bij jouw grond passen, voorkom je teleurstellingen. De natuurlijke habitat van een plant kan je veel vertellen. Is het van nature een bosrandplant dan zal hij het beste gedijen op vochtige humusrijke grond in de halfschaduw. Komt je plant van de steppen dan prefereert hij volle zon en houdt hij beslist niet van natte voeten. Planten als Rododendron en Azalea hebben zure grond nodig die vochtig moet zijn, maar niet te nat. 

Op zandgrond is vooral de waterbehoefte van planten een belangrijk criterium. De echte nathalzen kun je maar beter in het tuincentrum laten staan. Check dus altijd of de planten die je hebt uitgezocht wel geschikt zijn voor jouw tuingrond. Een goede tuinplanten encyclopedie, zoals de Botanica, kan hierbij helpen.

Vergeet de laatbloeiers niet 

De lente is voor de meeste mensen hét moment om de tuin aan te pakken. Logisch, want wat is fijner dan na een lange donkere winter lekker buiten in de voorjaarszon aan de slag te gaan? Kwekers en tuincentra weten dat ook. Dus zorgen ze in het voorjaar voor een geweldig aanbod van bloeiende planten. Mensen kopen nu eenmaal liever een plant in bloei dan een potje met wat zielige scheutjes.

Maar pas op, bloeiende planten die je dan koopt zijn vaak vroegbloeiers. Als de zomer écht begint hebben ze hun ding gedaan en is jouw tuin voornamelijk groen. Het gebroken hartje (Dicentra spectabilis) geeft er zelfs helemaal de brui aan en sterft in juli af. Laat je dus niet alleen verleiden door bloeiende planten maar zorg dat je ook voldoende zomerbloeiers en laatbloeiers plant zodat er ook later in het seizoen nog wat te genieten valt.

Ik dacht vroeger dat ik dit dilemma kon oplossen door gewoon in elk seizoen wat planten te kopen. Tot op zekere hoogte klopt dit wel maar kwekers kunnen planten ook laten bloeien op afwijkende momenten. In het najaar wordt vaak bloeiende kruipphlox (Phlox subulata) aangeboden maar als je deze in je tuin plant, blijkt het toch écht een voorjaarsbloeier te zijn. Deze methode biedt dus geen waterdichte garantie. 

Beter is het om de bloeitijden via tuinboeken of het internet op te zoeken. Mooie laatbloeiers zijn bijvoorbeeld: Agastache (dropplant), Asters, Eupatorium, Gaura, Helianthus 'Lemon Queen', Rudbeckia, Sedum en Verbena Bonariensis. Ook de meeste siergrassen zijn later in het seizoen op hun best.


Foto met de paarsblauwe bloemen van Agastache 'Blue boa'
De dropplant Agastache 'Blue boa' 

Een tuin in één kleur is geen eenvoudige opgave   

Laat ik voorop stellen dat monochrome tuinen prachtig kunnen zijn. Eén van de meest inspirerende voorbeelden is de witte tuin in Sissinghurst die overal in de wereld is geïmiteerd en gekopieerd. Maar je moet daarbij wel bedenken dat het ontwerpen van een tuin in één kleur veel vakmanschap vereist. 

Elke tuin heeft namelijk contrasten en eyecatchers nodig om boeiend te zijn. Bij een monochrome tuin ontneem je jezelf de mogelijkheid om contrasten of eyecatchers te creëren met kleur. Dat betekent dat je op andere manieren je tuin 'spannend' moet maken. Bijvoorbeeld door het combineren van verschillende bloeiwijzen (aarvormig versus schermbloemig) of door middel van structuur, bladkleuren en -vormen.

Dat is geen eenvoudige opgave. Het vergt veel plantenkennis die je als beginnende tuinier niet hebt. Zelf ben ik hiermee twee keer de mist ingegaan: mijn perk met alleen maar grijsbladige planten zag eruit alsof er een enorme stofzak over leeg gekiept was en mijn gele tuin begon pas echt te leven toen ik er rood en oranje aan toevoegde. 

Met witte tuinen is het sowieso oppassen geblazen: wit is prachtig in de schemering of in de schaduw van grote bomen maar in het volle zonlicht vallen witte bloemen weg. De beroemde witte tuin van Sissinghurst is door Vita Sackville-West ontworpen om in de avondschemering bekeken te worden. De drommen toeristen die overdag de witte tuin bezoeken, missen dus het beste moment.


Foto van onze gele tuin met oranje en rood
Onze gele tuin, hier mét oranje en rood 

Leer om afscheid te nemen  

Dit speelt vooral wanneer je een bestaande tuin gaat veranderen. In zo'n tuin staan vaak al heesters en vaste planten. Ik ben iemand die moeilijk planten kan weggooien. Als een plant het niet goed doet heb ik er geen moeite mee, maar gezonde planten op de composthoop gooien, dat druist tegen mijn gevoel in. Dus meende ik altijd dat ik bestaande planten moest hergebruiken.

Maar het is natuurlijk de vraag of die bestaande planten wel passen bij jouw nieuwe tuinstijl. Als dat niet zo is, zijn het dissonanten waar je je aan blijft storen en die je uiteindelijk toch afvoert. Bedenk dat planten in de natuur ook het niet het eeuwige leven hebben en spit planten die niet passen bij je tuin gewoon onder, dat scheelt een hoop moeite en het is goed voor de grond. Of maak er compost van. 

Kun je het écht niet over je hart verkrijgen? Geef de planten dan weg aan vrienden of bied ze aan via marktplaats.

TIP: ontwerpen en planten voor kleine tuinen 

Een ideeënboek met 25 voorbeeldtuinen. Wat te denken van een tuin in Ibiza-stijl, een mediterrane patiotuin, een recycletuin of een stadstuin met eigen strand? Het boek geeft ook ook antwoord op praktische vragen zoals: Hoe laat je de tuin groter lijken? Hoe voorkom je inkijk? Welke planten zijn geschikt en hoe maak je je tuin onderhoudsvriendelijk? Met plattegronden, plantenlijsten en tips voor materiaalgebruik. Het boek is geschreven door Modeste Herwig en dat weet je dat het met fotografie ook snor zit! 

KLIK HIER  voor meer informatie of om het boek te bestellen.

Ook interessant


Bewaar op Pinterest:

Vond je dit blog nuttig? Klik dan hier om jezelf gratis te abonneren op mijn nieuwsbrief. Je ontvangt dan een bericht wanneer er een nieuw blog is verschenen. Wees niet bang, ik ga je niet spammen met reclame! 

   

Dit blog bevat affiliate links. In mijn privacy statement wordt uitgelegd wat dit betekent. 

Tuinplant - Het grootste aanbod met meer dan 15.000 tuinplanten en bomen

Populaire posts

Helleborus: 10 vragen en antwoorden

Zo krijg je meer bloemen in je agapanthus!

10 tips voor een prachtige border

Een kleine tuin in de stijl van Piet Oudolf, kan dat?

De hoogtepunten van mijn tuinjaar

10 planten die niet mogen ontbreken in een Piet Oudolf tuin

Een border waar altijd iets bloeit

Wie maken die zandhoopjes in je stoep of terras?

9 bollen die wél elk jaar goed terugkomen

Zelf je tuin ontwerpen? Kies eerst je tuinstijl!